Klas 4 les 2 schooljaar 2021/2022

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Was wisst ihr noch? 

1. Wat is het eerste SE voor het vak Duits in jaar 4?

2.  Op welke datum is het eindexamen Duits?

3.  Geef de Nederlandse vertaling van de woorden: 
A) verrückt     B)das Einzelkind     C) die Witwe        D) klug         E)faul

Wat is de juiste volgorde voor het maken van examenteksten: 

1- 

2- 

3 -

4 -

5 -

A)Lees de titel /vertaal de titel

B)Wat komt het dichtste bij mijn antwoord in de buurt? 

C)Bekijk de vraag WAT moet ik doen en vertaal de vragen en antwoorden (globaal)

D)Lees de alinea/tekst

E) Bedenk zelf een antwoord 

die Lernziele

Na deze les: 

1. Kun jij een Duits formulier invullen
2. Kun jij jezelf in hele Duitse zinnen voorstellen op papier
3. Kun jij jezelf mondeling in hele Duitse zinnen voorstellen
4. Kun jij zelfstandig en in hele zinnen een persoon omschrijven
5. Ken jij minimaal 5 nieuwe woorden

 Das Programm:

Nachschauen 

Wortschatz 

Zusammen Aufgaben machen 

Schreibübung 

Sprechübung 
Lesetraining 

Aufgaben für nächstes Mal 

Sind die Lernziele erreicht? 

Wortschatz 

Notiere die Zahlen 1 bis 10 

Übersetze die deutsche Wörter: 

1. das Sternzeichnen                6. ledig 

2. der Geburtsort                       7. lieblingsfarbe 

3. die Berufsausbildung            8. der Familienstand

4.der Schulabschluss               9.verheiratet  

5. die Füße                              10. Geschwister 

Nachschauen 

Öffne dein Arbeitsbuch auf S. 4-5 

Wir werden Aufgabe 3 und 5 kurz miteinander besprechen. 

Zusammen Aufgaben machen 

Öffnet euer Textbuch auf Seite 8 und euer Arbeitsbuch auf Seite 5. 

Zusammen sehen wir uns die Kategorien an. 

Nachdem macht ihr Aufgabe 4 und 7. 

Wortschatz 

Notiere die Zahlen 1 bis 10 

Übersetze die deutsche Wörter: 

1. das Sternzeichnen                6. ledig 

2. der Geburtsort                       7. lieblingsfarbe 

3. die Berufsausbildung            8. der Familienstand

4.der Schulabschluss               9. verheiratet  

5. die Füße                              10. Geschwister 

Schreibübung: dich vorstellen 

1. Name 

2. Herkunft 

3. Alter 

4. Wohnort

5. Sprachen 

6. das Hobby 

7. Familienstand 

Sprechübung: dich vorstellen 

1. Name 

2. Herkunft 

3. Alter 

4. Wohnort

5. Sprachen 

6. das Hobby 

7. Familienstand 

Opdracht: Stel jezelf in hele Duitse zinnen voor aan de leerling die naast jou zit. 

Wissel daarna van rol. 

Aufgaben machen 

Öffne dein Examenbundel auf Seite 13  

Lies Text 2 und 6

Mache dazu die Aufgaben (6-12+ 20) 

Wir werden die Resultate später analysieren. 

Fertig? Mache Aufgabe 8+9 auf S. 6 im Arbeitsbuch 

Aufgaben für nächstes Mal: 

Mache Aufgabe 8+9 auf S. 6 im Arbeitsbuch 

Sind die Lernziele erreicht? 

1. Wat vul je in het Duits in achter de volgende woorden op een formulier: 

A) Herkunft:       B) Familienstand:        C)Schuhgröße: 

2. Geef in 2 hele Duitse zinnen antwoord op de volgende vragen: 

A) Welche Sprache sprichst du? 
B) Was sind deine Hobbys? 

3. Noteer 5 nieuwe woorden die jij vandaag hebt geleerd + betekenis :) 

3. mevrouw Schuffelen stelt vragen, geef hierop mondeling antwoord :)