Humor , taal en situaties

spelen met taal en vormen van beeldspraak
'alles voor de humor
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

spelen met taal en vormen van beeldspraak
'alles voor de humor

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Soorten humor
Taalhumor
  • speelt met de betekenissen van woorden ( letterlijk versus figuurlijke betekenis)
  • speelt met de uitspraak of klanken van woorden

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Soorten humor
Ironie
Een tegenstelling tussen wat gezegd of getoond wordt 
  • en wat er eigenlijk bedoeld wordt (verbale ironie)
  • en de werkelijke situatie (situationele ironie)
  • en de pijnlijke context (dramatische ironie)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Soorten humor
Sarcasme

  • op een scherpere, hardere toon
  • om de spot te drijven met iemand
  • kan soms kwetsend overkomen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Soorten humor
Cynisme
Een (levens)houding 
  • waarbij je niet lijkt te geloven in een goede afloop
  • die wantrouwen uitdrukt tegenover anderen
  • die vaak voortvloeit uit frustratie

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Soorten humor
Zwarte humor
  • lacht met onderwerpen die gevoelig of taboe zijn
  • is vaak provocerend

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Welke beeldspraak leent zich goed voor humor?

Slide 15 - Woordweb

Soorten humor
Situatiehumor
  • vloeit voort uit een komische situatie of gebeurtenis
  • specifieke vorm: leedvermaak (lachen met andermans pijn of ongeluk)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Soorten humor
Absurde humor
  • gaat in tegen alle logica

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide


Welke soort
humor is dit?
A
Cynisme
B
Situatiehumor
C
Ironie
D
Absurde humor

Slide 23 - Quizvraag

Welke onderwerpen
zijn taboe in comedy?

Slide 24 - Woordweb

Nu aan de slag met Plot26

   1.  les 1 heb je al af
   2. volgende les heb je alles gemaakt t/m les 3

Slide 25 - Tekstslide