3.1 Ijs, water en waterdamp

3.1 Ijs, water en waterdamp
Lesdoelen:
De drie fasen opnoemen en aangeven in welke fase een stof voorkomt als er een getoond wordt.

De deeltjes model uitleggen.

Uitleggen wat de eigenschappen van een kristal zijn,
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.1 Ijs, water en waterdamp
Lesdoelen:
De drie fasen opnoemen en aangeven in welke fase een stof voorkomt als er een getoond wordt.

De deeltjes model uitleggen.

Uitleggen wat de eigenschappen van een kristal zijn,

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Noteer zoveel mogelijk soorten neerslag die je kent.

Slide 2 - Tekstslide

Fasen
De meeste stoffen kunnen voorkomen in drie fasen;
vast, vloeibaar en gasvormig.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden vaste fase
Sneeuw, hagel, rijp.


Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden vloeibare fase
Mist, wolkje druppeltjes bij 
fluitketel, wolk, nevelwolkje
tijdens uitademen als het 
koud is.

Als je het kan zien is het nooit
de gasvormige fase !

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden gasvormige fase
- stoom, waterdamp in de lucht.
Misconcept.......
Net na het tuitje is
er stoom. Dit is water boven 
de 100 graden Celsius  en dus een gas.
Het wolkje is gecondenseerde 
waterdamp en dus vloeibaar

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden gasvormige fase
- stoom, waterdamp in de lucht.
Misconcept.......
Net na het tuitje is
er stoom. Dit is water boven 
de 100 graden Celsius  en dus een gas.
Het wolkje is gecondenseerde 
waterdamp en dus vloeibaar

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De fasen in het deeltjesmodel

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Kristallen
Kristallen zijn vast en hebben heel regelmatig geordende moleculen. 

Slide 14 - Tekstslide

Belang lesdoel
Je kan veel weersverschijnslen verklaren.
Je begrijpt  b.v. waarom je een ballon kan indrukken, maar een tafel niet.
Minder kans op ongelukken (exploderende spuitbus in de zon)

Slide 15 - Tekstslide

Controle lesdoelen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

a Welke fase is er bij A ?

b Welke fase is er bij B ?

c Waar is het water stoom ?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van 

a) een vaste brandstof.

b) een vloeibare brandstof.

c) een gasvormige brandstof.

Slide 21 - Tekstslide