4.1 Berlijn

4.1 Berlijn

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.1 Berlijn

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen van 4.1
  1.  Je weet hoe Berlijn is opgebouwd.
  2.  Je weet welke gevolgen de Muur had voor Berlijn.
  3.  Je weet hoe Berlijn weer één stad is geworden.
  4. Je kunt uitleggen wat gentrificatie is en wat de gevolgen hiervan zijn voor Berlijn
  5.  Je weet welke rol suburbanisatie en re-urbanisatie spelen in Berlijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Berlijnse muur
Wanneer gebouwd en wanneer gevallen?
1961 gebouwd
1989 gevallen
(28 jaar heeft de muur de stad in tweeën gesplitst)
Door wie gebouwd en waarom?
Door de Sovjet-Unie, die na WO2 de macht had in Oost-Duitsland, en dus ook in Oost-Berlijn. Mensen probeerden Oost-Duitsland te ontvluchten, ze werden onderdrukt door het communistische regiem. De Sovjet-Unie wilde dat stoppen, daarom bouwden ze een muur. 
Was deze muur alleen in Berlijn?
Ja, de muur alleen in Berlijn. Er liep wel een hek door heel Europa heen. Dit werd ook het IJzeren Gordijn genoemd. Het was een scheidingslijn tussen het communistische 'Oostblok' en het kapitalistische 'Westen'. 
Was er een verschil tussen west en oost?
Ja,
Oost = armer, meer strenge leefregels, verplicht werken, politie bespioneerde je, geweld

West = rijker, moderne nieuwe dingen uit de VS, zoals Coca Cola. 
Waarom viel de muur?
Het regiem van de Sovjet-Unie was wankel in die tijd. Er waren veel protesten in de gehele Sovjet-Unie. Een politicus zei in 1989 dat de muur wat hem betreft weg mocht. De mensen van Berlijn reageerden hier direct op en bestormden de muur. 

Slide 3 - Tekstslide

Maak mindmap op het bord
Europa, door de helft
communistisch
Alles is van de overheid en de overheid bepaald alles
kapitalistisch
Bedrijven zijn niet van de overheid

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloedssferen
Kapitalisme
Communisme

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europese ongelijkheid

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berlijn, ook door de helft

Slide 8 - Tekstslide

Maak mindmap op het bord
Berlijnse muur

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regionale ongelijkheid

Oost-Duitsland                               West-Duitsland                                    
- Communistisch                           - Kapitalistisch
- Arm                                                    - Rijk


Gevolg?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regionale ongelijkheid

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Muur
Door de muur lag het oude stadscentrum in Oost-Berlijn. 
-> Daarom bouw nieuw stadscentrum bij de Kurfürstendamm.  (roze gebied van figuur 3 in je leerboek)

• Sloop van veel gebouwen langs de Muur.
-> ‘niemandsland’ (paarse gebied van figuur 3 in je leerboek)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berlijn, niemandsland

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De stad Berlijn is veranderd
Voor de muur
Tijdens de muur
Na de muur 
- historische binnenstad
- groei door  arbeidsmigranten
- scheiding
- ongelijkheid
- twee stadscentra, eentje in Oost-Berlijn en eentje in West-Berlijn 

- weer 1 stad
- nieuwe inrichting gebied om de muur
- CBD gebouwd
- arme wijken verbeteren
- 1) suburbanisatie
- 2) re-urbanisatie door jongeren

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herenigd Berlijn
  • 9 november 1989: val van de Muur.  
  • Berlijn: weer één stad, Duitsland: weer één land. 
  • Er kwam een nieuw cbd in Berlijn.   (Paarse gebied in figuur 3)
  • Dit is een voorbeeld van Cityvorming. 
Verdringing van de woonfunctie in een gebied door kantoren en winkels.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Stadsmodel en Berlijn
Verschil: Het stadsmodel heeft 1 stadscentrum, Berlijn heeft er 2.
Waarom: Er was geen centrum in West-Berlijn door de muur, dus werd een nieuw centrum gebouwd.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de van van de muur:
- Oost-Berlijn / Oost-Duitsland liep leeg;                   
Suburbanisatie
- Later werd dit gebied opgeknapt;   
Stedelijke vernieuwing & Gentrificatie
- Gebied wordt nu weer aantrekkelijk gemaakt.     
Re-urbanisatie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urbanisatie (ruraal-urbane migratie) = Verhuizen van platteland naar stad
Suburbanisatie = verhuizen van de stad naar het (omringende) platteland)
Re-urbanisatie = terug verhuizen naar de stad na een periode van suburbanisatie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Werk, studie, familie, voorzieningen
Rust, ruimte, milieu, groen, kindvriendelijker, mogelijk door auto

Verhuizen tussen stad en platteland
Westerse landen: 19e eeuw urbanisatie, daarna suburbanisatie en re-urbanisatie
Niet-westerse landen: nu urbanisatie

Re-urbanisatie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In Berlijn zijn relatief weinig historische gebouwen, hoe komt dat?
A
Zijn gesloopt voor nieuwbouw
B
Zijn verwoest tijdens de oorlog
C
Berlijners houden niet van geschiedenis
D
Moesten plaats maken voor de Muur

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je veelal in het CBD?
A
Zwembaden
B
Kantoren
C
Sportscholen
D
Universiteiten

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het gevolg van re-urbanisatie voor de stad Berlijn?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip past het beste bij de foto?
A
Oude stadscentrum
B
Nieuwe woonwijk
C
Cityvorming
D
Gentrificatie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Suburbanisatie is
A
de trek naar de stad
B
verhuizen naar het platteland in de buurt van de stad
C
het verhuizen naar de periferie
D
verhuizen naar de grootste stad

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vestigingsoverschot betekent
A
dat er meer mensen komen wonen dan er weggaan
B
dat er meer mensen komen wonen dan er worden geboren
C
dat er meer bedrijven komen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?

😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Maak opdracht 3, 5, 6, 7, 8, 10 van paragraaf 4.1

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies