1T Spelling 7.13 onregelmatige ww

Lees de theorie op blz. 248 249.

7.13 Onregelmatige
werkwoorden
Startvraag:
1T
SPELLING
timer
5:00
CURSUS 7:
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lees de theorie op blz. 248 249.

7.13 Onregelmatige
werkwoorden
Startvraag:
1T
SPELLING
timer
5:00
CURSUS 7:

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Stap 1: Is het werkwoord de persoonsvorm? Ja --> trucje lopen.
Stap 2: Nee? Gebruik 't sexy fokschaap.
1. Jos _____ (benoemen) die nieuwe commissie. 
2. Jos heeft de nieuwe commissie ______ (benoemen).

1. Marjo _______ (verkennen) de omgeving. 
2. Marjo heeft de omgeving ______ (verkennen). 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les:
  • Lesdoelen.
  • Huiswerk nakijken opdr. 2 t/m 5 (blz. 246-247) 
  • Uitleg: onregelmatige werkwoorden
  • Opdrachten maken 
  • Gezamenlijk afronden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Je kunt persoonsvormen van sterke en zwakke werkwoorden correct spellen.
  • Je weet het verschil tussen sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden.
Lesdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.13 Onregelmatige werkwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onregelmatige werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zijn
hebben
willen
kunnen
zullen
tegenwoordige tijd
ik ...
hij/zij/jij ...
wij/jullie ...
verleden tijd
ik ...
hij/zij/jij ...
wij/jullie ...
timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?
A
ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
B
ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
C
ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
D
ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'zijn'?
A
ik ben, jij is, hij is, wij bennen
B
ik is, jij is, hij is, wij zijn
C
ik ben, jij bent, hij is, wij zijn
D
ik ben, jij bent, hij bent, wij bennen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitlegfilmpje!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Wat?
7.13 Onregelmatige werkwoorden
Basis: Opdracht 1 t/m 4 op blz. 248-249.
Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
De 4 B's, theorie in je boek
of het vraagteken.
Tijd
Timer.
Klaar?
Oefen verder met werkwoordspelling in je online boek of op cambiumned.nl
timer
12:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Je kunt persoonsvormen van sterke en zwakke werkwoorden correct spellen.
  • Je weet het verschil tussen sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden.
Lesdoelen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Link

https://www.meesterklaas.nl/quiz/d-of-t
Maak een screenshot van de door jou gemaakte quiz waarop je score in beeld is.
Klaar? Werk alvast verder aan het huiswerk.

Slide 14 - Open vraag

Score van 90% of hoger, dan mag je kiezen of je mee doet of dat je de les zelfstandig doorneemt.
Wat is het verschil tussen sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden? Probeer het uit te leggen in je eigen woorden.


Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies