4.3 De Holocaust Deel 2

 De Tweede Wereldoorlog

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

 De Tweede Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Geschiedenis
Hoofdstuk 4 - Waar gaat het over?
1939
1940-1945
1945
Start Tweede Wereldoorlog
Duitsland bezet Nederland
Einde Tweede Wereldoorlog
Bevrijding Nederland
1942-1945
Japan bezet Indonesië
1944
D-Day 

1941-1945
 Holocaust
Anne Frank †

Slide 2 - Tekstslide

Geschiedenis 
  • De tweede wereld oorlog
  • boek 4.1
  • Blz 118  of 136
  • Oorlog in Europa

  • Aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

wel of niet

Lessen over de tweede wereld vind ik
A
Nodig
B
Niet Nodig

Slide 4 - Quizvraag

wel of niet
Ik weet genoeg over de 2e Wereldoorlog
A
Wel
B
Niet

Slide 5 - Quizvraag

Hitler, Hakenkruis
Woorden die je waarschijnlijk kent Noem 2 woorden die jij weet over de Tweede Wereldoorlog

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Geschiedenis
Dit hoofdstuk
Hoofdstuk 4.1
  • Waarom werd Hitler zo machtig
  • Welk land viel hij als eerste aan
  • Met diplomatie wilde een oorlog voorkomen
  • In 1939 begint de oorlog na een inval in Polen
  • Hoe het kon dat de Duitse  legers zo snel landen landen kon veroveren ( Blitzkrieg)
  • Waarom Rusland  pas in 1941 "meedeed" met de oorlog

  • SO 4.1 + 4.2 (1 x)
  • Repetitie H4

Slide 8 - Tekstslide

wel of niet

Weet jij wat de holocast was/is
A
Ja
B
Nee
C
Nooit van gehoord
D
ja verkleed partij

Slide 9 - Quizvraag

Geschiedenis
 De Holocaust
W

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Geschiedenis
Terugblik 4.2
4.2 Nederland bezet

Je krijgt een aantal herhalingsvragen. Hierin kun je laten zien dat je de lesstof van de vorige les begrepen hebt

Geef antwoord op alle vragen

Slide 12 - Tekstslide

Noem 1 reden hoe mensen tijdens de Tweede Wereldoorlog in verzet kwamen

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent het begrip Razzia's?
A
Het vervolgen van mensen
B
Drijfjacht op mensen (opsporen)
C
Het discrimineren van mensen
D
Het is verzet komen tegen de Duitsers

Slide 14 - Quizvraag

Geschiedenis

Antisemitisme in Duitsland
In Duitsland leefden er in 1933 ongeveer een half miljoen Joodse Duitsers. 
  • Vanaf de middeleeuwen was er antisemitisme (discriminatie van Joden)
  • Er waren vooroordelen (meningen die niet op feiten zijn gebaseerd) over Joodse mensen; Ze zouden lui zijn en niet eerlijk

De Duitsers gebruikten deze voorordelen om het antisemitisme te versterken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Geschiedenis
Uitleg 4.1
Antisemitisme in Duitsland
Hitler had een hekel aan joden. Hij was aanhanger van de rassenleer =

  • De onjuiste theorie over verschillen tussen 'mensenrassen'

  • Hitler beweerde dat het jodendom geen godsdienst was, maar een 'joods ras´ dat het Duitse 'Arische ras' bedreigde. 

Slide 17 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 4.3
Antisemitisme in Duitsland
Het 'Arische ras' was volgens Hitler dus veel belangrijker en beter dan de Joodse mensen

  • Geboren in (Noord) Europa
  • Blond, blauwe ogen en/of
  • Blank/Wit

Slide 18 - Tekstslide

Rassenleer

Slide 19 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 4.3
Vervolgingen vanaf 1933
Nadat Hitler aan de macht is gekomen worden Joodse Duitsers steeds vaker gepest en gediscrimineerd  

Slide 20 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 4.3
Vervolgingen vanaf 1933
Discriminatie van Joden:
  • De Joodse Duitser verloren hun burgerrechten
  • Ze mochten niet meer in parken en zwembaden komen
  • Joden mochten niet met andere Duitsers trouwen en ook geen seks met hen hebben
  • Dragen van een Jodenster werd verplicht

    Vanaf 1940 ook in Nederland

Slide 21 - Tekstslide

Waarom moesten Joden een ster dragen na 1933?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Antisemitisme betekend...
A
Anti-Duits
B
Anti-Joods
C
Anti
D
Anti-Nederlands

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Geschiedenis
Aan de slag
Wat ga je doen:
Paragraaf 4.2 en 4.3
Lezen theorie
Maken alle vragen van 4.2
Maken van 4.3 opdracht 1, 2, 3 



Volgende les: S.O en 2e deel 4.3

Slide 28 - Tekstslide