2.1 en 2.4 klimaten/plantengroei en Duurzame ontwikkeling

Weer en klimaat
  • Klimaat: gemiddelde weer over 30 jaar gemeten en over een groot gebied.
  • Weer kan elke dag anders zijn en het gaat om een klein gebied. In Amsterdam kan het regenen en in Enschede is het droog
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Weer en klimaat
  • Klimaat: gemiddelde weer over 30 jaar gemeten en over een groot gebied.
  • Weer kan elke dag anders zijn en het gaat om een klein gebied. In Amsterdam kan het regenen en in Enschede is het droog

Slide 1 - Tekstslide

Weer
  1. Temperatuur
  2. Neerslag
  3. Wind

Slide 2 - Tekstslide

Waarom zijn er verschillende klimaten?
  1. Verschil in breedteligging (hoe verder van de evenaar, hoe kouder).
  2. Ligging dichtbij of ver van zee vandaan.
  3. Verschil in hoogteligging (hoe hoger op de berg hoe kouder het is, daarom heb je ook sneeuw bovenop hoge bergen).

Slide 3 - Tekstslide

Klimaatgebieden
  1. Tropisch klimaat
  2. Droog klimaat
  3. Zeeklimaat
  4. Landklimaat
  5. Koud klimaat

Slide 4 - Tekstslide

A. Waar is het kouder? In Noorwegen of in Italië?
B. Hoe komt dat?

Slide 5 - Open vraag

Wat is hoogteligging?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is neerslag?
A
Wind, regen en sneeuw
B
Wind, storm en hagel
C
Wind, neerslag en temperatuur
D
Wind neerslag en mist

Slide 7 - Quizvraag

Schrijf de vijf klimaatgebieden op

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

In welk klimaat valt de meeste regen?
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Tropisch klimaat
D
Koud klimaat

Slide 10 - Quizvraag

Plantenzones
  • Dicht bij de evenaar: Tropisch regenwoud.
  • Grasvlakte zonder bomen: Steppe
  • Geen, of weinig begroeiing: woestijn
  • Bos met bomen die blad verliezen: loofbos
  • Dennenbomen en sparrenbomen: naaldbos
  • Mos, struiken gras in koud klimaat: toendra

Slide 11 - Tekstslide

Noordpool en Zuidpool
  • Noordpool zeeijs (Noordpool kan smelten)
  • Zuidpool landijs

Slide 12 - Tekstslide

Waardoor kan er klimaatverandering ontstaan?

Slide 13 - Open vraag

2.4 Duurzame ontwikkeling
  • FSC hout, daarmee bescherm je de tropische bossen.
  • Bij FSC hout, wordt hout gebruikt, waarvoor nieuwe bomen geplant worden die snel weer groot zijn.
  • Tropisch hardhout kappen zorgt voor ontbossing
  • Amazonegebied, grootste regenwoud bedreigd

Slide 14 - Tekstslide

Milieuproblemen
1. Vervuiling
2. Aantasting
3. Uitputting

Slide 15 - Tekstslide

Ontbossing
  • Bomen werden altijd al gekapt. Lange tijd was dat geen probleem. De bomen kwamen wel weer terug.
  • Door de bevolkingsgroei wordt er zoveel gekapt, dat het bos zich niet kan herstellen. Er is sprake van ontbossing.
  • Planten zorgen voor verdamping. Minder bomen betekent minder regen (verdroging).
  • Bomen en struiken zorgen ervoor dat de grond/bodem niet wegspoelt
.

Slide 16 - Tekstslide

Ontbossing Java (Indonesië)
Drie oorzaken ontbossing:
  1. Door bevolkingsgroei ruimte nodig voor landbouw en woningen.
  2. Door armoede gebruiken mensen hout als bouwmateriaal en brandstof.
  3. Tropische landen verdienen geld aan export van hardhout.

Slide 17 - Tekstslide

Bevolkingsgroei
Aantal geboorten per 1000 inwoners is het geboortecijfer.
Aantal sterfgevallen per 1000 inwoners is het sterftecijfer.
Als het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer, dan is er een geboorteoverschot.
Geboortecijfer-sterftecijfer= Geboorteoverschot

Slide 18 - Tekstslide

Bevolkingsgroei in arme landen
  • Bevolking arme landen groeit snel. Dit komt door hoog geboortecijfer en een lager sterftecijfer. Er worden meer mensen geboren dan er sterven.
  • Sterftecijfer gedaald door beter voedsel en betere gezondheidszorg.

Slide 19 - Tekstslide

Bevolkingsgroei in arme landen
  • Geboortecijfer blijft hoog. Kinderen kunnen bijverdienen voor het gezin.
  • Kinderen moeten voor ouderen zorgen als ze oud zijn en niet meer kunnen werken.

Slide 20 - Tekstslide

Duurzame ontwikkeling
Als we zuinig op onze aarde zijn en de aarde zo gebruiken, dat onze achterkleinkinderen ook nog goed op deze aarde kunnen wonen en werken, dan spreken we van duurzame ontwikkeling.
  1. Niet teveel oerwoud kappen. Herplanten
  2. Zorgen voor weinig of geen vervuiling.
  3. Uitputting voorkomen (duurzame energie en recycling)

Slide 21 - Tekstslide

Er worden 20 kinderen geboren (per 1000). Het sterftecijfer is 13 (per 1000). Wat is het geboorteoverschot? Schrijf de berekening ook op.

Slide 22 - Open vraag

Noem de drie soorten vervuiling

Slide 23 - Woordweb