20220214 niveau 4 leerjaar 3 Woordenschat/samenvatten

Nederlands
VEPL419AH
14 februari 2022
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
VEPL419AH
14 februari 2022

Slide 1 - Tekstslide

Planning VEPL419AH

  • Boekverslag: 07 maart: inleveren via CumLaude
  • Toets 02: Boek: 14 maart 2022
  • Toets 03: Betoog/beschouwing: 11 april 2022 (toetsweek)
  • Toets 04: Spreken: mei/juni 2022

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik op de les van 07-02:

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Boek
  • Heeft Nina al een boek uitgezocht?

Slide 5 - Tekstslide

Zelfwerktijd: 07-02: boek

Slide 6 - Tekstslide

NAYRA: 1v11: 
De zomer hou je ook niet tegen
Schrijver: Dimitri Verhulst
Aantal pagina's: 94


Samenvatting:
Pierre is een beginnende zestiger en ontvoert een mentaal gehandicapte jongen van vijftien naar de Provence. Daar zal hij de jongen het verhaal vertellen over de liefdesrelatie die hij met zijn moeder had, hoe die tot stand kwam, over haar intense kinderwens en zijn twijfel over zijn rol als vader. Uiteindelijk zal hij het ook moeten hebben over hoe die prachtige en passionele relatie eindigen kon, en wanneer de mentaal gehandicapte jongen werd verwekt.

Slide 7 - Tekstslide

BRITT: 7v11:
De moeder van David S

Schrijver: Yvonne Keuls
Aantal pagina's: 271

Samenvatting:

Yvonne Keuls beschrijft een een aantal jaren uit de geschiedenis van een gezin waarvan de oudste zoon, David, aan drugs is verslaafd. Len, de moeder, heeft nog nooit iets met drugs te maken gehad en het duurt dan ook lang voordat ze doorheeft wat er aan de hand is. Het gezin raakt volkomen ontredderd, maar Len weigert de jongen los te laten. Ze ziet hem afglijden naar steeds zwaardere drugs.

Slide 8 - Tekstslide

MEREL: 10v11:
Mevrouw was stil vandaag

Schrijver: Lydia Rood
Aantal pagina's: 231

Samenvatting:

In mevrouw wast stil vandaag zijn er drie heel verschillende hoofdpersonen: Nienke, Magda en Berend. Ze raken soms alledrie de weg kwijt in hun eigen hoofd, en ze proberen alledrie wanhopig de regie van hun leven weer in handen te krijgen

Slide 9 - Tekstslide

14-02: Lesdoel
  • Woordenschat:
  • 1. Wat betekent woordenschat? 
  • 2. Waarom is dit belangrijk?  

Slide 10 - Tekstslide

Betekenis afleiden uit de tekst
  • synoniem 
  • omschrijving
  • voorbeelden
  • tegenstelling
  • afbeelding

Slide 11 - Tekstslide

synoniem?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Video

Synoniem
 Zoek een synoniem; een woord dat ongeveer dezelfde
   betekenis heeft.
bijv:
  • lamp-licht
  • auto-wagen
  • schoenen-patta's-schoeisel

Slide 14 - Tekstslide

Tegenstelling
Het tegenovergestelde van elkaar
Zoek een tegenstelling, let op signaalwoorden; maar, echter,
  daarentegen.

Bijv.: 
  • groot-klein
  • zwart-wit
  • hoog-laag

Slide 15 - Tekstslide

 Een omschrijving zoeken

Van onbekende woorden staat vaak een omschrijving in de tekst. 

Lees zin of alinea helemaal.


- Zoek een omschrijving van het woord.




Slide 16 - Tekstslide

Zoek voorbeelden
Soms kun je hieruit de betekenis van het woord afleiden
 Zoek naar een voorbeeld, let op signaalwoorden; zoals,  
   bijvoorbeeld, neem nou, denk aan.

Slide 17 - Tekstslide

synoniem: zorg

Slide 18 - Woordweb

synomien: eten (ww)

Slide 19 - Woordweb

Welke synoniemen ken je voor het woord 'huilen' ?

Slide 20 - Open vraag

Honderden ramptoeristen bezochten het gebied. De politie had veel last van al die mensen die uit nieuwsgierigheid kwamen kijken.
Wat is de omschrijving van 'ramptoeristen'?

