Feedback toets hoofdstuk 1

• Gedragswetenschappen
• Secundair onderwijs

Feedback toets hoofdstuk 1

7VJHO - Gedragswetenschappen

Mevrouw van Loon

2025-2026

Hoe bereid je jezelf voor?

Leermiddelen

Wat krijg je van de leerkracht?

• Cursus (met verbetersleutel)
• (Extra) oefeningen
• LessonUp ter ondersteuning
• Lesdoelen  

Leermiddelen

Wat kan je zelf doen?

• Nota's nemen
• Vragen stellen
• Samenvatting/schema maken
• Extra oefeningen maken
• Flashcards maken
• ...

Legende

Volledigheid = jouw antwoord is niet volledig genoeg om (alle) punten te krijgen. 

Relevantie = jouw antwoord sluit niet (volledig) aan bij de vraag (lees: jouw antwoord is fout).

1. Welke uitspraak hoort niet bij sociale psychologie? (1p)

a) De sociale psychologie bestudeert de manier waarop mensen met elkaar omgaan en elkaar beïnvloeden.

b) Het gedrag van mensen komt tot stand dankzij de continue interactie tussen verschillende persoonskenmerken en de verschillende omgevingskenmerken.

c)Persoonskenmerken kunnen opgedeeld worden in karakter en temperament.

d)  Sociale psychologie is de wetenschap die de interactie tussen mens en (fysieke) omgeving onderzoekt.

1. Welke uitspraak hoort niet bij sociale psychologie? (1p)

a) De sociale psychologie bestudeert de manier waarop mensen met elkaar omgaan en elkaar beïnvloeden.

b) Het gedrag van mensen komt tot stand dankzij de continue interactie tussen verschillende persoonskenmerken en de verschillende omgevingskenmerken.

c)Persoonskenmerken kunnen opgedeeld worden in karakter en temperament.

d)  Sociale psychologie is de wetenschap die de interactie tussen mens en (fysieke) omgeving onderzoekt.

2. Je hand automatisch wegtrekken bij een heet voorwerp is... (1p)

a) Inwendig en aangeboren gedrag

b) Onbewust en aangeleerd gedrag

c) Onbewust en aangeboren gedrag

d) Bewust en uitwendig gedrag

2. Je hand automatisch wegtrekken bij een heet voorwerp is... (1p)

a) Inwendig en aangeboren gedrag

b) Onbewust en aangeleerd gedrag

c) Onbewust en aangeboren gedrag

d) Bewust en uitwendig gedrag

3. Vul de tekst over gedrag aan. Zorg ervoor dat de zin grammaticaal correct is. (2p)

Gedrag is het geheel van acties en reacties van een mens in relatie tot zijn omgeving. Je neemt met één of meerdere ..................... een bepaalde prikkel uit je omgeving waar. Je hersenen geven ..................... aan deze prikkel. De .....................  die jij vervolgens vertoont op deze prikkel, dat is gedrag. Gedrag dat mensen vertonen ten opzichte van elkaar is ..................... .

3. Vul de tekst over gedrag aan. Zorg ervoor dat de zin grammaticaal correct is. (2p)

Gedrag is het geheel van acties en reacties van een mens in relatie tot zijn omgeving. Je neemt met één of meerdere gevoelens/prikkels/... (zintuigen) een bepaalde prikkel uit je omgeving waar. Je hersenen geven .....................  aan deze prikkel. De .....................  die jij vervolgens vertoont op deze prikkel, dat is gedrag. Gedrag dat mensen vertonen ten opzichte van elkaar is ..................... .

3. Vul de tekst over gedrag aan. Zorg ervoor dat de zin grammaticaal correct is. (2p)

Gedrag is het geheel van acties en reacties van een mens in relatie tot zijn omgeving. Je neemt met één of meerdere zintuigen een bepaalde prikkel uit je omgeving waar. Je hersenen geven verwerking/een signaal/... (betekenis) aan deze prikkel. De ..................... (reactie) die jij vervolgens vertoont op deze prikkel, dat is gedrag. Gedrag dat mensen vertonen ten opzichte van elkaar is ..................... (sociaal gedrag).

3. Vul de tekst over gedrag aan. Zorg ervoor dat de zin grammaticaal correct is. (2p)

Gedrag is het geheel van acties en reacties van een mens in relatie tot zijn omgeving. Je neemt met één of meerdere zintuigen een bepaalde prikkel uit je omgeving waar. Je hersenen geven betekenis aan deze prikkel. De actie (reactie) die jij vervolgens vertoont op deze prikkel, dat is gedrag. Gedrag dat mensen vertonen ten opzichte van elkaar is ..................... .

3. Vul de tekst over gedrag aan. Zorg ervoor dat de zin grammaticaal correct is. (2p)

Gedrag is het geheel van acties en reacties van een mens in relatie tot zijn omgeving. Je neemt met één of meerdere zintuigen een bepaalde prikkel uit je omgeving waar. Je hersenen geven betekenis aan deze prikkel. De reactie  die jij vervolgens vertoont op deze prikkel, dat is gedrag. Gedrag dat mensen vertonen ten opzichte van elkaar is sociale psychologie/sociaal/gevoelens (sociaal gedrag) .

4. Sociaal en behulpzaam: Een persoon die door opvoeding en sociale interacties heeft geleerd om empathisch en zorgzaam te zijn.

Over welk deel van de persoonlijkheid gaat het hier? Motiveer je antwoord.

5. Winnie (16 jaar) was vroeger erg verlegen en stil in de klas. Maar sinds ze toneellessen volgt, heeft ze geleerd om zich zelfverzekerder uit te drukken en durft ze vlotter te praten met anderen.

Over welk aspect van Winnie's persoonlijkheid gaat het? Motiveer je antwoord.

6. Argumenteer waarom groepsdruk niet altijd negatief is. Gebruik een concreet voorbeeld.

Welke tip ga jij zeker onthouden na deze les?

Tips

• Maak de extra oefeningen
• Stel op tijd vragen
• Studeer vaktermen goed in (juiste schrijfwijze)
• Lees eerst goed alle vragen
• Antwoord in volzinnen
• Wees zo volledig mogelijk (maar blijf bij de essentie)
• Kijk naar het aantal punten per vraag  

Volgende les

Vervolg hoofdstuk 2

Neem jouw samenvatting/notities van de hybride dag mee!