Menstruatiecyclus

Wanneer krijgen de meeste meisjes hun eerste maandstonden?
A
Tussen hun veertien en achttien jaar
B
Tussen hun tien en vijftien jaar
C
Tussen hun zeven en tien jaar
1 / 7
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 7 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wanneer krijgen de meeste meisjes hun eerste maandstonden?
A
Tussen hun veertien en achttien jaar
B
Tussen hun tien en vijftien jaar
C
Tussen hun zeven en tien jaar

Slide 1 - Quizvraag

Elke maand groeit er een eicel in de eierstokken 
Als het eitje niet wordt bevrucht, breekt het samen met het slijmvlies af. Het komt uit de vagina 
Als het eitje volgroeid is, gaat het naar de eileider, dat noemen we de eisprong
De eileider brengt de eicel naar de baarmoeder. Het slijmvlies in de baarmoeder wordt dikker.

Slide 2 - Sleepvraag

Welke stelling klopt?
A
Tijdens je maandstonden kan je niet meer alles doen wat je wil. Zwemmen, fietsen, paardrijden, ...
B
Eens een meisje begint te menstrueren blijft ze dit doen, tot het einde van haar leven.
C
Wanneer je menstrueert stroomt het bloed er echt uit. Je blijft best de ganse tijd op de wc zitten.
D
Een meisje is vruchtbaar vanaf een tijdje voor haar eerste maandstonden. Vanaf dan zou ze dus zwanger kunnen worden.

Slide 3 - Quizvraag

FSH
LH
Oestrogeen
Progesteron
Hypofyse
Hypofyse
Eierstok (follikelcellen)
Eierstok (geel lichaam)
Verdikken baarmoederwand
Verdikken baarmoederwand
doet eicel rijpen in follikel
Zet achtergebleven follikelcellen om in geel lichaam

Slide 4 - Sleepvraag

Hoelang blijft een eicel in leven?
A
2 uur
B
36 uur
C
48 uur
D
24 uur

Slide 5 - Quizvraag

Hoelang duurt de vruchtbare periode in de praktijk?
A
van dag 1 tot 9
B
van dag 14 tot 15
C
van dag 9 tot 19
D
van dag 19 tot 28

Slide 6 - Quizvraag

Je kan er mee zwemmen
Je kan er mee zwemmen
Je kan er niet mee zwemmen
wissel om de 3 tot 6u (max 6u)
wissel om de 4 tot 6u
kan 8 tot 12u blijven zitten 
kan soms geurtje afgeven
Je hebt water nodig om het schoon te maken
Je hebt het met of zonder inbrenghuls

Slide 7 - Sleepvraag