VT BBL week 5



Aandoeningen bewegingsstelsel
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les



Aandoeningen bewegingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke onderdelen bestaat ons bewegingsstelsel?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Botten

  • Ongeveer 206 botten

  • Een baby +/- 300 botten

  • Allerlei verschillende soorten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewrichten
  • Beweegbare verbinding tussen twee of meer botdelen waardoor beweging mogelijk is.

  • Verschillende soorten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten gewrichten
Van links naar rechts;

  • Kogelgewricht
  • Scharniergewricht
  • Rolgewricht

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spieren
Zonder spieren kunnen  botten en gewrichten niet bewegen.

  • Dwarsgestreepte spieren Willekeurig
  • Gladspierweefsel
    Onwillekeurig
  • Hartspierweefsel
    Dwarsgestreept, wél willekeurig

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandoeningen bewegingsstelsel, o.a.
  • Reuma (bijv. reumatoïde artritis (RA))
  • Artrose
  • Ziekte van Bechterew
  • Jicht
  • Fracturen
  • Osteoporose
  • Amputaties

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgvragers met aandoeningen aan de gewrichten

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feiten over Reuma
Reuma omvat meer dan 100 chronische aandoeningen aan 
gewrichten, pezen en botten.

Ruim 2,3 miljoen Nederlanders hebben reuma.

Iedereen kan reuma krijgen, op elke leeftijd. Ruim de helft van de mensen met reuma is jonger dan 65 jaar.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wat weet je van reumatoïde artritis?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Reumatoïde artritis (RA)
Meest voorkomende reumatische ziekte.  
Prevalentie: 0.5 - 1% in NL, meer vrouwen dan mannen (tot 45 jr)
De 1e symptomen treden meestal op rond middelbare leeftijd.
Het is een auto-immuunziekte.
Kenmerkend zijn ontstekingen van deze gewrichten; voet- en handgewrichten, pols, elleboog, schouder, enkel, knie en heup

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reumatoïde artritis
EEN AANTAL SYMPTOMEN
  • Actieve en inactieve perioden
  • Pijnlijke, warme, gezwollen gewrichten
  • Ochtendstijfheid
  • Vermoeidheid
  • Gewrichtsschade 
  • Noduli ( subcutane zwelling)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artrose
(artrosis deformans)
Reumatische aandoening waarbij het kraakbeen in kwaliteit achteruit gaat door gewrichtsslijtage.

OORZAKEN?

Slide 13 - Tekstslide

Erfelijke aanleg
Vroeger opgelopen sportblessure
Overgewicht
Langdurige zware belasting
Zwaar lichamelijk werk
Te veel en te intensief sporten
RA
artrose= normaal proces bij ouder worden
Risicofactoren:
  • overgewicht
  • trauma
  • overbelasting gedurende lange periode
  • reumatoide artritis en jicht

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jicht
  • Reumatische aandoening
  • Ontstaat doordat er te veel urinezuur in het bloed zit.
  • Urinezuur vormt kristallen.
  • Deze kunnen neerslaan in gewrichten en andere weefsels.
  • Er kan dan een ontsteking ontstaan.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is urinezuur?
Ontstaat bij de afbraak van purine.

Maar wat is purine?

Dit komt via twee manieren in ons lichaam;
  • Als afbraakproduct van (lichaams) eiwitten
  • Via voeding (met name dierlijke producten)


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekte van Bechterew


de gewrichten van de wervels, het bekken en de heupen raken ontstoken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose






"botontkalking"


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jicht?
A
Gewrichtspijn die ontstaat door overbelasting van de voeten
B
Spierontstekingen die ontstaan door ouderdom
C
Gewrichtspijn aan de dikke teen die ontstaat door het dragen van te strak schoeisel
D
Ontsteking in een gewricht die wordt veroorzaakt door het onvermogen van het lichaam om urinezuren af te voeren

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Artrosis deformans 
Reumatoïde artritis 
Osteoporose
Jicht
Oorzaken
Artrosis deformans
Reumatoide artritis
Osteoporose
Jicht
Degeneratie van het gewrichtskraakbeen. 
Ouder worden
Overgewicht
Overbelasting 

Auto immuunziekte 
Botontkalking Bot verliest steeds meer botmineralen en kalk
Een overschot aan urinezuur
Dit kan komen door:
Te hoge productie van urinezuur van het lichaam zelf
Te hoge intake via dieet
Hoge leeftijd en DM

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fractuur - Botbreuken

  • Gesloten fractuur: huid is intact
  • Open fractuur/Gecompliceerde fractuur: Wond aanwezig en/of steekt uit de huid

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je een heup (collum) fractuur?
A
het been is naar binnen of naar buiten gedraaid
B
been van de gebroken heup is dikker
C
het been met de gebroken heup lijkt verkort
D
de heup kan maar op één plek gebroken zijn

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Amputatie
Passieve prothese: Cosmetisch
Actieve prothese: Kan de zorgvrager besturen, daardoor controle over de bewegingen

Fantoompijn: de pijn die men voelt in het afgezette deel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierdystrofie
Progressieve verzwakking van de skeletspieren

Bij al deze aandoeningen is er sprake van spierzwakte, gevolgd door afname van spiermassa

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duchenne spierdystrofie
Erfelijke spierziekte
Progressief verloop
Ongeneeslijk
Levensverwachting: 30/40 jaar

Komt bijna alleen voor 
bij jongens

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1: MS is een spierziekte.
Stelling 2: ALS is een spierziekte.
Stelling 3: Duchenne is een spierziekte
A
1 = juist, 2 = juist, 3 = onjuist
B
1 = juist, 2 = onjuist, 3 = onjuist
C
1 = onjuist, 2= juist, 3 = juist
D
1 = onjuist, 2 = onjuist, 3 = juist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies