4V Cultuuruur Periode 2 terugblik Romeinse bouwkunst

Klassieke bouwkunst: wat weet je nog?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Klassieke bouwkunst: wat weet je nog?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de afbeeldingen naar de juiste bouwstijl
Dorisch
Ionisch
Korintisch

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog? Sleep de namen van de onderdelen op de juiste plaats.
Timpanon
Zuilen
Kapiteel 
Fries
Architraaf

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Griekse tempel: van alle kanten benaderbaar met trappen; ondiep voorportaal; laag podium en zuilen. Romeinse tempel: op een hoog podium met 1 trap; diep voorportaal; deels pilasters i.p.v. zuilen.
Rondboogbouw vs. architraafbouw: wat zijn de voordelen? 
               Tempel in Paestum                          Pont du Gard (Nîmes)

Slide 5 - Tekstslide

Met rondboogbouw kun je grotere ruimtes overspannen, omdat de krachten beter verdeeld worden.

Paestum ligt in Campanië aan de westkust van Italië, iets onder Napels.

Nîmes ligt iets ten noordwesten van Marseille. Aquaduct voltooid in 52 na Chr. Je kunt er ook nu nog overheen lopen.
Welke bouwmaterialen gebruikten de Romeinen?

Slide 6 - Open vraag

Bakstenen (datumstempel)
Natuursteen
Marmer
Cement
Beton (opus caementicum)
Afwerking 1

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afwerking 2

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de fresco's naar de juiste stijl.
1e stijl: incrustatiestijl
2e stijl: architectuurstijl
3e stijl: ornamentele stijl
4e stijl: fantasiestijl

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fases in Romeinse frescoes:
1. Incrustatiestijl

   200 - 90 v. Chr.

Slide 10 - Tekstslide

Bootst dure marmeren stenen na.

incrustare = bedekken met een harde laag
Fases in Romeinse frescoes:
2. Architectuurstijl    90 - 20/15 v. Chr.

Slide 11 - Tekstslide

Trompe l'oeil

Steeds meer een doorkijkje naar 'buiten', uiteindelijk alleen nog maar 'buiten'
Fases in Romeinse frescoes:
3. Ornamentele stijl

    20/15 v. Chr. - 45 n. Chr.

Slide 12 - Tekstslide

Kleurrijker, geen dieptewerking meer

Indeling in drieën, zowel horizontaal als verticaal. In het midden krijg je dan een groot vlak met een 'zelfstandig schilderij', vaak met een mythologische voorstelling.

Motieven van vogels en fantasiedieren, o.a. door de invloed van CLeopatra.
Fases in Romeinse frescoes:
4. Fantasiestijl 45 - 79 n. Chr.

Slide 13 - Tekstslide

Combinatie van de architectuurstijl en ornamentele stijl. 'fantastische irrealiteit'
Veel vierkante vlakken; architectuurelementen komen terug met doorkijkjes in de bovenste delen.

Slide 14 - Tekstslide

insula
hoe hoger, hoe goedkoper de huur => brandgevaar
Domus zonder en domus mét peristylium

Slide 15 - Tekstslide

fauces = gangetje
alae = niet afsluitbare zijkamertjes, voor weven etc.
triclinium: 'drie bedden' (κλίνη)
tablinum: oorspr. master bedroom, later studeerkamer; hier stond ook de 'kluis': kist met slot erop, familiearchief
1 tabernae 
2 culina + latrina
atrium
4 cubiculum
5 tablinum
6 oecus       (woonkamer)
7 tricilinium
8 voorraadkamer
9 cubiculum servorum
10 peristylium + tuin
11 vestibulum/fauces

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Griekse of Romeinse theaters?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grieks theater (Syracuse)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies