alvleesklier en suikerziekte

spijsvertering, alvleesklier en suikerziekte
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

spijsvertering, alvleesklier en suikerziekte

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je vandaag leren?
De anatomie- en fysiologie van de alvleesklier
De hormoonregulatie

De verschillende types diabetes.

Wat zijn de oorzaken van Diabetes.

Wat zijn symptomen van Diabetes.

(Welk invloed heeft leefstijl bij Diabetes.)

(Wat is de behandeling van Diabetes.)

(Welk complicaties treden op bij Diabetes zowel acuut als chronisch)

Slide 2 - Tekstslide

Alvleesklier
exocriene functie:
geeft spijsverteringsstoffen aan aan de darm
De darm hoort bij het uitwendig milieu

Endocriene functie:
geeft hormonen af aan de bloedbaan.
de bloedbaan hoort bij het inwendig milieu

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het doel van spijsvertering?
A
Voedingsstoffen verteren ( kleiner maken) om eventueel opgenomen te worden
B
Voedingstoffen eten
C
Voedingstoffen uitpoepen zodat je schoner bent
D
Om je eten zo goed mogelijk eetbaar te maken zodat je meer energie krijgt.

Slide 4 - Quizvraag

Voedingsstoffen zijn
A
De bruikbare bestanddelen uit wat je eet
B
De producten die je eet

Slide 5 - Quizvraag

Voedingstoffen
  • Koolhydraten
  • Eiwitten
  • Vetten
  • Vitaminen
  • Water
  • Mineralen 

Slide 6 - Tekstslide

De alvleesklier wordt aangegeven met letter ...?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 7 - Quizvraag

De alvleesklier hoort bij het
A
Bloedvatenstelsel
B
Voortplantingstelsel vrouw
C
Zenuwstelsel
D
Verteringstelsel

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor alvleesklier?
A
Ovaria
B
Pancreas
C
Testis

Slide 9 - Quizvraag

Speeksel: koolhydraten

Maagsap: eiwitten

Alvleessap: eiwitten, vetten, koolhydraten

Darmsap: eiwitten, koolhydraten

Slide 10 - Tekstslide

Koolhydraten
  • Leveren per 1gram koolhydraten 4 kcal
  • Enkelvoudige koolhydraten of snelle koolhydraten
  • Meervoudige koolhydraten of complexe koolhydraten

  • OF

  • Verteerbare koolhydraten
  • Onverteerbare koolhydraten



Slide 11 - Tekstslide

Koolhydraten
     goede koolhydraten = langzame



slechte koolhydraten = snelle 

Slide 12 - Tekstslide

Koolhydraten
  • opgebouwd uit enkelvoudige suikers
  • Lange ketens worden in het lichaam afgebroken tot enkelvoudige
  • glucose is een belangrijke brandstof voor de cellen
  • het lichaam slaat glucose op in de vorm van glycogeen in de lever.

Slide 13 - Tekstslide

  • insuline: bevorderd omzetting naar glycogeen in de spieren en lever en stimuleert de lichaamscellen om glucose op te nemen
  • glucagon: stimuleert de omzetting van glycogeen naar glucose
  • insuline en glucagon zijn antagonisten
  • somatostatine: zorgt voor homeostase door zowel aanmaak van insuline als van glucagon te kunnen remmen

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht Insuline
Beschrijf in eigen woorden wat de functie van insuline voor het lichaam is.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Diabetes 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht diabetes
Beschrijf in eigen woorden wat er gebeurt als iemand suikerziekte heeft.
Wat zijn de verschijnselen hiervan?

Slide 18 - Tekstslide

Wat is diabetes?
A
De alvleesklier maakt te weinig insuline aan
B
De lever maakt te veel insuline aan
C
De lever maakt te weinig insuline aan .
D
De alvleesklier maakt te veel insuline aan

Slide 19 - Quizvraag

Hoe is het om diabetes te hebben? 

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een hyperglykemie?
A
te hoge bloedsuiker
B
te lage bloedsuiker

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn de klachten bij een te hoge bloedsuiker?

Slide 22 - Open vraag

Hoe heet een te lage bloedsuiker?
A
hyperglykemie
B
hypoglykemie
C
insuline
D
glucagon

Slide 23 - Quizvraag

hoe kan een te lage bloedsuiker ontstaan?

Slide 24 - Open vraag

te hoge en te lage bloedsuiker
Schrijf op hoe een te hoge en te lage bloedsuiker heet
zet de verschijnselen in het juiste rijtje

Slide 25 - Tekstslide


😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll