Woestijnen zijn grote gebieden waar minder dan 200 mm neerslag per jaar valt.
De bekendste woestijnen zijn zandwoestijnen, maar er zijn ook rotswoestijnen, grindwoestijnen, leem-en zoutwoestijnen en ijswoestijnen.
Weinig neerslag, dus er leven alleen planten en dieren die goed aangepast zijn aan de droogte.
De cactus verdampt minder vocht door zijn stekels. Zijn dikke stam gebruikt hij als waterreservoir. Als het regent slaat hij het water op in zijn stam. De stekels beschermen de planten tegen dieren die dorst hebben.
Wist je dat?: sommige dieren drinken hun hele leven lang geen water. Ze halen vocht uit de bladeren van de planten die ze eten.