Vitale functies bij Corona

Vitale functies bij Corona
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vitale functies bij Corona

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Na deze les weet je welke vitale functies je kan meten en wat normaalwaarden zijn.
  • Na deze les weet je waar je op moet letten bij afwijkende vitale functies

Slide 2 - Tekstslide

Wat check je als je ademhaling
meet bij een zorgvrager?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Observatie ademhaling
- frequentie ademhaling
- diepte en gelijkmatigheid ademhaling
- ritme van de ademhaling
- geluid van de ademhaling

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een normale ademhalingsfrequentie voor volwassenen?
A
20-25x/min
B
14-18x/min
C
18-22x/min
D
25-30x/min

Slide 6 - Quizvraag

Frequentie ademhaling
Normale ademhaling:
Bij volwassenen 14 tot 18 maal per minuut
Kinderen 20 tot 25 maal per minuut
Baby’s 30 tot 40 maal per minuut

Slide 7 - Tekstslide

Hoge ademfrequentie komt voor bij:
Aandoeningen van longen en luchtwegen
Hartafwijkingen
Koorts
Lichamelijke inspanning
Emotie

Slide 8 - Tekstslide

Lage ademfrequentie:
In slaap en rusttoestand
Na gebruik van slaapmiddelen.

Slide 9 - Tekstslide

Diepte en gelijkmatigheid
Bij een diepe ademhaling is de frequentie lager en bij een oppervlakkige ademhaling hoger
Een oppervlakkige ademhaling komt voor bij:
Aandoeningen van ademhalingsorganen (longemfyseem)
Sommige hart en vaatziekten
Een diepe ademhaling komt oa voor:
Na gebruik van slaapmiddelen
Bij bewusteloosheid ten gevolge van een hoge bloedsuikergehalte

Slide 10 - Tekstslide

Ritme
Na iedere inademing en uitademhaling is een pauze
Als bij elke pauze de rust even lang is dan is het een normale uitademing

Bij een onregelmatig ademhaling duren de pauzes korter tot helemaal geen pauzes

Slide 11 - Tekstslide

Geluid
Normale omstandigheden:
 vrijwel geen geluid
Mogelijk snurken (zwelling van de slijmvliezen van de ademhalingswegen)


Afwijkende ademhaling: 
Hijgende
Snurkende
Rochelende
Piepende ademhaling (astma aanval)

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor een ademhaling is dit?
A
Cheyne- Stokes
B
Kussmaul
C
Gaspen
D
Normaal

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor een ademhaling is dit?
A
Cheyne- Stokes
B
Kussmaul
C
Gaspen
D
Normaal

Slide 14 - Quizvraag

Afwijkende ademhaling
Kussmall – ademhaling:
Regelmatige diepe ademhaling.
Komt voor bij bewusteloosheid door een verhoogde bloedsuikerspiegel

Cheyne – stokes – ademhaling:
Onregelmatige en ongelijkmatige ademhaling
Het is een in diepte toenemende ademhaling, die geleidelijk oppervlakkiger wordt, waarnaar een korte of langere adampauze volgt.
Dit beeld zie je vaak bij mensen die op sterven liggen.

Slide 15 - Tekstslide

Hartfrequentie
Je observeert het aantal hartslagen per minuut
Je observeert de hartslag in rusttoestand

Gemiddelde hartslag
   - pasgeborene: 120 – 140 sl/min
   - kinderen: de frequentie hangt er af van de leeftijd, maar is hoger dan
     een bij een volwassene
   - volwassene 60 – 80 sl/min

Slide 16 - Tekstslide

Wat voor een hartfrequentie verwacht je bij een zieke Corona patiënt?
A
Normale hartslag
B
Versnelde hartslag
C
Verlaagde hartslag
D
Onregelmatige hartslag

Slide 17 - Quizvraag

Afwijkende hartfrequentie
Verhoogde hartfrequentie: tachycardie
Oorzaken: emoties, koorts, bloedingen, hartafwijkingen, bepaald medicatiegebruik

Verlaagde hartfrequentie: bradycardie
Oorzaken: conditieverbetering, tijdens de slaap, bij vomeren, een hersenaandoening, bij hartafwijkingen, bepaald medicatiegebruik, in een later stadium van shock


Slide 18 - Tekstslide

Ritme
Normale hartslag: regelmatig
“Normaal” zijn alle hartslagen even krachtig en gelijkmatig

Onregelmatige hartslag kan wijzen op een stoornis in de werking van het hart

Verpleegkundige noteert bij onregelmatig ritme: 85 IRR

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Temperatuur
Normale temperatuur: 36 tot 37,5 C
Verhoging: 37,5 tot 38 C
Koorts: boven de 38 C
Ondertemperatuur: lager dan 36 C


Ochtendtemp is lager dan de middagtemp


Slide 21 - Tekstslide

Hoe meet je de temperatuur
bij een patient?

Slide 22 - Woordweb

Manieren temperatuur meting
Rectaal (in het rectum)
Axillair (onder de oksel)
Oraal (onder de tong)
Femoraal (in de lies)
Intra-auraal (in het oor)
Via voorhoofd of slaap

Slide 23 - Tekstslide

Afwijkingen in temperatuur
Axillair: Minder betrouwbaar dan rectaal
Meting is 0,5 C lager dan rectale meting
Duur 10 min
Oraal: Minder betrouwbaar dan rectaal
Meting is 0,3 C lager dan rectale meting
Duur 7 min
Femoraal: Meting is 0,5 C lager dan rectale meting
Duur 10 min
Intra-auraal: Zeer korte meettijd
Meting is vaak enkele tienden graden hoger dan rectale meting



Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Koude rilling
Koude fase (1)
Rilt van de kou, klappertanden en schudden in bed

Warmte fase (2)
Acute temperatuurstijging, zv onrustig en angstig

Transpiratiestadium (3)
Zv sterk transpireren, lichaamstemp daalt, bleke gelaatskleur, snelle pols, klam voorhoofd.
Na de koude rilling die 10-30 minuten duurt. Daana meestal in diepe slaap. Lichaam moet herstellen.

Slide 26 - Tekstslide

Welke zorg biedt je bij koorts?

Slide 27 - Woordweb

Verpleegkundige zorg
Verzorgingstips:
Bedrust houden, koorts vraagt extra energie van het lichaam
Stem de omgevingstemp van de ruimte aan op de wensen van de cliënt
Demp het licht
Zorg voor extra vocht (bij hoge temp 2 a 3 liter in totaal)
Verschoon het bed vaker bij overmatig transpireren
Vaker douchen of wassen
Denk aan mogelijk complicaties bij langdurige bedrust
Observeer de cliënt
Geef aandacht en zorg

Slide 28 - Tekstslide

Wat meet je bij de saturatie?
A
De bloeddruk van de patient
B
Percentage zuurstof in de vinger
C
Het percentage hemoglobine gebonden met zuurstof
D
Het percentage hemoglobine gebonden met koolzuur

Slide 29 - Quizvraag

Saturatie
  • Gezonde mensen saturatie 96- 100 %
  • COPD/ hartfalen saturatie 92-100%
  • Lager dan 95% overleg arts
  • Lager dan 90% overwegen toedienen van zuurstof. Altijd inoverleg met de arts.

Slide 30 - Tekstslide

Aandachtpunten saturatie meten
  • Kijk naar de zorgvrager, niet alleen naar de getallen; wat zie je?
  • Nagellak kan de meting beinvloeden
  • Door koude handen is de meting moeilijker uit te voeren (geen mooie curve)

VS

Goede curve
Slechte curve

Slide 31 - Tekstslide

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 32 - Tekstslide