Het Hart 15.4 t/m 15.6

• MBO
• Studiejaar 1

Waar ligt het hart precies

Het hart heeft 4 holtes
2 boezems en 2 kamers
Welke zit boven en welke zit onder

1. boezem zit onder en kamers boven
2. kamers zitten onder boezems zitten boven
3. 1 boezem zit onder 1 boven en 1 kamer zit boven 1 kamer zit onder
4. het verschilt per persoon

Noem de bloedvaten
die rond het hart vast zitten

De grote bloedsomloop.

Deze vervoert zuurstof rijkbloed van het hart naar het lichaam toe en daarna vervoert die zuurstof arm bloed van het lichaam naar het hart weer terug.

Kleine bloedsomloop

Deze vervoert de zuurstof arm bloed van het hart naar de longen toe en daarna vervoert die zuurstof rijk bloed van de longen naar het hart terug.

Aorta (grote bloedsomloop)

• Die hoort bij de grote bloedsomloop.
• Dit is de belangrijkste bloedvat van het lichaam.
• Deze bloedvat loopt naar alle mogelijke organen.
• Bijv. in de borst loopt die naar de slokdarm en de luchtpijp
• in de buik loopt die naar de maag, de lever, de alvleesklier en zo gaat die verder. Bij je bekken ( heup) splits die in twee daaar gaat die dan naar linker en rechter been.

De aders

• Deze doen hetzelfde maar in omgekeerde richting.
• ze vervoeren zuurstof arm bloed met afvalstoffen.
• De aders komen samen in twee hoofaders
• de bovenste holle ader
• de onderste holle ader

Bovenste holle ader

Vervoert het bloed die afkomstig is uit:

• De armen
• Het hoofd
• De hals
• De borst organen

Onderste holle ader

Vervoert zuurstofarme bloed dat afkomstig is uit :

• De benen
• Het bekken
• De buik organen

Kleine bloedsomloop

• Het zuurstof armbloed uit de rechter boezem komt in de rechter kamer en wordt dan bij iedere hartslag via de longslagader naar de longen gepompt
• Hier geeft het bloed koolstofdioxide af en neemt zuurstof op
• Het stroomt daan door de longhaarvaatjes
• Via de longader stroomt dit zuurstofrijke bloed direct het hart binnen.
• Het komt het linkerboezem binnen en na een enkele hartslag gaat die tocht van de grote bloedsomloop door het lichaam

Opdracht

Blz 253 t/m 254

opdracht 5