Taalverzorging les 2

timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Werkwoordspelling: bijzonderheden
  • Werkmoment / verlengde instructie werkwoordspelling
  • Afsluiting van de les

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Paragraaf 2.9
  • persoonsvorm tt en vt
  • Engelse werkwoorden
Paragraaf 3.9
  • Voltooid deelwoord
  • Tegenwoordig deelwoord
(Gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord zie paragraaf 4.9)

Slide 3 - Tekstslide

Engelse werkwoorden (p. 157)
als de Nederlandse werkwoorden: 
  • rugbyen - ik rugby - jij rugbyt - hij rugbyde
  • speechen - ik speech - jij speecht - hij speechte
Uitspraakregels:
  • deleten - ik delete - jij deletet - hij deletete - is gedeletet
  • paintballen - ik paintball - jij paintballt - hij paintballde - heeft gepaintballd

Slide 4 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord (p. 237)
De handeling is nog bezig => hele werkwoord +d

Terwijl ze aan het lachen waren, liepen ze de klas in.
Lachend                                                  liepen ze de klas in.

Bijvoeglijk gebruikt: De lachende leerlingen liepen de klas in.

Slide 5 - Tekstslide

Voltooid deelwoord als bn (p. 72/deel b)
De weg is verbreed.             De verbrede weg.

Schrijf zo kort mogelijk als de uitspraak toelaat.

Het schaap is gered.            Het geredde schaap.


Slide 6 - Tekstslide

Werkmoment
  1. Bezig met je weektaak
  2. Theorie werkwoordspelling bestuderen / schema
  • Paragraaf 2.9: pv tt en vt, Engelse werkwoorden
  • Paragraaf 3.9: voltooid deelwoord, tegenwoordig deelwoord
  • Paragraaf 4.9 (b): vd en td bijvoeglijk gebruikt

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoordspelling (schrijf op)
  • De stam is het hele werkwoord zonder (e)n.
  • De persoonsvorm is het werkwoord dat verandert van tijd. 
  • In de tegenwoordige tijd kan er een -t bij komen.
  • In de verleden tijd kan er -te/-ten of -de/-den bij komen.
  • Bij een voltooid deelwoord kan er -t of -d bij komen.
  • Taxi kofschip ALLEEN gebruiken bij verleden tijd en voltooid.

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoordspelling (schema)
Persoonsvorm is geen voltooid deelwoord

het gebeurt - het is gebeurd
hij bekent - het is bekend
zij belooft het - zij heeft het beloofd
u verhuist - u bent verhuisd

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordspelling (pv-tt)
ik-vorm:
- ik
- je/jij achter de pv
- gebiedende wijs
- ik fiets
- brand je/jij je vingers
- fiets!
ik-vorm +t:
- je/jij voor de pv
- hij/zij, het

- je/jij brandt je vingers
- hij/zij, het hondje rent
Hele werkwoord wij, jullie, zij fietsen
Enkelvoud
MV

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoordspelling (pv-vt-ev)
Sterk werkwoord
  • klank verandert
  • schrijf zoals je het hoort
  • kort en eenvoudig

zingen - ik zong - wij zongen
lijden - ik leed - wij leden
Zwak werkwoord
  • klank verandert niet
  • ik-vorm + -de/-den
  • ik-vorm + -te/-ten

TaxKofschip
Zit de laatste letter van de stam hierin, dan -te/-ten

Slide 11 - Tekstslide

Werkwoordspelling
ik-vorm- tt
ik raad
hij raadt
ik verhuis
hij verhuist
stam (ww -en)
raden => rad
verhuizen-verhuiz
taxi kofschip
t x  k  f  s ch  p
ik-vorm -vt
ik raadde
wij raadden
ik verhuisde
wij verhuisden

Slide 12 - Tekstslide

Werkmoment
  1. Bezig met je weektaak
  2. Theorie werkwoordspelling bestuderen / schema
  • Paragraaf 2.9: pv tt en vt, Engelse werkwoorden
  • Paragraaf 3.9: voltooid deelwoord, tegenwoordig deelwoord
  • Paragraaf 4.9 (b): vd en td bijvoeglijk gebruikt

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
Wat heb je gedaan?

Wat ga je thuis doen?

Welke vragen heb je?

Slide 14 - Tekstslide