Par. 4.4 Samenwerking en democratie

Leerdoelen opschrijven
1. Hoe begon de internationale samenwerking in Europa?
2. Hoe werd de samenwerking uitgebreid?
3. Welke soorten onderzoeksvragen zijn er?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen opschrijven
1. Hoe begon de internationale samenwerking in Europa?
2. Hoe werd de samenwerking uitgebreid?
3. Welke soorten onderzoeksvragen zijn er?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen opschrijven
3. Hoe werd de democratie in Europa versterkt?
4. Bij welk kenmerkend aspect past deze paragraaf?
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Studiewijzer
06/02: Par. 4.1 Einde van de wereldrijken
08/02: Par. 4.2 De Koude Oorlog
13/02:  Par. 4.2 De Koude Oorlog 
15/02:  Par. 4.2 De Koude Oorlog
Voorjaarsvakantie
26/02: Herhalingsles
29/02: SO par. 4.1 en 4.2
05/03: Par. 4.3 De VS vanaf de Tweede Wereldoorlog
07/03: Par. 4.3 De VS vanaf de Tweede Wereldoorlog
12/03: Par. 4.4 Samenwerking en democratie
14/03: Par. 4.4 Samenwerking en democratie
19/03: Herhalingsles
21/03: Oefentoets
26/03 TOETSWEEK 3

TOETSWEEK 3
H4 par. 4.1 t/m 4.4

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

De Benelux

  • In 1944 opgericht.
  • Samenwerking tussen Nederland, België en Luxemburg.
  • Geen invoerrechten binnen de Benelux en invoertarieven voor de buitenwereld.  Zo ontstond een  gemeenschappelijke markt = (interne markt. Gebied van meer landen met vrije handel zonder importtarieven)
  • In 1948 van start.
  • Het begint van de Europese integratie (opgaan in een geheel).
De VS drongen aan op Europese samenwerking omdat ze wilden dat de Europese landen afspraken maakten over de verdelingen het gebruik van de Marshallhulp. 
1. Hoe begon de internationale samenwerking in Europa?

Slide 5 - Tekstslide

Handel in kolen en staal
  • Steenkool als brandstof.
  • Staal voor de bouw van machines, fabrieken en spoorwegen.


Slide 6 - Tekstslide

EGKS
  • In 1950 stelde Frankrijk aan de Bondsrepubliek (Duitsland) voor om hun kolen- en staalindustrie onder een gemeenschappelijk bestuur te stellen.
  • De Duitse bondskanselier (regeringsleider) reageerde enthousiast. Ook Italië en de Benelux deden mee. 
  • Samen vormden ze de EGKS, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.  

Slide 7 - Tekstslide

De samenwerking begint
  • De EGKS was zo succesvol: de vrije handel in kolen en staal hielp bij de economische wederopbouw en groei van de welvaart.
  • Lidstaten namen een stap verder met hun integratie:  de Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht. 
  • De EEG werden nog meer landen lid van. 
2. Hoe werd de samenwerking uitgebreid?

Slide 8 - Tekstslide

EEG: Europese Economische Gemeenschap
In de EEG werd de handel tussen landen vrij:
  • er was een gemeenschappelijke markt met vrije handel tussen de lidstaten. Dit betekende
  • gemeenschappelijke tarieven voor de buitenwereld. 
  •  Zij hoeven op alles geen invoerrechten meer te betalen en hanteren dezelfde wetten en regels.

Slide 9 - Tekstslide

Uitbreiding van de samenwerking
De EEG kreeg een dagelijks bestuurd: 
De Europese Commissie: doet voorstellen voor nieuwe wetten en regels. 

Er kwam ook een rechtbank: 
Het Hof van JustitieDeze rechtbank is de hoogste rechtbank in Europa en controleert of de Europese wetten goed worden toegepast. Iedereen kan naar het hof stappen. 

Slide 10 - Tekstslide

Uitbreiding van samenwerking
Door de EEG kwam er bij de lidstaten (land die lid is van een internationale organisatie) spectaculaire groei. 

