Maw a5 20-11 3.1

Wat gaan we doen?
Paragraaf 3.1
(aan de hand van de tekening)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Paragraaf 3.1
(aan de hand van de tekening)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Affectieve binding
Emotionele binding. Affectieve bindingen verwijzen naar gevoelens om ergens bij te horen, zoals familie, vrienden of een land.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve binding
Bindingen en afhankelijkheden die te maken hebben met kennisvorming en  kennisoverdracht 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met wie heb jij een affectieve binding?

Met wie heb jij een affectieve binding?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Economische binding
Binding die te maken heeft met werk, met goederen die nodig zijn voor het bestaan.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke binding
Binding die te maken heeft met zaken die geregeld moeten worden op het gebied van bijvoorbeeld onderwijs, zorg, verkeer en veiligheid.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om welk(e) soort(en) binding gaat het in de afbeelding?
Om welk(e) soort(en) binding gaat het in de afbeelding?
A
Affectieve binding
B
Cognitieve binding
C
Economische binding
D
Politieke binding

Slide 9 - Quizvraag

Bij een rijles is er zowel sprake van een cognitieve binding (kennisoverdracht) en een economische binding (de leerling betaalt de rij-instructeur).

Dit voorbeeld laat zien dat bindingen elkaar niet uitsluiten, maar soms ook hand in hand gaan.

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Groepsvorming
Bindingen tussen meer dan twee mensen die tot stand komen doordat ze elkaar beïnvloeden en gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van welke groep of groepen en ben jij onderdeel?
Van welke groep of groepen en ben jij 
onderdeel?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fasen van groepsvorming
1. Oriëntatiefase: onzekerheid overheerst
2. Conflictfase: verschillen in opvattingen worden duidelijk
3. Integratiefase: ontstaan van evenwicht
4. Uitvoeringsfase: samenwerking
5. Ordefase: institutionalisering van groepssamenwerking


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ingroup
De groep mensen die bij de groep horen
Outgroup
De groep mensen die niet bij de 
groep horen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale controle
Wanneer mensen anderen ertoe bewegen (of dwingen) om zich te houden aan de normen van de groep.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(In)formele sociale controle
  • Informele sociale controle:  wanneer groepsleden elkaar wijzen op de waarden en normen van de groep. 
  • Formele sociale controle: wanneer iemand vanuit zijn beroep of functie iemand op de regels wijst.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om welke vorm van sociale controle gaat het hier?
Om welke vorm van sociale controle gaat het op de afbeelding?
Informele sociale controle
Formele sociale controle

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies



Welke vrouw luister het liefste naar rockmuziek?
Welke vrouw luistert er het liefst naar rockmuziek?
A
B
C
D

Slide 20 - Quizvraag

Het antwoord van de leerlingen is waarschijnlijk gebaseerd op een vooroordeel: mensen met tattoos zijn stoer en luisteren naar rockmuziek
Stereotypen en vooroordelen
Cultureel aangeleerde beelden, gegeneraliseerde en veronderstellingen, bijvoorbeeld over bepaalde groepen mensen. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Eventueel is ook het hele filmpje te bekijken, hier wordt dieper ingegaan op het ontstaan van vooroordelen en stereotypes en dat het kan leiden tot discriminatie.


Met welke vooroordelen heb jij weleens te maken gehad?
Met welke vooroordelen heb jij weleens te maken gehad?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Dit filmpje laat pijnlijk zien wat de vooroordelen van kinderen op de basisschool zijn, maar ook dat vooroordelen twee kanten op werken. 
Groepsvorming
Een groep houdt niet altijd stand. Het kan zijn dat leden van de groep  niet meer tot de groep te willen, mogen of kunnen behoren. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(In)formele groepen
Formele groepen
Informele groepen
  • Er is sprake van een hiërarchie
  • Alle leden van de groep hebben een rol
  • Regels zijn vastgelegd op papier
  • Er zijn doelen en normen voor de groep
  • Bijvoorbeeld: bedrijfsafdeling
  • Mensen kennen elkaar goed en  voelen zich emotioneel met elkaar verbonden.
  • Geen officiële of vastliggende afspraken
  • Rollenstructuur is flexibel
  • Bijvoorbeeld: vriendengroep

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire en secundaire groepen
Primaire groepen
Secundaire groepen
  • Een groep met persoonlijke en emotionele banden, die elkaar steun biedt en loyaal is aan elkaar
  • Deze groepen zijn erg belangrijk bij socialisatie
  • Bijvoorbeeld: familie of vriendengroepen
  • Een groep die doelgericht, onpersoonlijk en functioneel is.
  •  Bijvoorbeeld: collega's bij een kantoor

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om welke soort groep gaat het bij het Kabinet?
Om welk soort groep gaat het bij het Kabinet?
A
Informele groep
B
Formele groep
C
Primaire groep
D
Secundaire groep

Slide 28 - Quizvraag

Bij het kabinet is er zowel sprake van een formele als van een secundaire groep.
Maak 
tekstverkenner 1,2,4,5,6,7

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk
Opdracht 2

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies