1.5 Distributie en 1.6 Branches 15/09/2022

Opening
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
HVKMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Opening

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hospitality, verkoopt en klantreis





Wat hebben we vorige week gedaan?

  • Korte herhaling van vorige week
  • Uitleg nwe stof
  • Maken van de opdrachten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3 Bedrijfsgrootte
minder dan 10 werknemers = Microbedrijven
10 tot en met 49 werknemers = Kleinbedrijven
50 tot en met 250 werknemers = Middelgrote bedrijven
250+ werknemers = Grootbedrijven

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bedrijfskolom
Goederen komen niet zo maar in een bedrijf. Ze hebben een lange weg afgelegd voor je ze kunt kopen of verkopen. De bedrijfskolom geeft een overzicht van de weg die goederen afleggen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goederenstroom
De goederenstroom is de weg die de goederen door de bedrijfskolom aflegt. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GELDSTROOM
Geldstroom = de weg die geld door bedrijfskolom maakt. 
Als een bedrijf product koopt moet hij dit betalen aan schakel 'boven' zich. 
Geld stroomt dus omhoog. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INFORMATIESTROOM
  • Informatiestroom = als 2 schakels met elkaar contact hebben/ het uitwisselen van informatie.
  • Info over: levertijd, grondstoffen, kosten etc. 
  • Verkoper = ook onderdeel van informatiestroom. Jij voorziet klant van info. 

Informatiestroom gaat omlaag en omhoog in bedrijfskolom. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stroomverloop bedrijfskolom

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.4 Distributie
Het verspreiden van producten.

Fabrikant --> Groothandel --> Detailhandel --> Consument

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een winkel waar de inrichting sfeervol en gezellig is.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een winkel waar de lichten erg fel zijn en waar het vrij 'ongezellig' uitziet.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke distributievorm heeft jouw voorkeur?
Prijsdistributie
Servicedistributie
Mix van prijs- en servicedistributie

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aankoopsoorten
De keuze voor een bepaalde winkel hangt af van het soort boodschappen dat je doet.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Convenience goods

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shopping goods

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Specialty goods

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij écht een specialty good?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je het verschil tussen prijs- en servicedistributie ook op webshops herkennen?
A
JA
B
NEE

Slide 18 - Quizvraag

Waarom kun je dat dan wel herkennen? Noem eens een webshop die gericht is op prijsdistributie?
Aan de slag 
- Behandeld tot en met 1.5 
- Vragen maken: Tot en met vraag 10.

ben je klaar lees de tekst en onderstreep alle belangrijke woorden.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie soorten van distributie
- Prijsdistributie
- Servicedistributie
- Mix van prijs- en servicedistributie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijsdistributie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Servicedistributie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mix van prijs- en servicedistributie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.5 Branches
Je kunt de branches in de detailhandel verdelen in twee groepen!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten winkels of detailhandelsbedrijven
food
  • supermarkt
non-food
  • bouwmarkt
  • tuincentrum
  • warenhuis
  • speciaalzaak

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Branche
Een branche bestaat uit winkels die hetzelfde soort artikelen verkopen.

  • Branches in de detailhandel food
  • Branches in de detailhandel non-food

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WINKELS

Voorbeelden verkoopkanalen in winkelvorm:
  • Supermarkt
    food & non-food artikelen (breed assortiment)
  • (klein) Warenhuis
    breed assortiment. (vb Hema)
  • Speciaalzaak 
    smal assortiment met diepte. Vaak alleen bediening

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuur:
Branches

Een groep bedrijven die
ongeveer dezelfde
producten of diensten
leveren.

Food ↔ Non-food



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heten de twee branches in de detailhandel?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Branchevervaging
Soms is het lastig om het verschil tussen non-food en food te herkennen ...

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Ga nu aan de slag met de vragen 11, 12 en 13.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies