Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Criminaliteit Quiz
Repressieve maatregel
A
Criminaliteit voorkomen
B
Criminaliteit achteraf hard bestraffen.
1 / 26
volgende
Slide 1:
Quizvraag
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Repressieve maatregel
A
Criminaliteit voorkomen
B
Criminaliteit achteraf hard bestraffen.
Slide 1 - Quizvraag
Wat is repressie?
A
criminaliteit bestrijden
B
criminaliteit gedogen
C
criminaliteit voorkomen
Slide 2 - Quizvraag
Wildplassen valt onder:
A
overtredingen
B
misdrijven
C
veelvoorkomende criminaliteit
D
zware criminaliteit
Slide 3 - Quizvraag
Van welke soort criminaliteit is hier sprake ?
A
plaatsgebonden criminaliteit
B
tijdsgebonden criminaliteit
Slide 4 - Quizvraag
Georganiseerde criminaliteit
A
Fietsendiefstal
B
Mensenhandel
Slide 5 - Quizvraag
Het bezitten van een wapen is:
A
Plaatsgebonden criminaliteit
B
Tijdsgebonden criminaliteit
Slide 6 - Quizvraag
Bij welke soort criminaliteit kom je alleen in aanraking met de politie en niet met justitie?
A
veelvoorkomende criminaliteit
B
overtredingen
C
zware criminaliteit
D
misdrijven
Slide 7 - Quizvraag
Overspel was vroeger nog strafbaar, maar is in 1970 afgeschaft. Dit is een voorbeeld van?
A
Plaatsgebonden criminaliteit
B
Tijdsgebonden criminaliteit
Slide 8 - Quizvraag
Criminaliteit of niet?
Een scooter stelen
A
crimineel
B
niet crimineel
Slide 9 - Quizvraag
Criminaliteit of niet?
Fietsen zonder licht
A
crimineel
B
niet crimineel
Slide 10 - Quizvraag
De wet voor rijden onder invloed is veranderd. Het is nu een misdrijf
A
Plaatsgebonden criminaliteit
B
Tijdsgebonden criminaliteit
Slide 11 - Quizvraag
VVD legt de nadruk op een harde aanpak van criminaliteit, met zware straffen en het uitgangspunt dat criminaliteit nooit mag lonen.
A
Nature
B
Nurture
Slide 12 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van zware criminaliteit?
A
Moord
B
Gewapende overval
C
Inbraak
D
Fietsendiefstal
Slide 13 - Quizvraag
Na een overval op onze school durft Klaas niet meer naar school. Dit is een voorbeeld van:
A
Immateriële gevolgen van criminaliteit
B
Materiele gevolgen van criminaliteit
Slide 14 - Quizvraag
Anita is erg boos als ze er achter komt dat haar portemonnee gestolen is. Dit is een voorbeeld van:
A
Materiele gevolgen van criminaliteit
B
Immateriële gevolgen van criminaliteit
Slide 15 - Quizvraag
Anita moet een nieuwe portemonnee kopen omdat haar vorige is gestolen. Dit is een voorbeeld van:
A
Materiele gevolgen van criminaliteit
B
Immateriële gevolgen van criminaliteit
Slide 16 - Quizvraag
Criminaliteit of niet?
Met drank op achter het stuur
A
crimineel
B
niet crimineel
Slide 17 - Quizvraag
Criminaliteit of niet?
Een blikje cola stelen
A
crimineel
B
niet crimineel
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent preventie?
A
na een gebeurtenis pas ingrijpen
B
handelen volgens de wet
C
criminaliteit proberen te voorkomen
Slide 19 - Quizvraag
De kans dat je te maken krijgt met criminaliteit is groter in
A
een dorp
B
de stad
Slide 20 - Quizvraag
Wat is criminaliteit?
A
Asociaal gedrag.
B
Alle overtredingen die in de wet staan.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn.
Slide 21 - Quizvraag
Wat is GEEN voorbeeld van materiële gevolgen?
A
De kosten die je krijgt omdat je naar het ziekenhuis moet
B
De kosten voor bestrijding van criminaliteit
C
Gevoelens van angst en onveiligheid
D
Verdwijning van het besef dat regels nageleefd moeten worden.
Slide 22 - Quizvraag
Wie plegen met name de delicten die vallen onder veel voorkomende criminaliteit?
A
Jongeren tussen de 16 en 23 jaar
B
Jongeren tussen de 18 en 25 jaar
C
Personen met een migratieachtergrond
D
Mensen van 50+ (geeft een kick)
Slide 23 - Quizvraag
Hoe kun je criminaliteit het beste noemen?
A
Alles wat voor de wet strafbaar is
B
Alle misdrijven die voor de wet strafbaar zijn
C
asociaal gedrag
D
alle overtredingen die voor de wet strafbaar zijn
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een overeenkomt tussen een overtreding en een misdrijf ?
A
Bij beide gevallen krijg je een strafblad
B
Beide gevallen zijn strafbare feiten
C
Het is is beide net zo ernstig
D
Er is van beide sprake van criminaliteit
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de gelegenheidstheorie?
A
iemand besluit een delict te plegen omdat het eenvoudig gaat en de pakkans laag is
B
Iemand wordt steeds als dief uitgemaakt, en is nu werkelijk gaan stelen
C
de waardering die je krijgt van anderen.
D
criminaliteit gepleegd door mensen met een hoge maatschappelijke positie.
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Criminaliteit Quiz
June 2024
- Les met
27 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Quiz criminaliteit H1 en H2 BB
April 2021
- Les met
16 slides
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Opgepakt... en dan ?
November 2018
- Les met
12 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Hoofdstuk 7 - Wat doet de overheid?
October 2021
- Les met
39 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 7 - Wat doet de overheid?
October 2021
- Les met
39 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Criminaliteit
November 2018
- Les met
13 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Criminaliteit en Rechtsstaat: Wat is criminaliteit?
May 2016
- Les met
13 slides
door
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Maatschappijleer
6.1 Mensenrechten en criminaliteit
August 2020
- Les met
48 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 4
Seneca Burgerschap