CKV fotografie Jasmijn

Fotografie
Feit en Fictie
CKV november 2022
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
CkvMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Fotografie
Feit en Fictie
CKV november 2022

Slide 1 - Tekstslide

Expositie: Non-fiction
- Wat vonden jullie er van?
- Meest opvallende/indrukwekkende/bijgebleven foto?
- Minst opvallende/indrukwekkende/bijgebleven foto?

Slide 2 - Tekstslide

Heeft iemand een foto gemaakt?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de kunstdiscipline 'fotografie' onderzoeken en bespreken aan de hand van de de dimensie 'Feit & Fictie'.

Je weet wat de kenmerken zijn van geënsceneerde fotografie en geregistreerde fotografie en kunt dit toepassen in je eigen werk.


Slide 7 - Tekstslide

Feit & Fictie
Dagelijks worden we overspoeld met beelden, reclames en andere media die gemanipuleerd of geïdealiseerd zijn. 
We denken er niet eens meer over na. Bijna alles om ons heen is mooier gemaakt om ons te laten denken dat we producten moeten kopen, ons op een bepaalde manier moeten gedragen of om ons er bewust van te maken dat we niet voldoen aan de norm. 

Slide 8 - Tekstslide

Op wat voor manier doen we hier
(wellicht onbewust) zelf aan mee?

Slide 9 - Woordweb

Registreren 
In de ontwikkeling van de fototechniek ontstonden twee verschillende stromingen. In de eerste plaats is er de documentaire of reportagefotografie. Hierbij ligt de nadruk op het registreren van de werkelijkheid. Ook journalistieke fotografen registreren. Ze maken portretten terwijl mensen zich niet bewust zijn van het feit dat ze gefotografeerd worden. 
Beethovenstraat, door Ed van der Elsken, Amsterdam 1967

Slide 10 - Tekstslide

Ensceneren 
En in de tweede plaats de geënsceneerde fotografie: de fotograaf legt een beeld vast, dat met zorg is gepland en voorbereid. Aan de hand van technische mogelijkheden beheersen zij het proces maximaal en sluiten ze het toeval zoveel mogelijk uit. Er ontstaat zo een nieuwe werkelijkheid met zorgvuldig gekozen objecten, figuren en achtergronden. De beelden zijn vaak bewerkt met digitale technieken.
Royal Blood, Diana, door Erwin Olaf, 2000

Slide 11 - Tekstslide

Camerastandpunt
Het camerastandpunt is de plaats waar de camera staat én de hoek ervan ten aanzien van het onderwerp. 
We gebruiken de volgende 3 standpunten:

  • Kikkerperspectief, de fotograaf heeft een laag standpunt
  • Vogelvluchtperspectief, de fotograaf heeft een hoog standpunt
  • Ooghoogte, de fotograaf staat op ooghoogte

Slide 12 - Tekstslide

Kikkerperspectief
Vogelvluchtperspectief
Ooghoogte

Slide 13 - Sleepvraag

Kader
Foto's zijn begrensd door het kader. De kaderrand snijdt boven, onder, links en rechts een deel weg en benadrukt een onderdeel van wat hij ziet. Een kader geeft een foto een bepaald effect. 

  • Long shot: een ruime opname, mensen volledig zichtbaar en beeldvullend
  • Medium shot: van het hoofd tot het middel.
  • Medium close-up: van het hoofd tot aan de schouders of de borstkas
  • Close-up: enkel een deel van de persoon is zichtbaar
  • Big close-up: een detail

Slide 14 - Tekstslide

Long shot
Medium shot
Medium close-up
Close-up
Big close-up

Slide 15 - Sleepvraag

Opdracht!
Maak twee foto's van een klasgenoot: Een geënsceneerde en een geregistreerde. 
  • Kies een mooie plaats om de foto te maken. 
  • Maak beide foto's op dezelfde plaats.
  • Kijk goed naar hoe je het licht gebruikt in je foto.
  • Kies een kader.
  • Kies een standpunt.


Slide 16 - Tekstslide

Upload hier de geënsceneerde foto en leg uit:
1. welk kader er is gebruikt?
2. welk standpunt er is gebruikt?
3. waarom is de foto geënsceneerd?

Slide 17 - Open vraag

Upload hier de geregistreerde foto en leg uit:
1. welk kader er is gebruikt?
2. welk standpunt er is gebruikt?
3. waarom is de foto geregistreerd?

Slide 18 - Open vraag