Quiz verkeersborden

• Verkeer
• Basisschool
• Groep 7

1. Let op! verkeer van rechts.
2. Verplichte rijrichting naar rechts.

1. Einde voorrangsweg
2. Nu moet ik oppassen. Rechts heeft voorrang
3. Voorrangsweg
4. Spoorweg overgang

1. Let op het overige verkeer
2. Je nadert een voorrangsweg.
3. Het verkeer van links en rechts heeft voorrang
4. Hier mag je niet verder rijden

wat betekent dit onderbord

1. Hier mogen alleen herenfietsen
2. Hier mag je je fiets neerzetten zonder trappers
3. Hier mag je de straat wel in fietsen
4. Alle fietsen mogen, uitgezonderd de herenfiets

1. Je komt in de buurt van een vliegveld
2. Hier kunnen raketten opstijgen
3. Jij rijdt op een voorrangsweg en moet voorrang krijgen
4. Kijk uit voor verkeer van rechts en links

wat vertelt dit onderbord mij

1. doorgaande bocht naar links met een zijstraat
2. Pas op! rechts heeft voorrang

1. Hier komt de wind altijd uit het westen.
2. Pas op..kans op harde winden
3. Pas op...zijwind

1. Kijk, hier mag je eerst gaan als er een tegenligger aankomt.
2. Kijk, hier kan verkeer tegemoet komen rijden
3. Blijf hier rechts fietsen

1. Fiets rustig door en als er niets aankomt mag je door
2. Je MOET hier stoppen
3. Dit bord geldt niet voor fietsers

Dit onderbord zegt....

1. Hier is de bebouwde kom
2. Hier stopt Helmond met bouwen
3. Schrijffout
4. Hier is het einde van de bebouwde kom.

1. Je rijdt op een eenrichtingsweg.
2. Je rijdt op een voorrangsweg
3. Kijk uit voor het gele blokje.
4. De bebouwde kom.

Pas op....

1. Vanaf hier de straat in rijden
2. Kijk, hier is een eenrichtingsstraat
3. Je moet hier rechtsaf
4. Kijk, hier omhoog

1. Je moet hier voorrang krijgen
2. Kijk uit voor verkeer van links
3. Let op verkeer van rechts

Wat vertelt dit bord mij?

1. Let op verkeer van rechts heeft voorrang
2. Je nadert een voorrangskruispunt met een weg van rechts, je hebt voorrang.
3. Voorrang hebben is geen voorrang nemen
4. Let op verkeer van links heeft voorrang

1. Pas op, de weg maakt een bocht naar links
2. Pas op, de weg maakt een bocht naar rechts
3. Pas op, je moet hier naar rechts

Zeg het maar......

1. Hier geen tikkertje spelen
2. Pas op, hier steken kinderen over.
3. Pas op, spelende kinderen.
4. Pas op, hier is het druk.

1. kijk, hier is een doorgang waar jij eerst mag
2. Kijk goed om je heen voordat je verder gaat
3. Kijk, hier mag je voor en achteruit.
4. kijk, hier is een weg waar je van beide kanten in mag rijden.

1. Pas op, kuilen in de weg.
2. Pas op, hier niet scheppen.
3. Pas op, er wordt aan de weg gewerkt.
4. Pas op, voor een heuvel.

1. Kijk hier is het einde van de bebouwde kom
2. Kijk hier is de bebouwde kom
3. Zo schrijf je Helmond
4. Je rijdt Helmond uit

1. Pas op, een gevaarlijk kruispunt. Je moet hier extra goed uitkijken.
2. Pas op, de weg houdt hier op.
3. Pas op, ga niet op het kruis staan.
4. Pas op voor lijnen.

1. Geen idee
2. Let op, je komt bij een kruispunt
3. Let op, rechts heeft voorrang
4. Let op, doorgaande weg met twee wegen van rechts

1. Pas op, hier is een fietsenstalling
2. Pas op, oplaadpunt voor elektrische auto's
3. Pas op, de weg wordt smaller.
4. Pas op, je rijdt een tunnel in.

1. Volg hier de aangegeven richting
2. Pas op, hier moet je linksaf
3. Pas op, kijk naar links.
4. Ga naar rechts.

Pas op,......

1. Let op, verkeer van rechts heeft voorrang
2. Let op, voorrangsweg met een bocht naar links