H14 1F Inhoud en gewicht deel 1

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-4

Startrekenen 1F

Domein 3 meten en meetkunde

Hoofdstuk 14 Inhoud en gewicht

 Inhoud 

Doel van de leze les

- In deze les leer je welke inhoudsmaten er zijn.

- En deze kan je toepassen op papier. 

De inhoud

Geeft aan hoeveel er in het figuur of voorwerp past. 

welke ínhoudsmaten ken je?

De inhoud van dit pak melk geef ik aan in......?

1. Liter
2. Milliliter
3. Centiliter
4. Deciliter

De inhoud van een cupje koffie melk is 70......

1. L
2. ML
3. CL
4. DL

De inhoud van een badkuip is 200..

1. DL
2. CL
3. ML
4. L

Kubieke meter inhoud 

Kubieke decimeter

kubieke centimeter

De kubieke meter (symbool m³) is een inhoudsmaat.
Dit is een kubus van .......... lang, .......... breed en ........... hoog.

In de volksmond wordt vaak de term kuub gebruikt voor 1 kubieke meter

1. Waar
2. Niet waar

Een luciferdoosje heeft een inhoud van 15...

1. cm3
2. m3
3. dm3
4. mm3

Een zwembad heeft een inhoud van 700 ...

1. mm3
2. dm3
3. m3
4. cm3

1 liter water is gelijk aan.....?

1 liter = 100 centiliter = 1000 milliliter

een blikje is 33 centiliter = 0, 3 liter = 330 milliliter

een spuitje is 20 milliliter

Deze inhoudsmaten kom je vaak tegen. 

Klik op het vraagteken.

1 liter = 

• 1000 milliliter
  
• 100 centiliter
  
• 10 deciliter
  

Reken om:
Een zak soep heeft een inhoud van 30 cl. Hoeveel ml is dit ?

1. 30 ml
2. 0,3 ml
3. 300 ml
4. 3 ml

500 ml = .......l

1. 5 l
2. 5000 l
3. 0,5 l
4. 0,05 l

1 ml = ........... dl

Hoeveel ml zit er in de maatbeker?

Hoeveel dl zit er in dit blik?

Wat kan ik?

Je kunt nu litersmaten aflezen. Je kunt nu rekenen met inhoudsmaten.