Slide 21 - Open vraag

Sommigen vinden het CHARISMA van een manager een belangrijke factor voor het succes van de zaak.
A
opleiding
B
ervaring
C
uitstraling

Slide 22 - Quizvraag

Die voorstellen BEHELZEN een compleet nieuwe invulling van de studie.
A
ontwaren
B
hebben betrekking op
C
beamen

Slide 23 - Quizvraag

Het overleg bevindt zich in een IMPASSE.
A
vergaderzaal
B
moeilijke toestand
C
eindfase

Slide 24 - Quizvraag

De goudhandel FLOREERT als nooit tevoren.
A
ontbeert
B
gaat achteruit
C
bloeit

Slide 25 - Quizvraag

In de middeleeuwen werden lijfeigenen door hun heer GEKASTIJD.
A
uitgelachen
B
gememoreerd
C
gestraft

Slide 26 - Quizvraag

De DISCREPANTIE tussen wat hij zegt en wat hij doet, is wel meer mensen opgevallen.
A
afwijking, gebrek aan overeenstemming
B
onopvallend
C
overeenkomst

Slide 27 - Quizvraag

Ik denk niet dat dat helpt bij het IMPLEMENTEREN van deze strategie.
A
invoeren en in gebruik nemen
B
een gat vullen
C
uit je hoofd leren

Slide 28 - Quizvraag

Dit artikel verduidelijkt hoe je moet citeren en PARAFRASEREN in je proefschrift.
A
Het weergeven van de inhoud met andere woorden
B
scanderen
C
omzetten in andere vorm of ander formaat

Slide 29 - Quizvraag

Tijdens deze lessen wordt de CONTEMPORAINE geschiedenis in chronologische volgorde behandeld.
A
sociale
B
hedendaagse
C
culturele

Slide 30 - Quizvraag

Ze mag er dan FRELE uitzien, maar ze is sterker dan je denkt!
A
broos
B
adellijk
C
verward

Slide 31 - Quizvraag

Wetenschappers staan voor een groot raadsel, nu ze een MINUSCUUL deeltje hebben gemeten.
A
heel klein
B
ovaal
C
bol

Slide 32 - Quizvraag

De IMMATERIELE schade valt niet te berekenen
A
schade aan spullen, goederen etc.
B
geestelijke
C
economische

Slide 33 - Quizvraag

Ook hier geldt natuurlijk het ADAGIUM: 'voorkomen is beter dan genezen.'
A
spreuk, motto
B
pleidooi
C
voorstel

Slide 34 - Quizvraag

Hopelijk biedt dat enig SOELAAS.
A
koekje
B
winst
C
troost

Slide 35 - Quizvraag

Hij had weinig SCRUPULES bij dat soort zaken.
A
lacunes
B
mogelijkheden
C
gewetensbezwaren

Slide 36 - Quizvraag

Woordenschat
Trottoir

Slide 37 - Tekstslide

Woordenschat
  • Trottoir
  1.  Zoek naar een synoniem 

    Trottoir = voetpad

Slide 38 - Tekstslide

Woordenschat
  • Trottoir
 2. Zoek naar de betekenis

3. Zoek een voorbeeld

Slide 39 - Tekstslide

Woordenschat
  • Trottoir
4. Zoek naar een tegenstelling

Trottoir --> zandweg 


Slide 40 - Tekstslide

Woordenschat
  • Trottoir
5. Zoek naar een bekend woorddeel in het woord

Trottoir heeft geen bekend woorddeel
onnodig --> on = niet

Slide 41 - Tekstslide

Woordenschat 
  • Trottoir
6. Zoek in het woordenboek en kies welke het beste past

Betekenis 'trottoir' 
trot·toir (het; o; meervoud: trottoirs)
1. verhoogd en bestraat voetpad langs een straat; = stoep

Slide 42 - Tekstslide

Woordenschat
  • Trottoir
7. Bekijk de afbeelding


Slide 43 - Tekstslide

Waarom?
  • Alle onderdelen Nederlands
  • Mentale lexicon

Slide 44 - Tekstslide

Waarom?

Slide 45 - Tekstslide

Planning VEPL419AH

  • Boekverslag: 07 maart: inleveren via CumLaude
  • Toets 02: Boek: 14 maart 2022
  • Toets 03: Betoog/beschouwing: 11 april 2022 (toetsweek)
  • Toets 04: Spreken: mei/juni 2022

Slide 46 - Tekstslide

14-02: Terugblik

Slide 47 - Tekstslide