2 basis + kgt unit 3 lesson 4

Jobs 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Jobs 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Do you get pocket money?
If so, how much?

Slide 3 - Woordweb

Questions
Emily is zuinig op haar geld. Met welke twee dingen bespaart ze geld?

Hoe verdient Emily geld?

Slide 4 - Tekstslide

Do you have a job?
Yes
No

Slide 5 - Poll

large numbers
in het Nederlands:         1.000.000
                                                € 5,95

In het Engels:                    1,000,000
                                                 £ 5.95
Waar in het Nederlands een komma staat, staat in het Engels een punt. 

Slide 6 - Tekstslide

To do!            unit 3 lesson 4 

basis:    maken opd.  36A +  37 + 38 + 39 

kgt:  maken opd. 31 - 32A - 32B (samen) - 33 A 

 basis + kader:            Leren woorden van lesson 4 




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Grammar lesson 4 
*  meervoud 


Slide 9 - Tekstslide

Meervoud
*  meervoud (basis) 
*  short answers (kgt) 
*  present simple vs present continuous (kgt)

Slide 10 - Tekstslide

Meervoud: algemeen

Slide 11 - Tekstslide

Meervoud: s-klank






 


Slide 12 - Tekstslide

Meervoud: medeklinker+o






 


Slide 13 - Tekstslide

Meervoud: -f / -fe






 


Slide 14 - Tekstslide

Meervoud: medeklinker+y






 


Slide 15 - Tekstslide

Meervoud: klinker+y






 


Slide 16 - Tekstslide

Meervoud: Uitzonderingen 1






 


Slide 17 - Tekstslide

Meervoud: Uitzonderingen 2






 


Slide 18 - Tekstslide

Wat is de juiste meervoudsvorm?
baby
A
babys
B
babies
C
baby's

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het juiste meervoud van
child
A
childs
B
children

Slide 20 - Quizvraag

Wat het juiste meervoud van
leaf
A
leaves
B
leafs

Slide 21 - Quizvraag

Welke vorm is juist?
mouse
A
mice
B
mouses

Slide 22 - Quizvraag

Welke is juist?
piano
A
pianos
B
pianoes

Slide 23 - Quizvraag

Welke is juist?
tomato
A
tomatos
B
tomatoes

Slide 24 - Quizvraag

Maken        unit 3 lesson 4 
Maken: opd. 40 - 41  - Practise More 

Leren:  de woorden van lesson 4 

Slide 25 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een levend wezen.

Slide 26 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
(onderwerp)

I (ik)
You (jij)
He/She/It (hij/zij/het)
We (wij)
You (jullie)
They (zij)

Persoonlijke voornaamwoorden
(niet-onderwerp)

Me (me)
You (jou)
Him/Her/It (hem/haar/het)
Us (ons)
You (jullie)
Them (hen)

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeelden
Ze vindt me leuk.                                    Wij vinden hem niet leuk.
She likes me.                                           We don't like him.

Wat vinden jullie van hen?                      Vergeet haar niet.
What do you think of them?                   Don't forget her.

Slide 28 - Tekstslide

Hij vindt me niet aardig
He doesn't like ...
A
I
B
me
C
her
D
you

Slide 29 - Quizvraag

Piet vindt hen aardig
Piet likes ....
A
you
B
our
C
them
D
their

Slide 30 - Quizvraag

Het ziet er goed uit.
.... looks good.
A
I
B
its
C
us
D
it

Slide 31 - Quizvraag

Present simple - present continuous
Present simple

Feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen.

I always go to school on time.
Present continuous

Iets is nu aan de gang of bij irritatie. 


My colleague is always taking really long breaks. It's annoying!

Slide 32 - Tekstslide

Present continuous
Subject +
Form of to be +
Verb + ing
I
Am/’m
Watching
TV.
You/we/they
Are/’re
Watching
TV.
He/she/it
Is/’s
Watching
TV.

Slide 33 - Tekstslide

Present Continuous

Slide 34 - Tekstslide

Present Continuous
When
When something happens now. Something that happens for a while.
How
I                         am walking
he/she/it          is walking
you/we/they   are walking
Signal words
now, at the moment, 
Example 
The police are investigating the murder on the Prince. 

Slide 35 - Tekstslide

Maken       unit 3 lesson 4 

basis:      maken  opd.   40 + 41 + 44 + 45 +  Practise More

kgt:     maken 36 + 37B + 38 + 39 + Practise More

basis + kader:     de woorden en zinnen van lesson 3 + 4

Slide 36 - Tekstslide

Vandaag:  unit 3 lesson 4 afm.
Na de s.o.:  

Zorg dat opdracht  37 - 38 - 39 - 40 -41 - 44 - 45 +
Practise More (2x)  af zijn. 


 

Slide 37 - Tekstslide