Biologie les 9 Osmose

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les:
- kan je uitleggen wat osmose is. 
- weet je welke stoffen osmotisch actief zijn en welke niet
- weet je wat de termen hypotoon, hypertoon en isotoon betekenen.
- weet je wat er gebeurt met plantaardige en dierlijke cellen in een hypotone, hypertone en isotone oplossing.

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Terugblik 
Lesdoelen
Osmose
Osmose in de cel

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de functies van het celmembraan?
A
Transport in en uit de cel
B
Maakt eiwitten
C
Beweging
D
Opslag van stoffen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is semi-permeabel?

Slide 5 - Open vraag

Welk van volgende manieren van transport kosten energie?
A
Diffusie
B
Osmose
C
Actief transport

Slide 6 - Quizvraag

Verdwijnt alle CO2 via diffusie
uit de cel?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn de voorwaarden van diffusie? Sleep de goede antwoorden in het vak. 

Diffusie
Verloop van lage concentratie naar hoge concentratie
Verloop van hoge concentratie naar lage concentratie
Kost geen energie
Kost energie

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is de functie van de glycocalix?
A
Merkteken
B
Transport van lipiden
C
Eiwitpoortje
D
Flexibiliteit membraan

Slide 9 - Quizvraag

Osmose
Osmose = verplaatsing van water door een semi-permeabel membraan van een  lage concentratie  opgeloste stoffen naar een hoge concentratie opgeloste stoffen. 

Slide 10 - Tekstslide

Wel of niet osmotisch actief?
Zouten: Osmotisch zeer actief 
Zouten vallen uiteen in ionen. Hoe meer ionen vrijkomen hoe meer osmotisch actief. vb. NaCl en CaCl2



Suikers: osmotisch actief. 
Zetmeel: nauwelijks osmotisch actief

Slide 11 - Tekstslide

Waarom zal een plant zijn reservevoedsel als zetmeel opslaan?

Slide 12 - Open vraag

Welk van de twee is osmotisch actiever?
A
AlCl3
B
CaCl2
C
NaCl

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Hoe ziet een plantencel er in een hypertone oplossing uit?

Slide 15 - Open vraag

Omgeving is:             hypotoon                                hypertoon                                  isotoon

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Huiswerk
Zorg dat je antwoord kunt geven op de vragen 13 t/m 27 

Slide 18 - Tekstslide