Laatste dag voor de vakantie

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag


Wat is geregistreerde werkloosheid?
A
Als je ingeschreven staat bij het UWV.
B
Als je niet ingeschreven staat bij het UWV.
C
Als je zwart werkt.
D
Als je wit werkt.

Slide 4 - Quizvraag

Voor wat voor werkloosheid zorgt een schaatsbaan.
A
Frictiewerkloosheid
B
Seizoenswerkloosheid
C
Regionale werkloosheid

Slide 5 - Quizvraag

Karel is werkloos omdat een machine hem heeft vervangen.
Van welke werkloosheid is er sprake?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Regionale werkloosheid
D
Frictiewerkloosheid

Slide 6 - Quizvraag

In Amsterdam is meer werkloosheid dan in Heerenveen. Over welke soort werkloosheid hebben we het hier?
A
Regionale werkloosheid
B
Seizoenwerkloosheid
C
Frictiewerkloosheid

Slide 7 - Quizvraag

Sleep de begrippen op de juiste plaats in de zinnen. Er blijven twee begrippen over.
vacatures
vakbonden
bedrijfstak
arbeidsvoorwaarden
cao
arbeidsovereenkomst

Slide 8 - Sleepvraag

Van je brutoloon worden je verzekeringspremies betaald
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Bereken het nettoloon:
Brutoloon: €3.000
Loonbelasting: €800
sociale premies: €150.
A
€3.950
B
€2.200
C
€2.050
D
€1.950

Slide 10 - Quizvraag

Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?
A
brutoloon
B
nettoloon

Slide 11 - Quizvraag

Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?
A
brutoloon
B
nettoloon

Slide 12 - Quizvraag

Welke 2 wetten beschermen de werknemers
A
UWV en Arbowet
B
Arbowet en wettelijke gelijkheid
C
Arbowet en Arbeidstijdenwet
D
Arbeidstijdenwet en UWV

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Wat is geen ondernemingsvorm?
A
Eenmanszaak
B
Tweemanszaak
C
Besloten vennootschap (BV)
D
Naamloze vennootschap (NV)

Slide 15 - Quizvraag

Bij welke ondernemingsvormen heb je aandelen?
A
BV
B
NV
C
Eenmanszaak
D
VOF

Slide 16 - Quizvraag

De ondernemingsvorm VOF staat voor:
A
Vennootschap onder financiën
B
Vereniging onder firma
C
Vennootschap over firma
D
Vennootschap onder firma

Slide 17 - Quizvraag

Bij welke productiesector horen deze bedrijven? 






Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Metaalbewerkingsbedrijf
Kledingzaak
Mosselvisser
School voor voortgezet onderwijs

Slide 18 - Sleepvraag

Een werkgever kan bij een sollicitatie verschillende redenen hebben om iemand niet aan te nemen.

Welke van de volgende redenen is in strijd met de Algemene wet gelijke behandeling?
A
De sollicitant vraagt een te hoog salaris.
B
De sollicitant is te oud.
C
De sollicitant heeft de verkeerde opleiding.
D
De sollicitant heeft te weinig ervaring.

Slide 19 - Quizvraag

Welke wet regelt de werk- en rusttijden?
A
Arbeidstijdenwet
B
Arbowet
C
CAO-wet
D
Algemene wet gelijke behandeling

Slide 20 - Quizvraag