Havo5.1uitw

1a De drones die nog niet verkocht zijn staan bij de voorraad, dit zijn de goederen die het bedrijf wel al heeft, maar die nog niet zijn verkocht. Bezittingen.
1b Op de balans staan een winkelpand en bedrijfsauto aan de debet kant omdat het pand en de bedrijfsauto eigendom (bezittingen) zijn van het bedrijf.
1c Er is zowel geld op de bank als in de kas omdat een bedrijf altijd contant geld nodig heeft als wisselgeld of om kleine uitgaven te doen. Geld op de bank wordt gebruikt voor betalingen aan bijvoorbeeld leveranciers.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

1a De drones die nog niet verkocht zijn staan bij de voorraad, dit zijn de goederen die het bedrijf wel al heeft, maar die nog niet zijn verkocht. Bezittingen.
1b Op de balans staan een winkelpand en bedrijfsauto aan de debet kant omdat het pand en de bedrijfsauto eigendom (bezittingen) zijn van het bedrijf.
1c Er is zowel geld op de bank als in de kas omdat een bedrijf altijd contant geld nodig heeft als wisselgeld of om kleine uitgaven te doen. Geld op de bank wordt gebruikt voor betalingen aan bijvoorbeeld leveranciers.

Slide 1 - Tekstslide

2a Aan de debetzijde van de balans staan alle bezittingen (activa) van de onderneming.
Aan de creditzijde van de balans zie je hoe de onderneming de bezittingen heeft gefinancierd, de schulden (passiva).
2b De balans is altijd in evenwicht: debetzijde staan de bezittingen, creditzijde het geld dat in de onderneming is gestoken (schulden). Deze twee bedragen moeten altijd aan elkaar gelijk zijn. Anders zijn er bezittingen waar niet voor betaald is of is er geld uitgegeven zonder dat er iets voor gekocht is.

Slide 2 - Tekstslide

3a Bij een inkoopprijs van € 330,- en op de balans een voorraad van € 9.570,- moeten er wel (9570/330) 29 drones op voorraad zijn.
3b Als de schuld wordt afgelost zal het bedrag van de lening lager worden of geheel verdwijnen.
3c Als de bedrijfsauto naar de sloop gebracht wordt zal de auto van de balans verdwijnen.

Slide 3 - Tekstslide

4a 25 suikerspinnen => vlottende activa     voorraad
4b leuk autootje => vaste activa     bedrijfsauto (inventaris)
4c kledinghangers => vaste activa     inventaris
4d klant die niet betaald heeft => vlottende activa     debiteuren

Slide 4 - Tekstslide

5 Debiteuren staan aan de debetzijde van de balans omdat debiteuren klanten zijn die nog schulden bij de onderneming hebben. De schulden van de ander zijn bezittingen van de onderneming.

Slide 5 - Tekstslide

6a De inkoopprijs van één Smart & Phone C is € 191.950 - (200 x € 155) - (175 x € 190) - (320 x 235) en die uitkomst moet je dan nog delen door 250. 
Je krijgt dan:
€ 191.950 – € 139.450 = € 52.500,-
De inkoopprijs van 1 SmartPhone C = € 52.500 ÷ 250 = € 210,-
6b De voorraad staat tegen de inkoopprijs op de balans: dit is de waarde van de voorraad. 
Dit heb jij ervoor betaald.

Slide 6 - Tekstslide

6c waarde van de voorraden:
Smart & Phone A: (200 – 85 =) 115 × € 155 = € 17.825
Smart & Phone B: 175 × € 190 = € 33.250
Smart & Phone C: €  0
Smart & Phone D: (320 – 63 =) 257 × € 235 = € 60.395
Smart & Phone D: 45 × € 332 = €  14.940
Totaal voorraad (alles bij elkaar opgeteld) € 126.410,-

Slide 7 - Tekstslide

7a Per kas wordt een broodje gekocht:
De Kas (liquide middelen) zal stijgen met € 1,25 
Het zal gaan om een snackbar, de voorraad (vlottende activa) zal afnemen, en er zal (hopelijk) winst op worden gemaakt.
7b Een jurk wordt verkocht, deels contant deels via de pin: 
De Kas (liquide middelen) zal stijgen met € 60,- 
De Bank (liquide middelen) zal stijgen met € 35,- 
Het zal gaan om een kledingzaak, de voorraad (vlottende activa) zal afnemen, en er zal (hopelijk) winst op worden gemaakt.

