Cap 4 - les 3

Capítulo 4
¡Vamos al instituto!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Capítulo 4
¡Vamos al instituto!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Cuál es la fecha de hoy?

Hoy es _____(dag)___________
el _____(datum)__________
de _____(maand)__________

Escribe la fecha en tu cuaderno => Schrijf de datum in je schrift

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan de clase
  • controlar deberes
  • ¡NO! => la negación
  • ¿Qué hora es? => ¡es hora de comer!

Objetivos de clase
1. we kunnen Spaanse zinnen ontkennend maken
2. we kunnen klok lezen

Slide 3 - Tekstslide

Les in twee delen 
La clase pasada

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. Grammática: 
Negación (Ontkenning)
Wat is een ontkenning?
No, nada, nadie, nunca
Plaats in de zin

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de zin ontkennend?
Me gusta ir al instituto
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de zin ontkennend?
no voy al instituto en bici
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de zin ontkennend?
La asignatura no es aburrida
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué es una negación?
De docent is nergens te bekennen.
Ze is niet in de klas vandaag. 
Maar er is geen uitval.
Dit gebeurt nooit.
Niemand had dit kunnen weten.


Slide 9 - Tekstslide

Ik heb op het bord wat voorbeelden van ontkenningen in het Nederlands geformuleerd. 

De ontkenning binnen de zin heb ik met rood aangegeven.
No tengo hermanos 
No vivo en Amsterdam

¡No!, no hablo español
Paula no come nada 
No hay nadie en casa

No voy nunca al cine

Geen 
Niet
Nee
Niets
Niemand
Nooit

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Plaats in de zin
Ali no come nada - Ali eet niets
¡Profe!,  no Marijn hace nada - Juf, Marijn doet niets!

No hay nadie en casa - Er is niemand thuis 
No habla nadie durante la clase - Niemand praat tijdens de les

No voy nunca al cine - Ik ga nooit naar de bioscoop
No miento nunca - Ik lieg nooit



Slide 11 - Tekstslide

Wat valt jullie op. 

Wat is het verschil tussen het Spaans en het Nederlands?

Dubbele ontkenning! (schrijft op bord)
2. Plaats in de zin
No tengo hambre
La profesora no explica nada 
No habla nadie durante la clase 
No voy nunca al cine 



LET OP de persoonsvorm!

Slide 12 - Tekstslide

Wat valt jullie op.

Waar staat no in de zin? voor de persoonsvorm

Waar staan nada, nadien en nunca in de zin? na de persoonsvorm
3. Plaats: Uitzondering
Marco nunca baila conmigo
Juan nunca duerme temprano
Pablo nunca hace sus deberes

Nadie tiene mi cuaderno
Nadie juega League of legends 
A nadie le gusta el 'lock-down'
 

Slide 13 - Tekstslide

We zien hier dat nunca en nadie gebruikt kunnen worden zonder no. Dan komen ze echter wel voor de persoonsvorm te staan.
Welke zin is ontkennend?
A
Me gusta ir a la escuela
B
El supermercado está cerca de mi casa
C
No tengo que hacer mis deberes
D
Cada día voy a la escuela a pie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En nuestra escuela no tenemos que llevar uniforme
No voy nunca en autobús
Siempre tengo un montón de deberes
No hay nadie en el comedor
Sí, es una negación
Sí, es una negación
No, no es una negación
Sí, es una negación

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke tijden kwamen in het filmpje voor?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bron F libro de texto
Hoe laat het is?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stipt, kwart over, half en kwart voor 

cuatro y media
cuatro (en punto)
cinco menos quince
cuatro y quince

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vraag je in het Spaans: Hoe laat is het?
timer
0:20

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué hora es?
Son las cuatro y media. 
Son las tres (en punto).
Son las seis y diez. 
Son las ocho menos veinticinco.

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je in het Spaans: Het is 1 uur.
A
Es la una.
B
Son la una.
C
Son las unas.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je in het Spaans: Het is 9 uur.
timer
0:40

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je in het Spaans: Het is half 7
timer
0:40

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bron F - El horario

Es la una 
Son las dos / tres / cuatro etc 
Son las ocho y cuarto
Son las ocho y media
Son las nueve menos cuarto

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


¿Qué hora es?
A
Son las diez menos diez
B
Son las diez y cuarto
C
Son las diez y diez
D
Son las diez y media

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


¿Qué hora es?
A
Son la una menos cinco
B
Es la una menos cinco
C
Son las doce
D
Es la una y cinco

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zeggen om hoe laat je iets doet
A las....
beber agua (11.00)
ir a casa (14.30)
escuchar música (17.00)





Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeggen om hoe laat je iets doet
beber - ir a casa - escuchar 
Bebo agua a las once.
A las once bebo agua.
Voy a casa A las dos y media.
A las dos y media voy a casa.
Escucho música a las cinco.
A las cinco escucho música.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies