Werkwoorden AA 3 groep 8

Werkwoorden AA 3 groep 8


Lesdoel: Je leert vandaag met het pijlenschema de juiste schrijfwijze van een werkwoord te vinden. De nadruk ligt vandaag op werkwoorden als branden en haasten die in verleden tijd dubbel d of t krijgen.

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoorden AA 3 groep 8


Lesdoel: Je leert vandaag met het pijlenschema de juiste schrijfwijze van een werkwoord te vinden. De nadruk ligt vandaag op werkwoorden als branden en haasten die in verleden tijd dubbel d of t krijgen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waar ben ik nu weer beland?
beland is een ....
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
hele werkwoord

Slide 3 - Quizvraag

Jij belandt nog eens in de goot.
belandt = ..
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
hele werkwoord

Slide 4 - Quizvraag

Ik belandde gisteren op een groot feest.
belandde = ..
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
hele werkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Ik ben benieuwd waar ik morgen zal belanden.
belanden = ..
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
hele werkwoord

Slide 6 - Quizvraag

Wat .. de peren vandaag? (kosten)

Slide 7 - Open vraag

En wat .. de peren gisteren? (kosten)

Slide 8 - Open vraag

Wat hebben de peren vorige week .. ?(kosten)

Slide 9 - Open vraag

Wat gaan de peren morgen .. ? (kosten)

Slide 10 - Open vraag

Ik .. eerst bij een andere sportschool. (sporten)

Slide 11 - Open vraag

Heb jij deze week ook al ... ? (sporten)

Slide 12 - Open vraag

.. jij snel in de zon? (verbranden)

Slide 13 - Open vraag

Wij .. gisteren onze handen aan de kraan. (verbranden)

Slide 14 - Open vraag

Ik ... mijn oma vorig jaar voor het eerst. (ontmoeten)

Slide 15 - Open vraag

Waar heb jij haar .. ? (ontmoeten)

Slide 16 - Open vraag

De juf .. morgen mijn vriendje. (ontmoeten)

Slide 17 - Open vraag

Klaar
Maak nu bladzijde 30 en 31 van je werkboek. Opdracht G mag je overslaan.
Klaar? 2 keer spellingsmol (6*) en 3 keer werkwoordpaard (9*)
Klaar? Weektaak
Klaar? TaalBlobs
Klaar? 10 minuten grammaticaklussers

Gijs en Bente check je blad

Slide 18 - Tekstslide