ACT 3 DE TWAALFDE VERJAARDAG VAN ELISABETH

ACTIVITEIT 3:
DE TWAALFDE VERJAARDAG VAN ELISABETH
 

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
WOLager onderwijs

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ACTIVITEIT 3:
DE TWAALFDE VERJAARDAG VAN ELISABETH
 

Slide 1 - Tekstslide

chromebooks nodig
We frissen even op...

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Welke kaart zie je hier? (wereldkaart)
Weetje: 196 landen

Slide 4 - Tekstslide



Deze kaart is een beetje anders. 
Wat is er hier afgebeeld? 
De continenten / werelddelen. 
Hoeveel werelddelen zijn er? 6
De continenten zijn Azië, Amerika, Afrika, Antarctica, Europa en Australië / Oceanië.

In welk werelddeel ligt ons land? 
situering op de wereldkaart
Land? 

Slide 5 - Tekstslide

land? België
land: België

hoofdplaats?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

land: België

hoofdplaats: Brussel

vlag? 



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

land: België

hoofdplaats: Brussel

vlag: 


premier/eerste minister? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

land: België

hoofdplaats: Brussel

vlag: 


premier: Alexander
                de Croo

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ranst ligt in de provincie ....  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ranst ligt in de provincie Antwerpen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ranst ligt in de provincie Antwerpen

hoofdplaats? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ranst ligt in de provincie Antwerpen

hoofdplaats:  
Antwerpen
vlag? 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ranst ligt in de provincie Antwerpen

hoofdplaats:  
Antwerpen
vlag:


gouverneur? 


Slide 14 - Tekstslide

Wat is een gouverneur? De baas van de provincie. 

Wie is de gouverneur? Cathy Berkx
Ranst ligt in de provincie Antwerpen

hoofdplaats:  
Antwerpen
vlag:


gouverneur:
Cathy Berkx 


Slide 15 - Tekstslide

Wat is een gouverneur? De baas van de provincie. Die vergadert met de provincieraad. De Provincieraad is de volksvertegenwoordiging van een Belgische provincie. 
Wie is de gouverneur? Cathy Berkx

Slide 16 - Tekstslide

Waar bevindt de hoofdplaats van de provincie antwerpen zich? 
Aanduiden op de kaart. 
Waar bevindt Ranst zich? Aanduiden op de kaart. 
gemeente: Ranst

deelgemeenten? 
tip: B
      O
     E
     R

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gemeente: Ranst

deelgemeenten: 
Broechem
      Oelegem       
     Emblem       
     Ranst          
burgemeester?      


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gemeente: Ranst

deelgemeenten: 
Broechem
      Oelegem       
     Emblem       
     Ranst          
burgemeester: 
Johan de Ryck      


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Land? 

Slide 20 - Tekstslide

land? België
Welk buurland is dit?
A
Groothertogdom Luxemburg
B
Duitsland
C
Nederland
D
Frankrijk

Slide 21 - Quizvraag

Frankrijk
Wat is de naam
van deze
natuurgrens?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk buurland is dit?
A
Groothertogdom Luxemburg
B
Duitsland
C
Nederland
D
Frankrijk

Slide 23 - Quizvraag

Nederland
In welke provincie ligt Ranst?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan hoeveel landen grenst België?
(noteer in letters)

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Nu Elisabeth weet waar de grenzen van haar land liggen, is ze klaar voor
haar reis met haar papa. Prinses Elisabeth zal niet de enige baas in België
zijn. Daarvoor is België (hoe klein het land ook is) veel te groot. ‘Net zoals
de directeur niet de enige baas is in een school’, had papa gezegd.
Een school heeft regels; iedereen moet zich daaraan houden. Een school is
onderverdeeld in een aantal klassen en in elke klas gelden de eigen
klasregels. Daarover mogen de leerlingen vaak samen met hun leerkracht
nadenken. Die hangt de regels dan zichtbaar op in de klas. Zo weet
iedereen aan welke regels hij zich moet houden.
Dat is met ons land net zo. België is onderverdeeld in tien provincies. Er
zijn vijf Vlaamse en vijf Waalse provincies.

Slide 27 - Tekstslide

Het was nog heel vroeg in de ochtend toen ze Elisabeth kwamen wakker
maken. Het was haar twaalfde verjaardag en haar vader had beloofd om
een rondreis van twee dagen te maken door het land waarover zij later
zou regeren: België. Mama kwam de kamer binnen en gaf haar een zoen
en een kroon van papier. Papa kwam binnen met een cadeau. Er zat een
mooi lint rond. Elisabeth deed het pakje open en zag een kaart. Geen
verjaardagskaart, maar een kaart met een land erop. Rechts onderaan zag
ze een legende. De kaart was bijzonder, want het land waarvan zij ooit
koningin zou worden stond erop. Op de kaart vond ze tien plaatsnamen.
Jullie kennen die namen al … Ik ben benieuwd of jullie ze alle tien op het
kaartje in de werkbundel kunnen schrijven. 
In deze activiteit leren jullie de verschillende provincies en hun hoofdsteden op de juiste plaats op de kaart te zetten en krijgen jullie een eerste beeld van wat er zoal te zien is in ons land. 

Slide 28 - Tekstslide

Vertel de leerlingen dat ze in dit thema veel zullen samenwerken met
elkaar.
Verdeel de groepen door de leerlingen een provinciecontour uit een doos
te laten trekken. De leerlingen met bij elkaar passende provincies vormen
een groepje.
Zoek de klasgenoot die eenzelfde vorm heeft.
Noteer de groepsindeling.
West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
Antwerpen
Limburg
Vlaams-Brabant
Waals-Brabant
Henegouwen
Namen
Luik
Luxemburg

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefenen 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- landkaart in het midden van je werkbundel
- om dit in te vullen gegevens nodig

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Elke provincie heeft een hoofdstad. Door goed naar het verhaal te
luisteren, lukt het je zeker om de hoofdsteden op de juiste plaats in te
vullen. Denk bij het opschrijven van de namen aan de hoofdletters.

Slide 2
Elisabeth trok haar mooiste jurk aan. Met haar kaart onder de arm en haar
papieren kroon op haar hoofd ging ze naast papa in de auto zitten. De
chauffeur zou hen door het hele land gidsen. Mama, Gabriël, Emmanuel
en Éleonore zwaaiden en wensten haar een fijne dag.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 3
Elisabeth vertrok uit Brussel. Dat stuk is zwart gearceerd op de kaart. Eerst
wilde Elisabeth de vijf Vlaamse provincies leren kennen. De eerste grens
die ze overstak, was die van Brussel naar Vlaams-Brabant.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 4
In Vlaams-Brabant belandde ze al snel in de hoofdstad Leuven. Ze
ontmoette er een heleboel studenten die ervan droomden om later
professor of astronaut te worden. Astronaut, dat leek Elisabeth ook wel
wat … Elisabeth en koning Filip namen afscheid van de studenten en
vervolgden hun reis naar het oosten. Zo kwamen ze in Limburg.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 5
Koning Filip was opgetogen. Hij had gehoord dat je in Hasselt, de
hoofdstad van Limburg, een lekker jenevertje kon drinken.
Zo gezegd zo gedaan: hij koos er een met appelsmaak. Elisabeth kreeg een
versgeperst appelsapje. Dat smaakte. Hun glaasje was leeg en ze zetten
hun weg verder. Ze kwamen aan in de provincie Antwerpen.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 6
Daar gingen ze samen naar de haven om even naar de boten te kijken. Dat
vond Elisabeth heerlijk: op een bankje met haar neus in de zon naast papa.
Hier zou ze wel de hele dag naar de boten kunnen turen … Ze zag er hele
grote die van een ver land kwamen en ook enkele kleine, met hun zeilen
in de wind.
De provincie Antwerpen was makkelijk te onthouden, vond Elisabeth,
want de hoofdstad heet net hetzelfde: Antwerpen. ‘Dan heb je geluk,’ zei
koning Filip, ‘want in Wallonië zijn er zo nog twee provincies. Maar dat is voor straks! Eerst maken we onze route door Vlaanderen af. We volgen
het water van de Schelde stroomopwaarts en komen zo vanzelf in de
volgende provincie terecht.’

Slide 38 - Tekstslide

Slide 7
In Oost-Vlaanderen ging Elisabeth met haar papa naar het Gravensteen.
Dat staat in de hoofdstad Gent en is de enige overgebleven middeleeuwse
burcht in Vlaanderen.
Elisabeth vond de kantelen en het torentje prachtig om te zien. Even
voelde ze zich een prinses in de middeleeuwen. Papa vertelde over de
kapel, de verdedigingsmuren en de folterkelder. Daar vond Elisabeth het
een beetje eng.
Ze moesten nu nog één Vlaamse provincie bezoeken: West-Vlaanderen.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 8
Eerst gingen ze naar de provinciehoofdstad Brugge. Ze namen een koets
en reden tussen de eeuwenoude huizen. Papa vertelde haar dat de huizen
beschermd waren en dat er niets aan mocht veranderen, zodat de
kinderen later ook kunnen zien hoe de mensen vroeger leefden. Elisabeth
vond het indrukwekkend. De koets bleef maar rijden, tot ze plots
aankwamen in Zeebrugge. Daar trokken ze snel hun zwemkledij aan en
sprongen in het water. Samen probeerden ze over de golven te springen.
Er verkocht iemand ijsjes op het strand. Papa bestelde twee waterijsjes.
Toen papa Elisabeth uit het water riep, fopte ze hem door te zeggen dat
ze tussendoor even naar Engeland en weer terug was gezwommen.
Koning Filip speelde het spelletje mee: ‘Wat een atlete!’, zei hij en hij
knipoogde naar haar. 

Slide 40 - Tekstslide

Slide 9
Een van Elisabeths overgrootvaders, koning Leopold II, had vlakbij in
Oostende voor een aantal prachtige gebouwen gezorgd die je daar
vandaag nog altijd kunt bewonderen. Dat vond Elisabeth best leuk. Al had
ze gehoord dat die koning niet de allerliefste koning was geweest. ‘Zo,’ zei
koning Filip, ‘nu ken je alle Vlaamse provincies en hun hoofdsteden.’ Nu ze
de Vlaamse provincies allemaal hadden doorkruist, bleven ze overnachten
in ‘de koningin der badsteden’: Oostende. Die naam vond Elisabeth wel
toepasselijk.Slide 9
Een van Elisabeths overgrootvaders, koning Leopold II, had vlakbij in
Oostende voor een aantal prachtige gebouwen gezorgd die je daar
vandaag nog altijd kunt bewonderen. Dat vond Elisabeth best leuk. Al had
ze gehoord dat die koning niet de allerliefste koning was geweest. ‘Zo,’ zei
koning Filip, ‘nu ken je alle Vlaamse provincies en hun hoofdsteden.’ Nu ze
de Vlaamse provincies allemaal hadden doorkruist, bleven ze overnachten
in ‘de koningin der badsteden’: Oostende. Die naam vond Elisabeth wel
toepasselijk.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 10
De volgende ochtend waren ze vroeg wakker. ‘Nu zetten we onze reis
verder in Wallonië. Daar zul je Frans moeten spreken, want de inwoners
spreken er Frans.’ ‘Net zoals in Brussel’, zei Elisabeth. ‘Ongeveer,’
antwoordde koning Filip, ‘want daar spreekt de helft Nederlands en de
andere helft Frans.’
Toen ze Henegouwen binnenreden, merkte Elisabeth al snel op dat het
landschap veranderde. In Vlaanderen was het land vooral vlak en nu reden
ze vaak hellingen op. ‘Het lijkt wel alsof we in de bergen zitten’, zei ze.
Koning Filip moest lachen. ‘Ja,’ zei hij, ‘al mogen we ze zo niet noemen,
want onze heuvels zijn net niet hoog genoeg om ze een berg te noemen.’
‘Wat flauw!’, zei Elisabeth. Ze vond de bergen best hoog. ‘Dan kan ik je
misschien toch een beetje gelukkig maken,’ zei koning Filip, ‘want misschien mogen we de heuvels hier geen bergen noemen, maar de
hoofdstad hebben ze wel zo genoemd: Bergen.’

Slide 42 - Tekstslide

Slide 11
Daarna reden ze door naar Waals-Brabant. ‘Daar zijn we al geweest’, zei
Elisabeth. ‘Dan heb je niet zo goed opgelet, Elisabeth’, zei papa. ‘VlaamsBrabant, daar zijn we al geweest. Waals-Brabant ligt daar net onder.’ Tja,
zelfs een prinses maakt soms een foutje. ‘In Waals-Brabant ligt de
proviciehoofdstad Waver en daar gaan we heel even naar je favoriete
attracties, in Walibi!’
‘Wat?’, zei prinses Elisabeth. Ze kon het bijna niet geloven. Ze mocht drie
attracties kiezen en daarna moesten ze weer vertrekken. Ze koos de
Vampire, het reuzenrad en de Radja River. Ze smeekte om een suikerspin
toen ze naar buiten gingen, maar die kreeg ze niet. Want …

Slide 43 - Tekstslide

Slide 12
In de volgende provincie, Luik, stond haar nog iets lekkers te wachten: een
heerlijke Luikse wafel in de hoofdstad Luik. ‘Aha!’, zei Elisabeth. ‘Dat is de
tweede provincie waarvan de hoofdstad makkelijk te onthouden is: Luik
- Luik’.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 13
‘Ik neem je meteen mee naar de westelijke buur van Luik, want die is ook
supermakkelijk om te onthouden: Namen. Kun je de naam van de
hoofdstad raden?’
‘Namen!’
Elisabeth zag er mensen in een kajak op de Maas. En, ja hoor … Daar zag
ze papa met twee peddels en twee reddingsvesten aankomen. ‘Dit is de
beste reis ooit!’, zei Elisabeth. De kajak besturen was niet zo makkelijk. Na
een tijdje kregen ze het peddelen samen onder de knie. Toen ze
uitstapten, was hun broek nat. Koning Filip voelde zich een beetje
ongemakkelijk en Elisabeth moest heel erg lachen.

Slide 45 - Tekstslide

Slide 14
Voordat ze terug naar het paleis gingen, moesten koning Filip en prinses
Elisabeth nog één provincie bezoeken. Dat was Luxemburg.
Grappig, de provincie Luxemburg heeft net dezelfde naam als het
buurland. Maar de hoofdstad heet anders: Aarlen. Wat daar te ontdekken
valt, zul je zelf eens moeten opzoeken. Want toen ze aankwamen in
Aarlen, waren Elisabeths ogen al toe.

Slide 15
Koning Filip wou haar niet wakker maken. Hij sloeg een arm om haar heen
en trok een dekentje over haar schouders. De chauffeur bracht hen terug
naar het paleis. Koningin Mathilde was blij om hen terug te zien. Samen
legden ze Elisabeth in bed. Ze deed nog één oog open, maar mama zei:
‘Slaap maar, lieve schat. Morgen is een nieuwe dag en dan kun je me al je
avonturen vertellen.’ Mama zette haar kroontje af en Elisabeth viel in een
diepe slaap.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Tussen de vijf Vlaamse en vijf Waalse provincies loopt de taalgrens.
Markeer die grens in het groen. Welke taal spreken de mensen boven de
taalgrens? Welke taal spreken ze onder de taalgrens?
Sommige mensen in België spreken nog een derde taal. Welke? (Duits) Die
taal spreekt men in een stukje van Luik aan de Duitse grens.
Oefenen! 

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Tussen de vijf Vlaamse en vijf Waalse provincies loopt de taalgrens.
Markeer die grens in het groen. Welke taal spreken de mensen boven de
taalgrens? Welke taal spreken ze onder de taalgrens?

Slide 50 - Tekstslide

Sommige mensen in België spreken nog een derde taal. Welke? (Duits) Die
taal spreekt men in een stukje van Luik aan de Duitse grens

Slide 51 - Tekstslide

Welke provincie zou jij tot nu toe het liefst bezoeken? Waarom?
• Wie heeft al eens een van de activiteiten gedaan die Elisabeth met haar
papa heeft gedaan? Welke?