Boekverslag 2 + lezen hoofdstuk 3

Nodig:

Nieuw Nederlands boek + schrift
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nodig:

Nieuw Nederlands boek + schrift

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
- Boekverslag 2. Waar moet je op letten?
Inleveren op 19 maart (zie ‘jaarbijlagen’ in Som)

- starten met lezen (hoofdstuk 3) 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boekverslag 

- titel + foto voorkant
- laat spelling controleren!
- niet ieder boek heeft een motto
- het thema beschrijf je in één zin. (Wat maakt de hoofdpersoon mee?)

- de samenvatting schrijf je zelf in 15 zinnen. (Begin, midden en eind)
- personages: hoe zou jij de persoon omschrijven?
- bekijk je feedback bij boekverslag 1

Vragen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bladzijde 74

Startopdracht + theorie samen

Zelf:
Maak opdracht 1 
(Klaar? Opdracht 2: vul het schema in per vraag) 
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak opdracht 2 (blz. 75)
Let op: 6 vragen

Vul steeds het schema in!

Klaar?
Opdracht 3

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands 
Lezen hoofdstuk 3
Argumentatie 

- Huiswerk nakijken
- Theorie herhalen
- Tekstje schrijven 
- lezen/boekverslag?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
Vragen?
Welk schema heb je gebruikt bij de 6 zinnen? 

Zin 2 en 4: standpunt staat niet vooraan 

Slide 8 - Tekstslide

1. D
2. A
3. C
4. C
5. B
6. A

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
In de toets week geen toets voor Nederlands. 
Begrijpend lezen zal na de toetsweek zijn. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatie
- standpunt 
- onderbouwing
- argumenten (enkelvoudig of meervoudig)
- meervoudig: nevenschikkend of onderschikkend

Vragen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kenmerkend voor een overtuigende tekst?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatie 
Twee soorten argumenten: feitelijke en waarderende. 



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je krijgt verschillende argumentaties te zien. Geef aan of het gaat om enkelvoudige, nevenschikkende, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie met onderschikking. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er moeten geen genderneutrale wc's komen, omdat dit de veiligheid van vrouwen in gevaar brengt.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend
C
nevenschikkend met onderschikking
D
enkelvoudig

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er moet een vrouwenquotum komen voor leidinggevende functies, omdat het voor meer diversiteit zorgt en voor vrouwelijke rolmodellen zorgt.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend
C
nevenschikkend met onderschikking
D
enkelvoudig

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er moet geen seksuele voorlichting komen op de basisscholen, omdat seks een zware verantwoordelijkheid is. Daarnaast wekt het de interesse dan bewust op, dit zou niet gebeuren als je het er niet met ze over hebt.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend
C
nevenschikkend met onderschikking
D
enkelvoudig

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Kies een van de volgende stellingen: 
Bij elk zebrapad moet je galopperend als een zebra oversteken. 
Bij groen licht mag je pas vertrekken als er achter je wordt getoeterd. 

Schrijf een korte tekst (±150 woorden) waarin je de stelling beargumenteert.  



timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen hoofdstuk 3
Argumentatie 

Nodig: boek + schrift

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Oefenen met standpunten en argumenten herkennen in teksten:
- wat weet je nog?
- opdrachten maken

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatie
Leg uit in je eigen woorden: 
- standpunt 
- onderbouwing
- argumenten (enkelvoudig of meervoudig)
- meervoudig: nevenschikkend of onderschikkend

timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak opdracht 3 (en 5) op blz. 76
Let op: bij vraag 3 kloppen de zinnen niet. Zie Som voor de juiste zinnen (of de volgende dia)

Huiswerk:
Opdracht 3 afmaken

timer
20:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede zinnen vraag 4
a De arbeidsmarkt in Duitsland is aantrekkelijk voor Nederlanders. 
b Denk aan de Duitse films. 
c Denk alleen maar aan de Duitse literatuur. 
d Door de vergrijzing liggen er voor Nederlanders absoluut kansen aan de andere kant van de grens.
e Duits is een relatief makkelijke taal voor ons.
f Duitsland is echt een filmland. 
g Duitsland is een belangrijk vakantieland. 
h Er gaat een wereld voor je open als je Duits spreekt. 
i Trips naar Duitse steden zijn zeer populair. 
j We doen veel zaken met Duitse bedrijven. 
k We gaan allemaal naar de kerstmarkten daar. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands 
Nodig: boek + schrift

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Les 1:
Huiswerk nakijken en werken aan opdracht 5

Les 2:
Meningen en argumenten herkennen in een filmpje 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies