Arbeidsvaardigheden fase 3 Lichaamstaal

Arbeidsvaardigheden Lichaamstaal
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Arbeidsvaardigheden Lichaamstaal

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
  • Ik kan voorbeelden geven van lichaamstaal ( non-verbale communicatie)
  • Ik kan emoties herkennen bij anderen
  • Ik weet dat het herkennen van emoties en non-verbale communicatie belangrijk zijn voor mijn stage/ werk

  • Taaldoel; Ik kan de tekst lezen en begrijpen over non-verbale communicatie.

Slide 2 - Tekstslide

lichaamstaal

Slide 3 - Woordweb

lichaamstaal
55% van de communicatie bestaat uit lichaamstaal,

38% wordt geuit door de stemklank en maar

7% wordt gecommuniceerd door middel van woorden.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kun je praten met je lichaam?
  • Het grootste mannetje in een groep gorilla's heet een zilverrug. Deze man is de baas. Daar heeft hij geen woorden voor nodig, dat laat hij met zijn lichaamshouding zien. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Hoe kun je praten met je lichaam?
  • Mensen laten elkaar veel weten zonder iets te zeggen. Als Denise thuis komt weet haar moeder gelijk dat Denise een goed cijfer gehaald heeft. Dit kan ze zien aan haar gezicht, ze lacht en is blij. 
  • In de onderstaande afbeelding zie je aan de ogen, stand van 
    de wenkbrauwen en mond hoe iemand zich voelt.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kun je praten met je lichaam?
  • Vaak doet je hele lichaamshouding mee om gevoelens te laten zien. Denise kwam huppelend naar huis, ze heeft haar schouders recht en haar hoofd rechtop. daaraan kon haar moeder zien dat ze vrolijk was.
  • Als je een beetje sloft met je voeten, naar beneden kijkt en je schouders laat hangen, straal je somberheid uit. 
  • Je kan dus met je lichaam laten zien hoe je je voelt, dit heet lichaamstaal

Slide 8 - Tekstslide

Als je luistert, dan let je op wat iemand zegt. Je luistert naar de verbale uitdrukking. Maar je kijkt ook naar de houding van de spreker, de nonverbale uitdrukking en alles wat de spreker niet zegt, maar wel doet en bedoelt.


Verbaal = wat je zegt

Non-verbaal= hoe je het zegt

 


Communicatie: Verbaal en non-verbaal

Slide 9 - Tekstslide

De koning van de non-verbale communicatie

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Aan de slag
Maak opdracht 4 in je boek; lees de tekst over non-verbale communicatie en maak de vragen erbij.  Zoek de antwoorden van de vragen in de tekst.
 

Slide 12 - Tekstslide

lichaamstaal en indruk
Als je iemand voor het eerst ziet heb je al een beeld van hoe iemand is.
Dat beeld maak je door het uiterlijk dat iemand heeft.
De kleding, de haren , bril, etc.
Kijk maar naar het volgende filmpje.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Eerste indruk
Nieuw woord; emotionele intelligentie;
 Je herkent gevoelens bij andere mensen. Je kan raden/inschatten hoe een ander zich voelt.
Maak opdracht 5 over gevoelens
opdracht 6 over gevoelens herkennen bij andere mensen
klaar?  Maak thema 1 Via vervolg op studiemeter, belangrijke woorden en spelling& grammatica

Slide 16 - Tekstslide

Wat is lichaamstaal?
A
Veel vertellen door te praten
B
Weinig vertellen met veel emotie
C
Vertellen hoe je je voelt door te praten en te luisteren
D
Vertellen hoe je je voelt, zonder te praten

Slide 17 - Quizvraag

Non-verbale communicatie is:
A
Spreken en luisteren
B
Alleen via je lichaamstaal communiceren
C
Spreken en je lichaamstaal gebruiken

Slide 18 - Quizvraag

wat kun je beter niet doen bij een belangrijk gesprek
A
rechtop zitten
B
de ander recht aankijken
C
kauwgum kauwen
D
je handen over elkaar hebben

Slide 19 - Quizvraag

Welke emotie zie je hier?
A
bang
B
verliefd
C
blij

Slide 20 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd?
  • Je weet wat het woordje non-verbale communicatie betekent.
  • Je kan verschillende vormen van lichaamstaal herkennen
  • Je weet dat het herkennen van gevoelens bij anderen belangrijk is voor je school/ stage en werk.

Slide 21 - Tekstslide