Slide 8 - Tekstslide

7c Op rekening wordt een bankstel gekocht:
De debiteuren (vlottende activa) zal stijgen met 
€ 1.500,-
Het gaat om een meubelfabrikant, de vooraad goederen (vlottende activa) zal afnemen, en er zal (hopelijk) winst op worden gemaakt.

Slide 9 - Tekstslide

De winst die gemaakt wordt bij de verkoop zorgt ervoor dat het Eigen vermogen stijgt!!

Slide 10 - Tekstslide

8 Op 1 januari is het totaal liquide middelen:
€ 950 + € 435 = € 1.385,-
Gedurende 1,5 maand gaat daar vanaf € 2.450 en komt erbij € 2.735.
Het nieuwe saldo is dan dus 1385-2450+2735 = € 1.670,-
Het banksaldo is € 700,-
Dus het kassaldo is 1.670-700 = € 970,-

Slide 11 - Tekstslide


Als je een balans gaat opstellen begin dan volgens 
deze vaste volgorde:
Balans debet
Vaste activa (op aflopende volgorde van bedrag)
Vlottende activa (op aflopende volgorde van bedrag)
Liquide activa (op aflopende volgorde van bedrag)
Balans credit
Eigen vermogen 
Vreemd vermogen lang (op aflopende volgorde van bedrag)
Vreemd vermogen kort (op aflopende volgorde van bedrag)

Slide 12 - Tekstslide

Het Eigen vermogen reken je uit door: 
  1. alle bezittingen op te tellen
  2. het totaal bedrag overnemen aan de creditkant
  3. het eigen vermogen uitrekenen
1.
2.
3.

Slide 13 - Tekstslide


Debet                   Balans op …/…/….                                 Credit

Pand                                           Eigen vermogen € 426.645,-
Machine           
Inventaris         
Voorraad          
Debiteuren      
Bank                  
Kas                      
Totaal                                           Totaal                    € 426.645,-

€ 123.000,- 
€ 20.000,-
€ 1.500,-
€ 254.000,-
€ 245,-
€ 25.600,-
€ 2.300,-
€ 426.645,-
9a

Slide 14 - Tekstslide

  • per bank artikelen verkocht  voor € 200.000,-  de inkoopprijs is  € 140.000,-.
  1. De bank neemt toe met € 200.000,-
  2. De voorraad neemt af met € 140.000,-
  3. Het eigen vermogen neemt toe met € 60.000,- (winst)
de rode tekst zijn de balansposten waar het om gaat

Slide 15 - Tekstslide

  • per bank artikelen gekocht  voor € 50.000,-  
  1. De bank neemt af met € 50.000,-
  2. De voorraad neemt toe met € 50.000,-
de rode tekst zijn de balansposten waar het om gaat

Slide 16 - Tekstslide

  • per bank een kassa gekocht  voor € 1.500,-  
  1. De bank neemt af met € 1.500,-
  2. De inventaris neemt toe met € 1.500,-
de rode tekst zijn de balansposten waar het om gaat

Slide 17 - Tekstslide


Debet                   Balans op …/…/….                                 Credit

Pand                                           Eigen vermogen€ 484.645,-
Machine           
Inventaris         
Voorraad          
Debiteuren      
Bank                  
Kas                      
Totaal                                           Totaal                   € 484.645,-

€ 123.000,- 
€ 20.000,-
€ 3.000,-
€ 164.000,-
€ 245,-
€ 174.100,-
€ 2.300,-
€ 484.645,-
9b

Slide 18 - Tekstslide

9c Het bedrijf heeft aan winst gemaakt: € 60.000,- Sportartikelen verkocht voor € 200.000,-
De inkoopwaarde van deze artikelen was € 140.000,-
Je ziet dit ook terug bij het eigen vermogen: 
€ 426.645 + € 60.000 = € 486.645,-

Slide 19 - Tekstslide

10a De gemeente wordt gevraagd om deel te nemen in het eigen vermogen, omdat voetbalclub Feyenoord dit nieuwe stadion niet zelf kan financieren.
10b De post "Grond"komt op de balans te staan onder de vaste activa. Het is langer dan één jaar in het bezit van de vereniging.
10c Eigen antwoord, bijvoorbeeld: 
de parkeergelegenheid, 
de aan- en afvoerwegen naar het stadion.

Slide 20 - Tekstslide