MS en ALS

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Na deze les weten de studenten wat/hoe:
  • wat is gezondheid
  • het ziektebeeld MS is
  • voorlichting te geven aan client en naasten 
  • de client te ondersteunen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De huidige visie op gezondheid is dat gezondheid een lichamelijk, psychologisch en sociaal evenwicht is: juist of onjuist

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een holistische benadering van gezondheid zijn lichaam en geest onlosmakelijk met elkaar verbonden. Juist of onjuist?

Slide 5 - Open vraag

Griekse woord Holos, wat geheel betekent.
Positieve gezondheid richt zich op de mens, zijn veerkracht en op wat het leven betekenisvol maakt. Juist of onjuist

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Door zorgvragers met dezelfde aandoening zoveel mogelijk dezelfde zorg te verlenen, draag je bij aan Positieve Gezondheid. Juist of onjuist?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij 'vraaggestuurde zorg' probeer je zo veel mogelijk zorgtaken van de zorgvrager en zijn netwerk over te nemen. Juist of onjuist?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een zorgvrager iets op 'eigen kracht' kan, heeft hij daarbij geen hulp nodig van iemand anders. Juist of onjuist?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfmanagement stelt de zorgvrager in staat om ondanks zijn ziekte of beperking een waardevol leven te leiden. Juist of onjuist?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Je stimuleert de zelfredzaamheid van een zorgvrager door hem tijdens je hulp bij de ADL zelf te laten doen wat hij zelf kán doen. Juist of onjuist?


Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over MS?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Multiple Sclerose
Multiple sclerose (MS) is een ziekte van het centrale zenuwstelsel. 
Door ontstekingen raakt de laag om de zenuwen (myeline)  beschadigd. 
Zenuwen komen hierdoor bloot te liggen 
Als het afweersysteem de eigen zenuwcellen aanvalt spreken we van een schub
Hierdoor ontstaan er opeens klachten, wanneer de ontsteking verdwijnt, verdwijnen vaak ook  de klachten. 
De ontstekingen veranderen uiteindelijk in harde plekken in het zenuwstelsel.
Letterlijk betekent multiple sclerose dan ook meervoudige (multiple) littekens (sclerose).

Slide 14 - Tekstslide

n geven minder goed (of helemaal niet) signalen van en naar de hersenen door.
Hierdoor kunnen plotseling verlammings- en uitvalsverschijnselen optreden.
 Daarom wordt MS ook wel een auto-immuunziekte genoemd. Zo’n aanval noem je schub en veroorzaakt een ontsteking. Dit kan binnen een paar dagen tot een paar weken gebeuren

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Twee diagnoses: zeker MS en mogelijk MS
Tussen het 20ste en 40ste levensjaar
  •  Er zijn typische MS-klachten en -symptomen 
  • De MRI-scan geeft minstens twee afwijkende plekken aan in hersenen of ruggenmerg
  • Er zijn minstens twee aanval- en verbeterperiodes (schubs)
  • Geen aanval- en verbeterperiodes? Dan is er een jaar lang geleidelijke verslechtering
  • Er mogen geen andere ziekten zijn die de klachten beter kunnen verklaren dan MS

Voldoet men aan alle vijf van deze voorwaarden? 
Dan geeft de arts de diagnose zeker MS. 
Als men deels voldoet, krijg je de diagnose mogelijk MS.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschijnselen
Klachten bij bewegen:                                         krachtverlies, spasticiteit, krampen, stijfheid, spierpijn
Sensibiliteitsstoornissen:            tintelingen, prikkelingen, doofheid, pijn, koude voeten of handen 
Coördinatieklachten:                                                 spraakstoornis, duizeligheid, draaierigheid, tremors
Klachten vanuit de hersenstam:                      zenuwpijn, gevoelsstoornis in het gezicht, dubbelzien
Problemen met het gezichtsvermogen:                                       zenuwontsteking in één of beide ogen
Blaasklachten:                                          toegenomen aandrang, achterblijven van urine, incontinentie
Seksuele problemen:                                                                               libidoverlies, impotentie, genitale pijn
Darmproblemen:                                                                                                                   obstipatie, incontinentie
Vermoeidheid:                                                                                                          moeheid in rust, snel vermoeid
Cognitieve problemen:                                                                   minder goed concentreren en herinneren
Psychologische klachten:                                                                                           stress, depressies, angsten

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling MS

  • Medicatie: gericht op rustig houden of bij behandeling van schub 
  • Therapie: FT, ET, PS
  • Inzet MS verpleegkundige
  • Stamcel behandeling (niet in NL, wel in buitenland)

Slide 18 - Tekstslide

Medicatie: gericht op rustig houden verloop of bij behandeling van schub (b.v. interferon, alemtuzumab)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
Op tijd de medicatie in nemen 
Algehele conditie op pijl houden
Lichamelijke verzorging 
Luisteren naar de client hoe het gaat
Verwerkingsproces ondersteunen
Voorlichting geven


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk geslacht komt MS vaker voor?
A
Mannen
B
Vrouwen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Multipele sclerose is een progressieve ziekte, wat betekent dat de ziekte goed te genezen is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat weet je nu van MS

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Is MS te genezen?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van ALS?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

ALS
ALS staat voor Amyotrofische Laterale Sclerose.
  • Het is is een progressieve zenuw/spierziekte die leidt tot spierzwakte en verlamming.
  • Er bestaat (nog) geen adequate behandeling voor ALS. 
  • Openbaart meestal tussen de 40 en 60 jaar. 
  • Achteruitgang is bij iedere patiënt verschillend 
  • Patiënten overlijden door zwakte van de ademhalingsspieren, gemiddeld drie jaar na de eerste verschijnselen. 
  • Twintig procent van de patiënten leeft langer dan vijf jaar.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschil tussen ALE en PLS
PLS is een soort beperkte vorm van ALS. 
Bij ALS vallen langzaamaan alle motorneuronen uit, terwijl dit proces bij PLS beperkt blijft tot de hersenen. 
Het gevolg is dat PLS-patiënten langer blijven leven, maar wel met een verminderde kwaliteit.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil tussen ALS en PSMA
Anders dan bij ALS heeft PSMA invloed op de perifere motorische zenuwcellen, welke aangestuurd worden door de centrale motorische zenuwcellen. 
Hierdoor zijn er verschillen in de symptomen tussen PSMA en ALS. Zo kan er bij ALS spasticiteit (onwillekeurige aanspanning van spieren) ontstaan en bij PSMA niet.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je doen?
ALS heeft een multi disciplinaire behandeling
Er zijn speciale ALS teams die patiënten en familie begeleiden tijdens het ziekte proces.
De behandeling is gericht op de verschijnselen en klachten vermindering

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALS team
  • De ergotherapeut adviseert welke hulpmiddelen kunnen worden ingezet 

  • De diëtist geeft voorlichting over voeding. 

  • De fysiotherapeut streeft naar een maximaal gebruik van de spieren. 
  • De logopedist geeft onder meer eet- en slikinstructie zodat verslikken kan worden voorkomen.
  •  Ook kan een maatschappelijk werker of psycholoog worden geconsulteerd.
  •  De huisarts vervult belangrijke rol bij de begeleiding van de persoon met ALS en zijn omgeving.
  • De verpleegkundige is een speciaal opgeleid ALS verpleegkundige en is meestal de case manager 

Slide 34 - Tekstslide

De fysiotherapeut streeft naar een maximaal gebruik van de spieren. Hij kan iemand alternatieve manieren aanleren om bepaalde bewegingen zo lang mogelijk te blijven uitvoeren. Hij verzorgt de begeleiding bij de introductie van hulpmiddelen. 

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Is ALS te genezen

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ALS voor ziekte
A
Spierziekte
B
Ziekte van zenuwstelsel
C
Zenuw-spierziekte

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke aandachtspunten kan jij als helpende bieden bij een client met ALS?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zijn er nog vragen?

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies