Les2. Ben ik nu een mannetje of een vrouwtje?

Les2. De geslachtsorganen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les2. De geslachtsorganen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik kan de mannelijke geslachtskenmerken benoemen
  2. ik kan de vrouwelijke geslachtskenmerken benoemen
  3. Ik kan het verschil vertellen tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken
  4. ik kan uitleggen hoe de secundaire geslachtskenmerken ontstaan.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn primaire geslachtskenmerken?

Slide 3 - Open vraag

Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Mannelijke geslachtsorganen

Slide 6 - Tekstslide

Naam
Functie
teelbal / zaadbal (testis)
productie zaadcellen
bijbal
opslag zaadcellen
zaadleider
vervoert zaadcellen
prostaat
produceert vocht met voedingsstoffen voor de zaadcellen
zaadblaasje
produceert basisch vocht dat de zaadcellen activeert
penis
brengt sperma in vagina
urinebuis
vervoert urine en sperma
eikel
vangt seksuele prikkels op
zwellichaam
brengt de penis in erectie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Naam
Functie
kleine schaamlip (binnenste schaamlip)
bevat klieren die slijm produceren om de ingang glad te maken
clitoris
vangt seksuele prikkels op
vagina
afvoeren menstruatie en hierlangs wordt kind geboren
baarmoeder
hierin komt sperma terecht en ontwikkeling embryo
eierstok
produceert eicellen
eileider
vervoert eicellen
urinebuis
vervoert urine (kortere buis dan bij mannen)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

-
Vrouwelijke geslachtsorganen

Slide 11 - Tekstslide

Welke kenmerken zijn primaire geslachtskenmerken bij de man?
A
Penis
B
Borsthaar
C
Schaamhaar
D
Baard in de keel

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de naam van
onderdeel 3?
A
3 = testis
B
3 = prostaat
C
3 = zaadblaasje
D
3 = scrotum

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de naam van
onderdeel 12?
A
12 = balzak
B
12 = prostaat
C
12 = zaadblaasje
D
12 = teelbal

Slide 14 - Quizvraag

Welke kenmerken zijn primaire geslachtskenmerken bij de vrouw?
A
Lang haar
B
Borsten
C
Schaamlippen
D
Brede heupen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de naam van
onderdeel 8 ?
A
8 = baarmoeder
B
8 = baarmoedermond
C
8 = endeldarm
D
8 = teelbal

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de naam van
onderdeel 3 ?
A
3 = vagina
B
3 = endeldarm
C
3 = baarmoeder
D
3 = baarmoedermond

Slide 17 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij de menstruatie?
A
Alleen de onbevruchte eicel wordt verwijderd.
B
Het baarmoederslijmvlies wordt in gereedheid gemaakt voor een mogelijke innesteling.
C
De onbevruchte eicel en een deel van het baarmoederslijmvlies worden verwijderd.
D
Alleen een deel van het baarmoederslijmvlies wordt afgestoten.

Slide 18 - Quizvraag

In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw vindt de bevruchting van een eicel plaats?
A
Vagina
B
Baarmoeder
C
Eierstok
D
Eileider

Slide 19 - Quizvraag

1 - Schaamlippen zijn secundaire geslachtskenmerken
2- Vrouwen hebben een grotere kans op blaasontsteking door de kortere urinebuis

Welke bewering is juist?
A
1 en 2 zijn beide juist
B
1 = juist 2 = onjuist
C
1 = onjuist 2 = juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 20 - Quizvraag