Zinsdelen

Stil lezen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stil lezen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
Samenwerkopdracht

Uitleg

Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn zinsdelen?
  • Een zin bestaat uit zinsdelen.
  • Een zinsdeel kan bestaan uit één woord, maar ook uit een paar woorden die bij elkaar horen.
  • De woorden in een zinsdeel kunnen niet uit elkaar gehaald worden.
  • Zinsdelen hebben een betekenis (een functie) binnen een zin.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Zoek de persoonsvorm
Stap 1: zoek de persoonsvorm.

Probeer maar:
De dokter heeft aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Tijd veranderen

Slide 4 - Tekstslide

Wijs iemand aan
2. Zoek de zinsdelen
Tussen zinsdelen zet je deze streepjes: |

Probeer maar:
De dokter | heeft | aan de patiënt | een pijnlijke prik | gegeven.

Zinsdelen kun je voor de pv zetten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Zoek het onderwerp
Stap 3: zoek het onderwerp

Wie/ wat + pv 

De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven.

Gebiedende wijs heeft geen onderwerp




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Zoek het WG
Stap 4: zoek de rest van het werkwoordelijk gezegde.

Probeer maar:
De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven.

Alle werkwoorden in een zin + soms een extra stukje

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordelijk gezegde
  • Doe-zinnen
  • Persoonsvorm + andere ww
  • Splitsbare werkwoorden: 
Hij ruimt de kamer op.
Zij valt de taart aan.
  • 'Te' en 'aan het' horend bij het ww: 
aan het zoeken, uit te lachen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Zoek het lijdend voorwerp
Stap 5: zoek het lijdend voorwerp

wie/wat + wg + ow?

De dokter | heeft | aan de patiënt | een pijnlijke prik | gegeven.

Er hoeft geen LV in een zin te staan


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Zoek het meewerkend voorwerp
Stap 6: zoek het meewerkend voorwerp

Aan wie/ voor wie + wg + ow + lv?

De dokter | heeft | aan de patiënt | een pijnlijke prik |gegeven.

Geen LV = geen MV

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Zoek de bijwoordelijke bepaling (BWB)
Stap 7: zoek de bijwoordelijke bepaling

Geeft antwoord op: waar, waarheen, waarover, waarom, waardoor, waarvandaan, wanneer, hoe, met wie? 

De dokter | heeft | in het ziekenhuis | aan de patiënt | een pijnlijke prik | gegeven.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen
Uit welke zinsdelen bestaan deze zinnen?
Geef antwoord in de app.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvattend
Zinsdelen zijn woorden in een zin die bij elkaar horen

Drie stappen: zoek de persoonsvorm, zoek de rest van het wwg, probeer welke (groepjes) woorden vóór de persoonsvorm kunnen staan.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Taalverzorging grammatica H1 opdracht 1 t/m 5

Huiswerk voor morgen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies