ZELFKENNIS 2: Klimaatzones

ZELFKENNIS 1: Klimaatzones
In deze LessonUp test je je kennis over 'Klimaatzones'. 
Heb je meer dan 80% goed? Dan ben je een topper!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ZELFKENNIS 1: Klimaatzones
In deze LessonUp test je je kennis over 'Klimaatzones'. 
Heb je meer dan 80% goed? Dan ben je een topper!

Slide 1 - Tekstslide

Tropische klimaatzone

Slide 2 - Tekstslide

1. Het klimaat is de gemiddelde temperatuur, neerslag en wind in een gebied over een langere periode.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

2. In de buurt van de evenaar is het warmer omdat zonnestralen recht op het aardoppervlak vallen.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

3. Het klimaat van een gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de afstand van dat gebied tot de evenaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

4. Klimaatzones lopen in mooie rechte lijnen van oost naar west.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

5. De klimaatzone die het dichtst bij de evenaar ligt heet de 'droge klimaatzone'.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

6. In de tropische klimaatzone regent het minder dan in Nederland.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

7. Doordat er in de buurt van de evenaar een ander klimaat is dan in Nederland wonen er in die buurt andere dieren dan in Nederland.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

8. In de tropen zijn de bomen/planten het hele jaar groen.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Droge klimaatzone

Slide 11 - Tekstslide

1. Waar liggen de droge klimaatzones?
A
Ten oosten en westen van de tropische zone
B
Ten noorden en zuiden van de tropische zone.

Slide 12 - Quizvraag

2. Wat kun je zeggen over de temperatuur in de droge klimaatzone?
A
de temperatuur is te hoog
B
de temperatuur is te laag

Slide 13 - Quizvraag

3. Wat kun je zeggen over de hoeveelheid regen die valt in deze zone?
A
weinig regen
B
veel regen

Slide 14 - Quizvraag

4. Wat voor soort begroeiing kom je tegen in de droge klimaatzone?

Slide 15 - Open vraag

Gematigde klimaatzone

Slide 16 - Tekstslide

1. De gematigde zone ligt ten noorden en ten zuiden van de droge zone.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

2. Nederland ligt in de gematigde klimaatzone.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

3. In de gematigde zone zijn er grote verschillen tussen de vier seizoenen.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

4. In de gematigde zone groeien veel loofbomen die in het voorjaar bladerenkrijgen en die de bladeren in de winter weer verliezen.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

5. In de gematigde zone zijn er weinig verschillen tussen gebieden.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Koude klimaatzone

Slide 22 - Tekstslide

1. Waar liggen de koude klimaatzones?
A
In de buurt van de Noordpool
B
in de buurt van de Zuidpool
C
In de hoge gebergtes
D
A, B en C zijn waar

Slide 23 - Quizvraag

2. Hoe ziet het landschap eruit in de koude klimaatzone?
A
met sneeuw en ijs bedekt landschap
B
veel groene vlaktes

Slide 24 - Quizvraag

3. Wat voor soort begroeiing kom je tegen in de koude klimaatzone?
A
veel bomen
B
mossen, gras en kleine struikjes.

Slide 25 - Quizvraag

4. Welke begroeiing kom je niet tegen in deze zone?
A
bomen
B
mossen

Slide 26 - Quizvraag