Herhaling Water in Nederland 3.1 t/m 3.6

Water
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Water

Slide 1 - Tekstslide

Verdamping leidt tot een......................... van het oppervlaktewater. 
Hierdoor is er .........................water beschikbaar als drinkwater of voor de............................ In sommige gebieden valt er..........................neerslag, waardoor het grondwater daalt.
Er is dus minder .......................van water. Daardoor wordt er al snel..................... gebruikt dan er beschikbaar is.  
afname
toename
minder 
meer
landbouw
waterkring
loop
meer
minder
aanvoer 
afvoer
minder
meer 

Slide 2 - Sleepvraag

Waterkringloop
Korte kringloop
Lange kringloop
via gletsjers, rivieren, grondwater naar zee
neerslag op land
verdamping zeewater
condensatie - wolken
neerslag in zee

Slide 3 - Sleepvraag

De grens tussen de stroomgebieden van twee rivieren heet:
A
Regiem
B
Delta
C
Waterscheiding
D
Stroomstelsel

Slide 4 - Quizvraag

Waardoor verandert het debiet door het jaar?
Veranderingen in de:
A
Temperatuur in het stroomgebied
B
Hoeveelheid sneeuw in het stroomgebied
C
Vegetatie in het stroomgebied
D
Neerslag in het stroomgebied

Slide 5 - Quizvraag


Welk proces zie je op het onderste gedeelte van de foto?
A
sedimentatie
B
verstening
C
piekafvoer
D
stroomgebied

Slide 6 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met de bron van de Rijn?
A
daar begint de Rijn
B
daar loopt de Rijn doorheen
C
daar eindigt de Rijn
D
dat is een winterbed

Slide 7 - Quizvraag


A
De Maas
B
De Waal
C
De Rijn
D
De Ijssel

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor rivieren zijn de Maas en de Rijn?
A
Rijn : Regenrivier Maas : Gemengde rivier
B
Rijn: Gletsjerrivier Maas: Gemengde rivier
C
Rijn : Gletsjerrivier Maas: Regenrivier
D
Rijn : Gemengde rivier Maas : Regenrivier

Slide 9 - Quizvraag

Waarom gebruikt men oppervlaktewater bij duinwater?
A
Er wordt anders te veel duinwater gewonnen
B
Oppervlaktewater zuivert het duinwater
C
Omdat anders de zoetwaterzak te klein wordt
D
Er komt anders te veel zand bij het water

Slide 10 - Quizvraag

Op welke manier wordt drinkwater het meeste geproduceerd in Nederland?
A
Vanuit duinwater
B
Vanuit grondwater
C
Vanuit oppervlakte water

Slide 11 - Quizvraag


A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Uiterwaarde
D
Kribben

Slide 12 - Quizvraag


A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Uiterwaarde
D
Kribben

Slide 13 - Quizvraag


A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Uiterwaarde
D
Kribben

Slide 14 - Quizvraag

Wat ligt hoger?
A
Uiterwaarden
B
Winterdijk
C
Zomerdijk
D
Rivier

Slide 15 - Quizvraag

Hoort het volgende woord bij de oeverwal of bij de kom:

Zand
A
oeverwal
B
kom

Slide 16 - Quizvraag

Een oeverwal is een wat hoger gelegen deel langs de rivier wat uit klei bestaat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Wat ligt het meest ver van de rivier?
A
Uiterwaard
B
Oeverwal
C
Komgrond
D
Winterdijk

Slide 18 - Quizvraag

In de binnenbocht vindt.....plaats
A
Verwering
B
Erosie
C
Sedimentatie

Slide 19 - Quizvraag

Kribben in een rivier
zorgen voor ...
A
een betere bevaarbaarheid
B
minder sedimentatie in de vaargeul
C
een snelle afvoer van het water
D
meer Ruimte voor de Rivier

Slide 20 - Quizvraag

Wat is geen maatregel in
het kader van Ruimte voor
de Rivier?
A
kribverlaging
B
aanleg nevengeul
C
kanaliseren
D
dijkverlegging

Slide 21 - Quizvraag

Noem twee maatregelen uit het programma Ruimte voor de Rivier

Slide 22 - Open vraag

Sleep de letters uit de afbeelding naar de maatregelen van het plan Ruimte voor de rivier die hieronder staan 
Let op: Bij sommige maatregelen hoort maar één letter en bij anderen moeten er meer achter staan (je houdt geen letters over).
 


rivierbed verdiepen
huizen, fabrieken en zomerdijken verwijderen
uiterwaard verlagen
dijk verleggen
A
B
C
D
E
F
G

Slide 23 - Sleepvraag

De hoofddoelstelling van
de projecten Ruimte voor
de Rivier is ..
A
zorgen voor goede kwaliteit van het water
B
zorgen voor veiligheid
C
zorgen voor voldoende water
D
zorgen voor mooie natuurgebieden

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn kribben?
A
stenen dammetjes
B
nevengeul
C
dijken
D
kustverdediging

Slide 25 - Quizvraag

Op de foto zie je?
A
Zandsuppletie
B
Zandmotor
C
Afvalverwerking
D
Harde kustverdediging

Slide 26 - Quizvraag