P3_L3 - Aangepast

Organiseren van Evenementen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Organiseren van Evenementen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar ben jij nog niet zo goed in?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ver ben je?
A
Activiteiten
B
Organisatievorm
C
Doelgroep
D
Verder dan de vorige antwoorden

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 inspiratie 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling
Aan het einde van de les is de student in staat om het hoofdstuk ‘Het programma’, ‘Wedstrijdschema’ en 'Doelgroep' te schrijven aan de hand van de invulhulp. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Work, Work, Work, Work

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week niet alles af kunnen krijgen?
Tot en met het programma moet pico bello zijn, dus plaatjes bijvoegen bij activiteiten..
Je inleiding basis staat maar maak hem nu eens uitnodigend
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Doelgroep(en)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroep
Een sport specifieke analyse (motorisch, cognitief, sociaal-affectief)
Wat kunnen/kennen ze al van de sport die ze gaan doen?

Wat moeten je deelnemers minimaal kennen en kunnen om deelnemers te zijn van jouw evenement? Doe dit dus voor cognitief, motorisch en sociaal-affectief



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroep analyse
Motorisch
Cognitief
Sociaal affectief

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motorisch
Wat kunnen de deelnemers in de sport die kiest?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de motorische beginsituatie van jouw klas met basketbal?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cognitief

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw beginsituatie van de sport judo?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal-affectief
Hoe gaat de groep de groep om met elkaar?
Helpen ze elkaar?
Hoe gaan ze om met winst en verlies?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is de sociaal affectieve beginsituatie van jouw klas tijdens basketbal?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroep
Een sport specifieke analyse (motorisch, cognitief, sociaal-affectief)
Wat kunnen/kennen ze al van de sport die ze gaan doen?

Wat moeten je deelnemers minimaal kennen en kunnen om deelnemers te zijn van jouw evenement? Doe dit dus voor cognitief, motorisch en sociaal-affectief



timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het programma
Overzicht

Een tabel van begin (aankomst) tot het eind (wegrijden) over alles wat de deelnemers gaan doen en hoe laat dat allemaal plaatsvindt.

timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opening

Hoe ga je de dag openen; wie doet dat en waar en wanneer?
Wat moet er zeker verteld worden?
Voorbeelden bijsluiten:
“Goedemorgen allemaal, wij zijn …. Welkom op ons evenement [..] nadat jullie de indeling hebben gehad, kan je je omkleden in kleedkamer X”.


Slot

Wie doet de prijsuitreiking? Waar gebeurt dat? Wanneer gebeurt dat?
Welke prijs ga je geven? Wie krijgen er allemaal een prijs? Wie gaat deze kopen? Wanneer doe je dat?
Hoe ga je de dag sluiten; wie doet dat en waar en wanneer?
Wat moet er zeker verteld worden?
Voorbeelden bijsluiten.
“Bedankt voor jullie deelname aan ons evenement. We willen graag ook de vrijwilligers bedanken [..] Vergeet niet om je spullen mee te nemen en bijvoorbeeld je eten weg te gooien!”




timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wedstrijdschema
Klopt deze? Ja of nee?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat mist er nog?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Wedstrijdschema
timer
20:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PAUZE
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 systemen hebben we in de praktijk in week 1 gebruikt?

Slide 28 - Open vraag

- Klokopschuif 
Leven ganzenborden

Welke 2 systemen heb je verder onthouden?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk systeem mogen deelnemers zelf kiezen of ze meedoen aan het evenement?
A
Spelenkermis
B
Open instuif

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Klokopschuifsysteem
B
Vakopschuifsysteem
C
Kloksysteem
D
Horizontaal systeem

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk systeem is dit?
A
piramidesysteem
B
Waslijnsysteem
C
Schoorsteensysteem
D
laddersysteem

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe stof

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afval syteem
Tennis, Judo, Boksen




Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poulesysteem
Met welke sport(en) wordt dit systeem gebruikt?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagonaal systeem

Slide 36 - Tekstslide

6-
Competitie systemen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speel jij competitie? In wat voor vorm?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wedstrijden
Voor het berekenen van het aantal wedstrijden kun je de volgende formule gebruiken:

Voor een hele competitie: X = N X (N-1)
Voor een halve competitie: X = N X (N-1) : 2
X = aantal wedstrijden, N = aantal deelnemers of teams


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Halve competitie

- Iedereen speelt 1 x tegen elkaar. 

Bij een even aantal deelnemers of teams:
Voor een halve competitie: Y = N - 1

Y = aantal ronden, N = aantal deelnemers of teams

Hele competitie

- Iedereen speelt 2 x tegen elkaar. 

Bij een even aantal deelnemers of teams:
Voor een hele competitie: Y = 2 * (N-1)

Y = aantal ronden, N = aantal deelnemers of teams

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies