literatuurgeschiedenis

literatuurgeschiedenis
1880-1914
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

literatuurgeschiedenis
1880-1914

Slide 1 - Tekstslide

fin de siècle 
Fin de siècle, ook wel la belle époque;
Modernisering door de industriële revolutie:
Stoommachine werd breed ingezet; reizen werd veel makkelijker:

Culturele uitwisseling kwam goed op gang.
Boeren trekken naar de stad;

Slide 2 - Tekstslide

industriële revolutie
De industriële revolutie zorgde voor ingrijpende veranderingen in de maatschappij. De uitvinding van de stoomlocomotief maakte het reizen gemakkelijker. Zo kwamen steeds meer mensen in aanraking met andere culturen.

Slide 3 - Tekstslide

industriële revolutie
De arbeidsomstandigheden in de fabrieken waren uitzonderlijk slecht. Alleen een kleine bovenlaag van de bevolking profiteerde van de economische vooruitgang die de industrie met zich meebracht. Uiteraard leidde dat tot protesten. Zowel het socialisme als het feminisme streefden naar een gelijkwaardigere samenleving.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

optimisme
Ze hadden succes: de werktijden werden verkort, kinderarbeid werd teruggedrongen en de lonen stegen geleidelijk. Vandaar volop optimisme aan het eind van de negentiende eeuw. De internationale handel en het toerisme groeiden door de toegenomen rijkdom en vervoersmogelijkheden. De koopkracht van burgers steeg en er ontstonden allerlei nieuwe kunststromingen. Daarom spreken we ook wel van "la belle époque" = het mooie tijdperk. 

Slide 6 - Tekstslide

ruw einde optimisme
Emancipatiebewegingen: Socialisme en feminisme

Het einde van de 19e eeuw wordt gekenmerkt door optimisme
Geloof in een moderne, welvarende maatschappij;
De welvaart en het toerisme groeien:
Gevolg: reizen en internationale handel

Slide 7 - Tekstslide

Waarom eindigt dit optimisme ruw in 1914
A
Mensen lazen geen boeken meer
B
De eerste wereldoorlog brak uit
C
De stoommachine werkte toch niet zo goed

Slide 8 - Quizvraag

vier belangrijke stromingen
  • impressionisme
  • naturalisme
  • beweging van Tachtig 
  •  symbolisme

Slide 9 - Tekstslide

Impressionisme
Reactie op het classicisme en de romantiek
Doel: de beleving van het moment uitdrukken
- Veel beeldspraak;
- Veel neologismen (nieuw bedachte woorden);
- Gewone mensen

Voorbeeld van zo’n werk: Een liefde van Lodewijk van Deyssel


Slide 10 - Tekstslide

cultureel-literaire stromingen
Het impressionisme is in heel Europa sterk in de beeldende kunst en muziek aanwezig. Met name Franse impressionistische schilders zijn bekend geworden en zij worden nog altijd zeer gewaardeerd. De impressionisten wilden de beleving van een moment uitdrukken, meestal met "gewone mensen" als onderwerp.

Slide 11 - Tekstslide

neologismen en beeldspraak
Deze impressionistische kunst staat zo ongeveer haaks op de stijl van het claccicisme en de romantiek. In de literatuur gebruiken schrijvers veel neologismen (nieuwe woorden) en beeldspraak. Een goed voorbeeld is de roman Een liefde van Lodewijk van Deyssel.

Slide 12 - Tekstslide

Naturalisme
Verbonden met het realisme en het impressionisme;
stroming in heel Europa populair;

Onderwerp: de gewone mens (Jan met de Pet)



Slide 13 - Tekstslide

Auteurs geven aandacht aan de zware kanten van het leven:
- Sociale romans;
- Psychologische romans;
- Invalshoek is het determinisme (alles heeft een reden)
Voorbeeld van zo’n werk: Eline Vere- Louis Couperus

Slide 14 - Tekstslide

naturalisme
Het naturalisme is nauw verbonden aan het impressionisme maar ook aan het realisme. Ook hier is het onderwerp "de gewone mens", maar schrijvers hebben het vooral over de zware kant van het leven in de vorm van sociale romans en psychologische romans.

Slide 15 - Tekstslide

De tachtigers
In Nederland komen de stromingen naturalisme en impressionisme samen in de Beweging van Tachtig;
Afwijzing van moraliserende, traditionele literatuur 
- grote vernieuwing binnen de poëzie;

Slide 16 - Tekstslide

- Individualisme staat centraal:
- Kloos: kunst (poëzie) is de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie;
- Vorm belangrijker dan inhoud:
- Nog steeds veel neologismen en beeldspraak
Sluit goed aan bij het estheticisme, en heeft overeenkomsten met: l’art pour l’art

Slide 17 - Tekstslide

Beweging van Tachtig
In de Nederlandse literatuur komen impressionistische en naturalistische poëzie samen bij de Tachtigers. Deze groep was wars van de moraliserende, traditionele literatuur en zorgde voor grondige vernieuwing in de poëzie. De vorm was belangrijker dan de inhoud en net als de impressionisten was hun taal doorspekt met neologismen en beeldspraak.

Slide 18 - Tekstslide

Beweging van Tachtig
De Tachtigers streven ernaar de expressie van individuele emoties in bekoorlijke taal neer te zetten. Schoonheid in haar puurste vorm; dat was het devies. In dat opzicht sluit hun kunst aan op het estheticisme en had het veel gemeen met l'art pour l'art in Frankrijk of art for art's sake in Engeland. In Nederland waren vooral Willem Kloos, Frederik van Eeden en Herman Gorter belangrijk.

Slide 19 - Tekstslide

Symbolisme
Sluit ook aan bij het idee l’art pour l’art;
Vooral in beeldende kunst en design:
Uitingsvorm: art nouveau;

Thema’s mythisch en fantasierijk


Slide 20 - Tekstslide

In de literatuur vooral gebruikt door Fransen, Belgen en Russen
Doel: komen tot een diepere waarheid door je uit te drukken in symbolen, begrijp je de symbolen niet, dan begrijp je het werk niet, erg ontoegankelijk.
- Verheven taalgebruik
- In Nederland de dichters: Ida Gerhardt, Adriaan Roland Holst en soms Herman Gorter

Slide 21 - Tekstslide

art nouveau
Eveneens verbonden met l'art pour l'art was het symbolisme. Vooral in de beeldende kunst kwam dit symbolisme naar voren. In Nederland is het in de literatuur niet echt belangrijk geworden. Symbolistische dichters waren Ida Gerhardt en A. Roland Holst. Ook Herman Gorter bezigde soms symbolistische poëzie. Symbolistische literatuur is niet erg toegankelijk.

Slide 22 - Tekstslide

Welke stroming was het lastigste begrijpen?
A
Impressionisme
B
Naturalisme
C
De tachtigers
D
symbolisme

Slide 23 - Quizvraag

Welke stroming was in heel Europa populair
A
Impressionisme
B
Naturalisme
C
De tachtigers
D
symbolisme

Slide 24 - Quizvraag

Wat is neologisme
A
Een vorm van beeldspraak
B
Letterlijk taalgebruik
C
Nieuwe woorden

Slide 25 - Quizvraag

Opdracht
De beweging van Tachtig wordt gezien als de geboorte van de moderne Nederlandse literatuur. Waarom zou dat zijn? 

Zoek op www.literatuurgeschiedenis.org het antwoord op de bovenstaande vraag. Geef in ongeveer 200-300 woorden, in eigen woorden, het antwoord op de vraag. 


Slide 26 - Tekstslide