Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
future
RECAP
4 Future:
- Will,
-to be going to,
- present simple,
- present continuous
,
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
RECAP
4 Future:
- Will,
-to be going to,
- present simple,
- present continuous
,
Slide 1 - Tekstslide
Future: present simple
tijden volgens een vast schema:
dienstregeling
rooster
reisschema
Slide 2 - Tekstslide
Future Simple
Vorm
Gebruik
Example:
werkwoord
werkwoord+ (s)
Vaststaande gebeurtenissen in de toekomst die onderdeel zijn van een
dienstregeling, rooster,
of ander
schema.
The train
arrives
at six o'clock.
Does
the supermarket
close
at 6 o'clock?
Our next class
starts
in twelve minutes.
Future: Present Simple
Slide 3 - Tekstslide
Future = to be going to + verb
voorspellingen waar je bewijs
voor hebt.
Je bent van plan om iets te
gaan doen ( intentie, staat niet vast)
1
2
Slide 4 - Tekstslide
Future Simple
Vorm
Gebruik
Example:
To be + (not) going to + hele werkwoord
Intentie om iets (niet) te plannen.
Ronan
is going to visit
his grandparents next week.
To be (not) + Onderwerp + going to + hele werkwoord?
Voorspelling
met
bewijs
Look at those dark clouds. It
is going to rain.
Future: to be going to
In het Nederlands gebruiken wij vaak 'gaan'
Slide 5 - Tekstslide
Future = Will + verb
* gebruik je voor voorspellingen zonder BEWIJS)
* voor beloftes
* als je aanbiedt om iets te doen ( spontaan)
Slide 6 - Tekstslide
Future = Will + verb
* gebruik je voor voorspellingen zonder BEWIJS)
* voor beloftes
* als je aanbiedt om iets te doen ( spontaan)
Slide 7 - Tekstslide
Future = present continuous
* vaste afspraken in nabije toekomst.
* plaats en tijd STAAN al vast.
Slide 8 - Tekstslide
Future Simple
Vorm
Gebruik
Example:
to be (not) + infinitief + ing
Afspraken in de nabije toekomst waarvan
tijd en/of plaats
al vaststaat.
I
am visiting
the dentist after school.
He
isn't running
a marathon this weekend.
I am
celebrating
my birthday tomorrow.
Future: Present Continuous
Slide 9 - Tekstslide
Future tense: Will
Wanneer gebruiken?
A
Gebruik bij tijden (klok)
B
Gebruik bij afspraken met vaste tijd/plaats
C
Gebruik bij plannen of voorspelling met bewijs
D
Gebruik bij beloftes of voorspelling zonder bewijs
Slide 10 - Quizvraag
Future: bij een voorspelling zonder bewijs, gebruik je...
A
present simple
B
will+hele ww
C
is/am/are going to + hele ww
D
present continuous
Slide 11 - Quizvraag
How do you feel about it? Please let me know! I’m sure we ______________________ (have) a nice day out!
A
will have
B
are going to have
C
shall have
Slide 12 - Quizvraag
I’m worried the children _____________________ (get) restless if we drive through the night.
A
will get
B
shall get
C
are going to get
D
are getting
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
The bus ___________________ (arrive) at 7am.
A
will arrive
B
is going to arrive
C
shall arrive
D
arrives
Slide 15 - Quizvraag
Past Simple vs. Present Perfect
______ (you + see) Janet recently?
A
Did you see
B
Did you saw
C
Have you seen
D
Have you saw
Slide 16 - Quizvraag
Maak de zin ontkennend:
Jessica walked to the station,
A
Jessica didn't walk to the station.
B
Jessica not walked to the station.
C
Jessica hasn't walked to the station
D
Jessica didn't walked to the station.
Slide 17 - Quizvraag
Past simple vs Present perfect
I _________ to school yesterday.
A
have gone
B
went
C
goed
D
am going
Slide 18 - Quizvraag
Past simple vs Present perfect?
He ... (come / just) home.
A
have just come
B
has just come
C
just came
D
comed
Slide 19 - Quizvraag
Past simple vs Present Perfect?
They _________(not/see) each other yesterday.
A
didn't saw
B
haven't seen
C
doesn't see
D
didn't see
Slide 20 - Quizvraag
Past simple vs Present Perfect
When _____(Columbus discover) the New World?
Slide 21 - Open vraag
Past simple vs present perfect
He (live) here since 1990.
Slide 22 - Open vraag
Past simple vs present perfect
She (to buy) an umbrella yesterday.
Slide 23 - Open vraag
Past Simple vs Present Perfect:
I __________ (never/to be) to Vienna.
Slide 24 - Open vraag
Past simple vs Present perfect
Oh no! I ... (loose) my wallet.
Slide 25 - Open vraag
Past simple vs Present perfect
I ... (read) six books this week.
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Tekstslide
Wildlife
Slide 28 - Woordweb
Lots of wild animals but few people live in ...
A
preservation
B
tracks
C
the bush
D
habitat
Slide 29 - Quizvraag
A _________ is a cold-blooded animal that doesn't have fur.
A
reptile
B
lion
C
buffalo
D
tortoise
Slide 30 - Quizvraag
A ________ hunts illegally and without a permit
Slide 31 - Open vraag
An__________is huge , grey animal with tusks
Slide 32 - Open vraag
When a species disappears, its called_____________( uitsterven)
Slide 33 - Open vraag
Synonym for big, enormous.
Slide 34 - Open vraag
A chameleon can _________ into its background.
A
blend
B
camouflage
C
disappear
D
appear
Slide 35 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Recap Present Perfect vs Past Simple
June 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
June 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Past Simple vs. Present Perfect
June 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
week 6 present perfect continuous, past perfect continuous
August 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
June 2022
- Les met
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
week 4.1-1 futures
August 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Oefentoets 'tenses'
October 2022
- Les met
48 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Lesson
May 2024
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2