Boek 1 Schritt 12/13

Herzlich Willkommen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Zahlen bis eine Milliarde
  • eerste Naamval

Lernziel: Am Ende der Stunde kannst du Zahlen bis eine Milliarde auf Deutsch anwenden und kennst du die Regeln vom Nominativ 

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdtelwoorden (S. 105)
Seite 105 



Slide 3 - Tekstslide

Hoofdtelwoorden 
Seite 105 Aufgabe 2 

Hör dir die zahlen an und sprich diese nach. 

Bearbeite danach selbstständig Aufgabe 2C 
In stille 

Slide 4 - Tekstslide

Hörverstehen
Seite 106 Aufgabe 4 (Wetterbericht) 

Hör dir den Bericht an und entscheide welcher Tag zu welchem Bericht passt. 

Arbeite selbstständig 

Slide 5 - Tekstslide

Hörverstehen 
Seite 108 Aufgabe 6 Grammatik 

Schrijf het juiste bedrag bij de juiste foto en plaats de foto's in de juiste volgorde. 

Slide 6 - Tekstslide

fünf [miljoen]

Slide 7 - Open vraag

fünf [miljard]

Slide 8 - Open vraag

Ich bin in Dubai [geweest].

Slide 9 - Open vraag

Wir haben einen guten Urlaub [gehad].

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Woorden die eindigen op een "-e" zijn meestal:
A
Die
B
Das
C
Der
D
Die (meervoud)

Slide 12 - Quizvraag

Als wij het lidwoord "het" gebruiken, vertaal je dat in het Duits meestal naar:
A
Die
B
Das
C
Der
D
Die (meervoud)

Slide 13 - Quizvraag

Mannelijke personen krijgen het lidwoord:
A
Die
B
Das
C
Der
D
Die (meervoud)

Slide 14 - Quizvraag

Vrouwelijke dieren krijgen het lidwoord:
A
Die
B
Das
C
Der
D
Die (meervoud)

Slide 15 - Quizvraag

... Mann
A
die
B
das
C
der

Slide 16 - Quizvraag

... Tante
A
die
B
das
C
der

Slide 17 - Quizvraag

... Schuhe
A
die
B
das
C
der

Slide 18 - Quizvraag

... Bruder
A
ein
B
eine

Slide 19 - Quizvraag

... Mutter
A
ein
B
eine

Slide 20 - Quizvraag

... Haus (het)
A
ein
B
eine

Slide 21 - Quizvraag

... Socken
A
ein
B
eine
C
mein
D
meine

Slide 22 - Quizvraag

Sleep de blauwe vakjes naar de rode
Wat hoort bij elkaar?
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
die
die
das
der

Slide 23 - Sleepvraag

.... Katze

Slide 24 - Open vraag

.... Buch

Slide 25 - Open vraag

.... Tier

Slide 26 - Open vraag

.... Cousin

Slide 27 - Open vraag

.... Spinne

Slide 28 - Open vraag

.... Lehrerinnen

Slide 29 - Open vraag

.... Pferd

Slide 30 - Open vraag

.... Spinne
.... Lehrer
.... Schaf
.... Schlaugen
die
das
die (meervoud)
der

Slide 31 - Sleepvraag

......... Käse
A
der
B
die
C
das

Slide 32 - Quizvraag

......... Sehenswürdigkeit
A
der
B
die
C
das

Slide 33 - Quizvraag

......... Blume
A
der
B
die
C
das

Slide 34 - Quizvraag

......... Dezember
A
der
B
die
C
das

Slide 35 - Quizvraag

......... Fall
A
der
B
die
C
das

Slide 36 - Quizvraag

......... Demonstration
A
der
B
die
C
das

Slide 37 - Quizvraag

......... Brötchen
A
der
B
die
C
das

Slide 38 - Quizvraag

......... Katze
A
der
B
die
C
das

Slide 39 - Quizvraag

Dus:
mannelijke woorden krijgen der als lidwoord.
vrouwelijke woorden krijgen die als lidwoord.
onzijdige woorden krijgen das als lidwoord.
woorden in het meervoud krijgen die als lidwoord. 


Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide