3.6 Evolutie

3.6 Evolutie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.6 Evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Herhalen 3.5
Uitleg 3.6
Opdrachten 3.6

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een intermediair fenotype?
A
Beide genen voor een erfelijke eigenschap zijn dominant en komen tot uiting.
B
Beide genen voor een erfelijke eigenschap zijn recessief en komen niet tot uiting.

Slide 3 - Quizvraag

Het fenotype is
A
alleen erfelijk
B
erfelijk en invloeden van de omgeving
C
alleen de invloeden van de omgeving
D
het DNA

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een gen?
A
een chromosoom
B
een stukje chromosoom waarop een eigenschap staat beschreven
C
DNA
D
een celkern

Slide 5 - Quizvraag

Homozygoot recessief
A
AA
B
ArAw
C
Aa
D
aa

Slide 6 - Quizvraag

Bruin haar (A) is dominant over blond haar (a).
Een vrouw met bruin haar krijgt een kind met een man met blond haar.
Het kindje krijgt blond haar.
Wat kan je zeggen over het genotype van de moeder?
A
Niets.
B
AA
C
aa
D
Aa

Slide 7 - Quizvraag

Twee heterozygote erwtenplanten worden gekruist. Ze krijgen 20 baby-erwtjes. Hoeveel zijn er ongeveer homozygoot recessief?

Slide 8 - Open vraag

Welke eigenschap is dominant?
A
Weet je niet
B
Ronde kin
C
Kin met gleuf

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het genotype van persoon 10?
A
Weet je niet
B
AA
C
Aa
D
aa

Slide 10 - Quizvraag

Kan een aardappel zich geslachtelijk voortplanten?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Kan een aardappel zich ONgeslachtelijk voortplanten?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Een plotselinge verandering van het genotype noemen we een ...

Slide 13 - Open vraag

3.6 Evolutie

Slide 14 - Tekstslide

3.6 Evolutie

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen 3.6
- Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren.

- Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt en hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten.  

Slide 16 - Tekstslide

Soorten en rassen
Soort: vruchtbare nakomelingen

Tijger en leeuw kunnen kinderen krijgen, maar kinderen zijn niet vruchtbaar, dus twee verschillende soorten.

Slide 17 - Tekstslide

Soorten en rassen
Rassen ; groep organismen binnen een soort die door bepaalde erfelijke eigenschappen verschilt van de rest van de soort. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Evolutie
Verandering van leven op aarde door:
-verandering in genotypen
-natuurlijke selectie
-ontstaan van nieuwe soorten

Slide 20 - Tekstslide

Verandering in genotypen
-Geslachtelijke voortplanting
-Mutatie

Slide 21 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
Er is variatie binnen een populatie.
Organismen die beter zijn aangepast aan het milieu overleven langer en krijgen meer nakomelingen.

Slide 22 - Tekstslide

Survival of the fittest?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Aan de slag:

3.6 Opdracht 4 t/m 7

Slide 26 - Tekstslide