Daarom wilde andere landen ook lid worden: 
  1. Groot-Brittannië
  2. Ierland
  3. Denemarken. 

1981: 
Griekenland

1986: 
  1. Spanje
  2. Portugal

Spanje, Portugal en Griekenland veranderden van militaire dictaturen in parlamentaire democratieën en mochten daarom toetreden tot de EEG. 

Slide 11 - Tekstslide

Onderzoeksvragen
  • Beschrijvende vragen: gebruik je als je meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het verleden, bijv. HOE leefden mensen in Nederland tijdens de economische crisis van de jaren 30?
  • Verklarende vragen: gebruik je als je wilt uitleggen waardoor iets is gebeurd, bijv. WAARDOOR/WAAROM ontstond de economische wereldcrisis?
  • Waarderende vragen: gebruik je om te onderzoeken wat jij ergens van vindt, bijv.: HEEFT de Nederlandse regering een goed beleid gevoerd in de crisistijd?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Afgelopen les...
1. Hoe begon de internationale samenwerking in Europa?
  • Nederland, België en Luxemburg vormden in 1948 de Benelux. Vanaf 52' werkten ze samen met Frankrijk, West-Duitsland en Italië in de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) en later de EEG (Europese Economische Gemeenschap).  
2. Hoe werd de samenwerking uitgebreid?
  • Door de samenwerking werden de lidstaten van de EGKS en de EEG erg rijk. Daarom wilden andere landen ook meedoen.
3. Welke soorten onderzoeksvragen zijn er?
Beschrijvende, verklarende en waarderende vraag. 

Slide 14 - Tekstslide


3. Hoe werd de democratie in Europa versterkt?
West-Duitsland werd een stabiele democratie, omdat:
  • er was rust en welvaart
  • Wirtschaftswunder (economische wonder).
  • In de jaren 60' hadden veel West-Duitsers een televisie en een auto.

Slide 15 - Tekstslide

In West-Europa
Democratie, welvaart en Europese samenwerking gingen samen. 


Bijv.: Europa was in die tijd nog steeds in ban van de Tweede Wereldoorlog. Veel mensen wilden een nieuwe oorlog doorkomen en daarom bedachten ze een liedjesfestival, aangezien muziek verbindt. 

Slide 16 - Tekstslide

Democratie in Europa (2)
In 1950 sloten de lidstaten het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (wetten die landen moeten voldoen).

In 1959 werd het Europees Hof voor de Rechten van de Mens opgericht. Hier wordt bepaalt of de lidstaten die rechten naleven. 

Ligt in Straatsburg. Iedereen kan een klacht tegen een regering indienen als ze vinden dat hun mensenrechten worden geschonden. 
De 
De NV nam in 1948 de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aan: recht op leven, op een eerlijke rechtszaak, het recht van vluchtelingen op bescherming. Tegenwoordig zijn veel organisatie, wetten en verdragen hierop gebaseerd. 

Slide 17 - Tekstslide

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Ligt in Straatsburg. Iedereen kan een klacht tegen een regering indienen als ze vinden dat hun mensenrechten worden geschonden.
De regeringen moeten hun uitspraak gehoorzamen. 

Slide 18 - Tekstslide

  • De Raad van Europa en het Europese Hof zijn geen EU-instellingen.
  • Van de 48 Europese staten is alleen Wit-Rusland geen lid van de Raad.
  • Sommige landen houden zich niet aan de afspraken van het Hof. 

Slide 19 - Tekstslide

4. Bij welk kenmerkend aspect past deze paragraaf?
47 De eenwording van Europa

Geef een voorbeeld

Slide 20 - Tekstslide

Opdrachten maken en bespreken
Werkboek blz. 101 en 102 opdrachten 1, 2, 3a, 3c, 3d, 4 en 5
Max. 15 minuten, daarna bespreken
Zelfstandig en in stilte
Eerder klaar? Antwoord de leerdoelen
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen bespreken
3. Hoe werd de democratie in Europa versterkt?
4. Bij welk kenmerkend aspect past deze paragraaf?

Slide 22 - Tekstslide