3VWO paragraaf 4.4 Brandstof voor de toekomst

Par 4.2 Verbrandingsproducten
Demo 10: Verbranding van koolstof
Demo 11: Verbranding van zwavel
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Par 4.2 Verbrandingsproducten
Demo 10: Verbranding van koolstof
Demo 11: Verbranding van zwavel

Slide 1 - Tekstslide

Leg uit welk verbrandingsgas is ontstaan bij verbranding van koolstof.

Slide 2 - Open vraag

Leg uit welk verbrandingsgas is ontstaan bij verbranding van zwavel.

Slide 3 - Open vraag

Is joodoplossing een selectief reagens?
A
Nee, een joodoplossing ontkleurt met zwaveldioxide en kleurt blauwzwart met zetmeel.
B
Ja, een joodoplossing ontkleurt met zwaveldioxide en kleurt blauwzwart met zetmeel.
C
Nee, er is een kleine hoeveelheid zwaveldioxide of zetmeel nodig
D
Ja, er is een kleine hoeveelheid zwaveldioxide of zetmeel nodig

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de oorzaak van het versterkt broeikaseffect en hoe kan het worden voorkomen?

Slide 5 - Open vraag

Hoe ontstaat zure regen?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn voordelen van fossiele brandstoffen? Meerdere antwoorden kunnen goed zijn.
A
ze zijn vrij goedkoop te winnen
B
ze raken niet op
C
ze zijn makkelijk te vervoeren
D
de verbranding zorgt niet voor luchtverontreiniging

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen:
4.4 Je kan de energiesoorten beschrijven.
4.4 Je kan uitleggen wat biotechnologie is.
4.4 Je kan omschrijven wat bioalcohol, biogas en biodiesel is.
4.4 Je kan vertellen over aardgas, CNG en LNG als autobrandstof.
4.4 Je kan vertellen over waterstof als brandstof.

Slide 10 - Tekstslide

Welke energiesoort zit er in alle brandstoffen?
A
elektrische energie
B
bewegingsenergie
C
chemische energie
D
warmte

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Hoe groot is het energieverbruik in NL per jaar (in J)?
A
50 KJ
B
3200 PJ
C
15000 MJ
D
450 KJ

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

20% opbrengst

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Biogas
Biogas ontstaat door vergisting van mest, rioolslib of composteerbaar huisvuil in afwezigheid van zuurstof.
  • Biogas: 66 vol% methaan, 33 vol% koolstofdioxide
  • Groengas is gezuiverd biogas (minimaal 82 vol% methaan)

Nadeel:
  • explosiegevaar
  • giftigheid
  • bevat zwavel

Hoogwaardig meststof

Slide 21 - Tekstslide

Biodiesel
Biodiesel wordt geproduceerd uit oliehoudend afval of frituurvet (2e generatie).
  • Biodiesel heeft een lagere energiewaarde dan diesel.
  • Om biodiesel te maken moet plantaardige olie reageren met methanol. 

Slide 22 - Tekstslide

Aardgas
Aardgas bestaat uit:
  • Methaan (gehalte varieert tussen 70 en 94%)
  • Stikstof
  • Andere gassen

Bij een aantal tankstations kun je aardgas tanken in de vorm van CNG of LNG (allebei vloeibaar aardgas)
  • CNG (Compressed Natural Gas): vloeibaar door samenpersen van gas
  • LNG (Liquid Natural Gas): vloeibaar door afkoelen

CNG en LNG zijn veiliger en goedkoper dan LPG
  • Dichtheid LPG groter dan CNG en LNG  bij lekkage verspreiding over de grond


Slide 23 - Tekstslide

Waterstof
Waterstof is een schone brandstof. Bij verbranding van waterstof (H2) ontstaat alleen water.


Eigenschappen waterstof
  • Zeer brandbaar
  • Explosief
  • Altijd eerst zelf maken door elektrolyse van water (energie nodig dat opgewekt is door fossiele brandstoffen)

Tevens ontbreekt er nog een infrastructuur om op voldoende plaatsen waterstof te kunnen tanken


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide