Quiz 2.1

Programma
- Quiz paragraaf 2.1 LessonUp
- Theorie 2.1
- Leren topografie Oost-Europa
- Leren hoofdstuk 1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma
- Quiz paragraaf 2.1 LessonUp
- Theorie 2.1
- Leren topografie Oost-Europa
- Leren hoofdstuk 1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een constitutie?
A
Grondwet
B
Absoluut vorst
C
Een wetsvoorstel
D
Verkeersovertreding

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noemen we de problemen van de arbeiders eind 19de eeuw?
A
Liberale kwestie
B
Corona
C
Sociale kwestie
D
Asociale kwestie

Slide 4 - Quizvraag

Welk begrip past bij de afbeelding
A
Industrialisatie
B
fabriek
C
huisnijverheid
D
massaproduktie

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
A
huisnijverheid, stoommachine, industrie, watermolens.
B
watermolens, huisnijverheid, industrie, stoommachine
C
watermolens, huisnijverheid, stoommachine, industrie
D
huisnijverheid, watermolens, stoommachine, industrie

Slide 6 - Quizvraag

Wat past bij industrialisatie?
arbeiders
Steenkool als 
brandstof
Engeland
hout als brandstof

Slide 7 - Sleepvraag

Waar bestond Nederland uit vóór de industrialisatie?
A
Akkerbouw en veeteelt
B
Huisnijverheid en industrie
C
Industrie en veeteelt
D
Huisnijverheid en landbouw

Slide 8 - Quizvraag

Voor industrialisatie
Na industrialisatie
Sleep  de kenmerken naar het juiste vak.
Sociale Kwestie
Huisnijverheid
stoommachines
Landbouwsamenleving
Steden ontstaan

Slide 9 - Sleepvraag

Oorzaak
Tussenstap
Gevolg
Industriële Revolutie
Urbanisatie
Sociale kwestie

Slide 10 - Sleepvraag

Vakbonden zijn..
A
Groepen die graag willen protesteren
B
Groepen die zich verzamelen voor betere omstandigheden
C
Vrouwen en kinderen die moeten werken
D
Politieke partijen die bezig zijn met mensen

Slide 11 - Quizvraag

vakbond

De vakbond komt op voor de belangen van werkgevers.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag


De regering bestaat uit ..
A
Coalitiepartijen
B
Oppositiepartijen

Slide 13 - Quizvraag

Hoe noemen we de Eerste en Tweede Kamer samen?
A
Volksvertegenwoordiging
B
Regering
C
Kabinet
D
Parlement

Slide 14 - Quizvraag

De regering
Het parlement
Rechters

Slide 15 - Sleepvraag

De tweede kamer.
Door wie worden de mensen in de tweede kamer gekozen?
A
Kinderen
B
Alle mensen boven de 18 jaar
C
De koning
D
Leerkrachten

Slide 16 - Quizvraag

In 1848 kreeg Nederland een liberale grondwet. Wie ontwierp deze grondwet?
A
Willem I
B
Thorbecke
C
Van Houten
D
Willem II

Slide 17 - Quizvraag

Koning Willem II was in het jaar 1848 bang. Hij gaf de liberaal Thorbecke de opdracht een nieuwe grondwet te schrijven
Voor welke gebeurtenis was Koning Willem II bang?
A
Oorlog met België
B
Oorlog met Duitsland
C
dreiging van ministers
D
revolutiedreiging

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de sociale kwestie?
A
De armoede onder boeren in de 19e eeuw.
B
De wet kinderarbeid te verbieden.
C
De slechte levensomstandigheden van de arbeiders en het besef dat hier een oplossing voor moest komen
D
Wetten waarmee het leven van rijke mensen in de 19e eeuw beter zou moeten worden.

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
100
B
120
C
130
D
150

Slide 20 - Quizvraag

Wie was er in Nederland staatshoofd rond 1815?
A
Minister
B
Koning
C
Staten-Generaal
D
Wim

Slide 21 - Quizvraag

Welke twee groepen bestonden er in de politiek?
A
Koning en ministers
B
Liberalen en conservatieven
C
Liberalen en docenten
D
Katholieken en Protestanten

Slide 22 - Quizvraag

Mensen die veranderingen wilden in de politiek
Mensen die wilden dat de politiek zo bleef als die was
Liberalen
Conservatieven

Slide 23 - Sleepvraag