7.2 Pijlenkettingen maken

Welkom m1b!
Ga rustig zitten, leg je spullen klaar en start je laptop op
Ga naar lessonup.com en voer de code in om bij de les te komen

Schriftcontrole bij Sem, Celine, Nathan en Julia
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom m1b!
Ga rustig zitten, leg je spullen klaar en start je laptop op
Ga naar lessonup.com en voer de code in om bij de les te komen

Schriftcontrole bij Sem, Celine, Nathan en Julia

Slide 1 - Tekstslide

7.1 Pijlenketting
We herhalen:
  • Een regel in woorden maken bij een situatie 
  • Een pijlenketting maken bij een regel in woorden
  • Met een pijlenketting rekenen


Slide 2 - Tekstslide

24 + 2 x 3 =
A
78
B
29
C
30
D
33

Slide 3 - Quizvraag

(24 + 2) x 3 =
A
78
B
29
C
30
D
33

Slide 4 - Quizvraag

Pijlenketting

Slide 5 - Woordweb

Hoeveel wielen
tel je?
A
9
B
10
C
8
D
11

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel fietsen
zijn er dan?

Slide 7 - Open vraag

Neem over en vul in.

Klaar?

Bedenk welke pijlenketting hierbij hoort. Begin met 'wielen' en eindig met 'fietsen'.

Slide 8 - Tekstslide



Slide 9 - Tekstslide

ONTHOUD!
De vrachtwagens van PostNL rijden op één liter diesel een afstand van drie kilometer.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe zou de regel in woorden bij deze opgaven eruit zien?

Slide 11 - Open vraag

Bereken hoeveel kilometer een vrachtauto kan rijden op 300 liter diesel.
A
900 kilometer
B
303 kilometer
C
600 kilometer
D
3000 kilometer

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel rode
tegels?
A
14
B
8
C
6
D
7

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel grijze tegels liggen er naast één rode tegel?
A
1
B
14
C
2
D
3

Slide 14 - Quizvraag

Welke woordformule kan je maken die begint met rode tegels en eindigt met grijze tegels?

Slide 15 - Open vraag


IN-getal is 32

A
42
B
420
C
32
D
320

Slide 16 - Quizvraag


IN-getal is 32
A
27
B
28
C
26
D
160

Slide 17 - Quizvraag


IN-getal is 32
A
44
B
45
C
20
D
13

Slide 18 - Quizvraag


IN-getal is 32
A
30
B
16
C
18
D
64

Slide 19 - Quizvraag

Maken 6 t/m 10, blz. 232-234
Klaar? Nakijken t/m opgave 5

Slide 20 - Tekstslide