De cultuur van het moderne - H6 - Kunst en amusement

Kunst en amusement
William van Alen, Chrysler Building (1920)
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kunst en amusement
William van Alen, Chrysler Building (1920)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In dit hoofdstuk komen kunstuitingen aan de orde die zich vooral richten op het amusement voor de massa. Met name de nieuwe media, zoals de radio, de grammofoonplaat en de film, zorgen voor grootschalige verspreiding van kunstuitingen. 

Het is hier, op het snijvlak van kunst en amusement, dat de overgang ontstaat van de kunst van het moderne naar de massacultuur van de twintigste eeuw na WOII.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1900-1950: Amusementscultuur ontwikkelt zich.
Na 1950: Massacultuur
revue
musical 
vaudeville (topster Mae West)
Rondreizende gezelschappen                 vaste theaters
                 
musicalsteden (New York: Broadway)

Slide 4 - Tekstslide

1e helft 20e eeuw, bloei simpel amusement. 
Theaters krijgen het moeilijk door de komst van sprekende en kleurenfilm.             Vooral muzikale showfilms.

Muziek: Jazz (zwarte onderklasse
symbool voor moderne leven) 

opkomst grammofoonplaten en radio (eerste massamedium)

Nieuwe stijl/stroming in bouwkunst en design: art deco


Kunst en amusement
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exposition Internationale des Art Décoratifs et Industriel Modernes  (Parijs, 1925) > presenteren nieuwe stijl kunstnijverheid en architectuur

Invloeden van Bauhaus, kubisme, futurisme en jugendstil.

Kenmerken:   
  • strakke, eenvoudige vormgeving
  • geometrie
  • verticale lijnen
  • abstractie
  • felle kleuren

Art deco
VS: toonaangevend in Art deco bouwkunst.
(wolkenkrabbers)
Vooral na de Grote Depressie wordt art-decodesign populair in Amerika. (Waarom denk je?)
Gestroomlijnde stijl ontstaat - Associaties positieve toekomstvisie
(futurisme, snelheid, dynamiek).

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ART DECO
Niagara Mohawk-gebouw

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handwerk duur daarom kozen vormgevers nu voor machinale productie en nieuwe kunststoffen als aluminium, chroom, kunststof en buisvormig staal.
Na de Eerste Wereldoorlog heerste er een sfeer van optimisme, dat zich weerspiegelde in de chique stijl en felle kleuren van meubelen, sieraden, mode keramiek en beeldhouwwerken. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 inspiratie : moderne kunst (kubisme), maar ook in de oude en verre culturen van Egyptische en India, en in modern machine- en vliegtuigdesign.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

art deco: decoratief maar tegelijkertijd modernistisch door gebruik van geometrische vormen en patronen
-kleurrijke uitbundige decoraties
-kostbare materialen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kenmerken Art Déco

- een decoratieve stijl, met eenvoudige geometrische patronen, strakke vormgeving, strenge verticale lijnen en abstractie.
- Er wordt gebruik gemaakt van rood, zwart en zilver en felle heldere kleuren. 

Slide 11 - Tekstslide

De luxe stijl passend bij de Amerikaanse welvaart vindt men op een Parijse tentoonstelling. De Exposition Internationale Des Arts Décoratifs et Industriels Modernes (1925). Daar presen- teert men een nieuwe stijl in de kunstnijverheid en architectuur. Het is een decoratieve, veel- kleurige, maar ook functionele en vernieuwende stijl die onder andere beïnvloed wordt door niet-westerse kunstvormen uit ondermeer Afrika en Japan. Daarnaast zijn er invloeden van het Bauhaus, het kubisme, het futurisme en de eerdere decoratieve stijl van de jugendstil. Kenmerkend zijn de strakke en eenvoudige vormgeving, geometrische patronen, strenge verticale lijnen, abstractie en fel helder kleurgebruik. Rood, zwart en zilver en goud zijn populaire kleuren.
Ontwerpers hebben een voorkeur voor chroom, bakeliet, gepolijste steen en glas. Veel voorkomende motieven zijn hoekig
gestileerde bloemboeket- ten, dieren en figuren van jonge meisjes, vaak in combinatie met geometrische motieven als zigzagpatronen en bliksemflitsen die naar elektriciteit verwijzen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muziek
blues: zwarte muziek (blue notes) ontstaat vanuit voormalige tot slaafgemaakten.

combi van zang, banjomuziek, brassbands en ragtime
ragtime soort jazz (ragged timing)
jazz                      bigbands
New Orleans-style & Chicago-style (zwart)
Dixieland 
(wit)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chicago-style-jazz






New Orleans-style
Dixieland
Jazz
Na jazz, ook ontwikkeling van de 'jazzopera'

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland: reactie op blues

Het levenslied
Jean-Louis Pisuisse, Mens durf te leven (1917)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dans
cakewalk (op ragtime muziek)
tapdans
revue (complete show met dans, zang, cabaret en goochelen)
            (Franse revue & Amerikaanse vaudeville = licht erotisch)
flapper girl
Ziegfeld Follies
Lilyan Tashman performing in Ziegfeld follies
Josephine Baker, 1930s

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tapdans
Bojangles Robinson
Fred Astaire
Bekende Tapdansers

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Josephine Baker
  • Les Ballets Suédois wordt ontbonden
  • Rolf de Maré haalt Revue Nègre uit Harlem (USA).
  • Ster van het gezelschap: 
    Josephine Baker
  • Charleston heel bekend!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

film als amusement
- Film komt op en wordt groot 
- Door kleuren- en geluidsfilms bioscopen populairder
- Blockbusters ontstaan
- Showfilms/ musicalfilms worden groot 
-Slapsticks zijn komische films  worden het populairste genre
- Animatie ontstaan in de vorm van stopmotion, Walt Disney ontwikkelt karakter Mickey Mouse
- Door uitvinding special effects iets nieuws aan films toegevoegd

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Film
  • stomme film              geluidsfilm
  • showfilms: droomwereld
  • inhoudelijke films: Gone with the wind & Citizen Kane
  • musicalfilms: The Wizard of Oz
  • comedy: slapstick (Buster Keaton, Laurel & Hardy, Charlie Chaplin)
  • animatiefilm: Disney & Betty Boop
  • Special effects: King Kong
Orson Welles, Citizen Kane (1941)
Buster Keaton

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Film
Betty Boop (1933)
The Wizard of Oz (1939)
Walt Disney, Steamboat Willie (1928?)
King Kong (1933)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies