Werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Spellingsquizzzzzzzzz

Je hebt zeker aan het strand gezeten; je gezicht is helemaal [vervellen].

Hij heeft een [ontwrichten] schouder, doordat hij lelijk is gevallen.

De verslaggever ........................................................ berichten terwijl hij op pad is. Zojuist stuurde hij goed nieuws uit Veldhoven. (versturen)

Welk werkwoord is fout gespeld

1. Ik verwachte
2. de lopende man
3. het gebeurt
4. een huilend meisje

ASML ........................................................ geld als water. De nettomarge is zo’n 30 procent, de nettowinst circa een miljard euro per jaar. (verdienen)

Welk werkwoord is GOED gespeld

1. dat heb je goed gespelt
2. het besteedde bedrag
3. hij spoede zich naar huis
4. hij word oud

Hoewel hij al jaren ...................................................................., waagde hij in januari de gok en eindigde bij de beste drie bodybuilders. (bodybuilden)

Vader en zoon gaan met elkaar in gevecht en na flink te hebben ............................................, blijkt de vader eigenlijk zo slecht nog niet. (stoeien)

Zaterdag ga ik voor de eerste keer helpen. Ik moet gasten drankjes brengen en aan het einde van de avond is het de bedoeling dat ik ze hun jas ......................................................... (aanbieden)

Zijn naam is een meisjesnaam en de daarmee ...................................... jongen zweert wraak op zijn vader. (pesten)

Hij ................................iemand uit en jij krijgt daarvan de schuld? (uitschelden)

In een artikel wordt de directeur van Ahold ......................................, maar hij blijft erg vaag over de inhoud van de gesprekken. (quoten)

De NRC schreef daar vorig weekend al over, maar toen .................................................................... een andere bron dat verhaal. (ontkrachten)

Schrijver Adriaan van Dis (1946) heeft met zijn boek ‘Ik kom terug’ de Libris Literatuur Prijs 2015 in de wacht ....................................... (slepen)

Het is terecht dat de vakjury, onder leiding van Wim Pijbes, Van Dis’ boek als een ‘uitzonderlijke roman’ ..................................................................... (bestempelen)

In de grappigste scenes .......................................................................... Macy zijn motor zonder succes langs allerlei obstakels. (manoevreren)

Het is niet de eerste keer dat een opmerking of actie van de presentator ......................................................... (backfiren)

Wat is het voltooid deelwoord van managen?

Wat is de verleden tijd enkelvoud van googelen?

Welk woord is verkeerd gespeld?

1. hij finishde
2. ik finish
3. hij is gefinisht
4. wij finishten

Wat is de verleden tijd meervoud van het werkwoord verwachten

Welk woord is goed gespeld?

1. verwachtd
2. fietsent
3. gelandde
4. gebeurde

Tijdens de zomervakantie heb ik heel wat ............................................. (bingoën)

Bingo stamt af van het spel Lotto, dat al sinds 1530 in Italië wordt ....................................... (spelen)

Beano, de naam van de scoreformulieren in Amerika rond 1920, is .................................................................... tot Bingo. De naam Beano komt weer van de bonen die werden gebruikt om de nummers af te dekken. (verbasteren)

4. Ik dacht dat ik bingo had, maar mijn oma ............................................ zo luid, dat ik de nummers niet goed kon verstaan. (hoesten)

7. De Waalse minister-president Paul Magnette was ‘not amused’ en .................................................................... met een marker alle positieve cijfers in de begroting. (highlighten)

Wat vervelend zeg. Nu .............................................................. je verzekering zeker of je geld krijgt om de gestolen spullen opnieuw aan te schaffen? (beoordelen)

Wat zeg je? Heb je jouw iPhone ....................................................................? (jailbreaken)

...................................... je broer van eten en feestjes? (houden)