H7 Vraag 3: Hoe veranderden de veroveringen de Romeinse samenleving?

H7 Vraag 3: Hoe veranderden de veroveringen de Romeinse samenleving?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

H7 Vraag 3: Hoe veranderden de veroveringen de Romeinse samenleving?

Slide 1 - Tekstslide

Rome: ontstaan en bestuur
Herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Aan welke rivier ligt Rome?
A
Maas
B
Tiber
C
Rijn
D
Donau

Slide 3 - Quizvraag

In welk jaar werd Rome volgens het verhaal gesticht?
A
476
B
776 v.C.
C
753 v.C.
D
376

Slide 4 - Quizvraag

Stelling: Archeologen bevestigen dat Romulus Rome heeft gesticht.
A
Juist
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Stelling: Rome is een samensmelting van verschillende dorpjes.
A
Juist
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

In welk land is Rome ontstaan?
A
Griekenland
B
Kroatië
C
Italië
D
Frankrijk

Slide 7 - Quizvraag

Rome was ca. 1000 v.C.
A
Een landbouwnederzetting
B
Een stadstaat
C
Een rijk

Slide 8 - Quizvraag

Rome was ca. 500 v.C.
A
Een landbouwnederzetting
B
Een stadstaat
C
Een rijk

Slide 9 - Quizvraag

Een stadstaat is
A
een deel van een grotere staat
B
politiek onafhankelijk

Slide 10 - Quizvraag

Vul aan: Een stadstaat bestaat uit
A
Een militaire vesting.
B
Een religieus centrum.
C
Stad en omliggende landbouwgronden.
D
Een provincie van het Romeinse Rijk.

Slide 11 - Quizvraag

Door de veroveringen was Rome vanaf ca. 100 v.C.
A
Een landbouwnederzetting
B
Een stadstaat
C
Een rijk

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde over het bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekend Mare Nostrum
A
Middellandse zee
B
onze God
C
onze zee
D
Een naam van een Romein

Slide 14 - Quizvraag

Rome is een patriarchale samenleving
A
juist
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Wie had het meeste macht in de Romeinse standenmaatschappij?
A
Patriciërs
B
Plebejers
C
vreemdelingen
D
slaven

Slide 16 - Quizvraag

Vraag 3
HOE VERANDERDE HET ROMEINSE BESTUUR DOOR DE VEROVERINGEN?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slachtoffers van de Romeinse veroveringen
  • Burgerslachtoffers in de veroverde gebieden
  • Krijgsgevangen uit de veroverde gebieden werden naar Rome gevoerd als slaaf




Slide 19 - Tekstslide

Slachtoffers van de Romeinse veroveringen
Kleine boeren 
  • vechten mee in de oorlog 
  • Geen opbrengsten en vaak landgoed geplunderd.
  • Niet in staat om belastingen te betalen.
  • Moeten dure leningen aangaan en van miserie hun landgoed verkopen.

Slide 20 - Tekstslide

Wie profiteert er van de veroveringen?
PATRICIËRS (GROOTGRONDBEZITTERS)
  • Kopen goedkoop de landbouwgrond van de kleine boeren over en worden dus nog rijker en machtiger.

Slide 21 - Tekstslide

Wie profiteert er van de veroveringen?
KLEINE GROEP PLEBEJERS:
  • Handelaars: zij kunnen de goedkope producten uit de veroverde gebieden verkopen en winst maken.
  • Bankiers: verstrekken leningen tegen woekerintresten.
  • Ondernemers

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

De bevolking in Rome stijgt enorm tussen 350 v.C en 1
Welke twee groepen mensen zorgen voor deze groei?

  • slaven
  • kleine boeren zonder bezittingen

Slide 24 - Tekstslide

Verschil arm-rijk in Rome
  • In Rome is er een erg kleine groep van hele rijke mensen.
  • De grote meerderheid van de Romeinse inwoners zijn arme plebejers en slaven.
  • De arme plebejers hebben wél een stem in de Volksvergadering.

Slide 25 - Tekstslide

Akkerwet Tiberius Gracchus
  • Volkstribuun met vetorecht
  • Wetsvoorstel: akkerwet
  • Elke boer recht op 7,5 ha grond
  • Grootgrondbezit beperkt tot 250 ha: overtollige grond moest tegen een vergoeding afgestaan worden.

Slide 26 - Tekstslide

Wordt de akkerwet goed gekeurd?
  • In welk orgaan worden de wetten gestemd?
  • Volksvergadering
  • Wie zetelt er in de volksvergadering?
  • Alle Romeinse burgers
  • Welke stand is er in de meerderheid in de Volksvergadering?
  • Plebejers
  • BESLUIT: HET VOORSTEL WORDT WET

Slide 27 - Tekstslide

Wordt de akkerwet uitgevoerd?
  • Wie wordt er benadeeld door de akkerwet van Gracchus?
  • De rijke patriciërs
  • Welke vergadering gaat dus niet akkoord met het wetsvoorstel
  • De senaat
  • Wat gaan zij doen om ervoor te zorgen dat de akkerwet niet tot uitvoering komt?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video