422AH - Les 5 - Schrijven (beschouwing)

BESCHOUWING 
SCHRIJVEN
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

BESCHOUWING 
SCHRIJVEN

Slide 1 - Tekstslide

Wat zou het woord beschouwen kunnen betekenen in begrippen als levensbeschouwing, kunstbeschouwing, nabeschouwing?

Slide 2 - Tekstslide

Beschouwing
Een beschouwing is een tekst die de lezer aan het denken wil zetten over een bepaalde kwestie. Het onderwerp van een beschouwing is een probleem of kwestie. In een beschouwing wordt het onderwerp van verschillende kanten belicht. In een beschouwing laat je het oordeel aan de lezer over. De hoofdgedachte van een beschouwing is meestal een opsomming van oplossingen, voor- en nadelen of verklaringen.

Slide 3 - Tekstslide

Beschouwing
Een tekst waarin je verschillende aspecten van één onderwerp belicht, noem je een beschouwing. 

Het doel van zo'n tekst is: de lezer eerlijk afgewogen informatie geven, zodat deze zichzelf een mening kan vormen = opiniëren.

Slide 4 - Tekstslide

Ieder kind moet verplicht worden om gevaccineerd te worden tegen elke ziekte.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Beschouwing
tekstdoel:   lezer aan het denken zetten / eigen mening  laten                              vormen  (opiniëren)
inhoud:        feiten en verschillende meningen                                
                        meerdere gezichtspunten/ voor- en nadelen 

kenmerk:    neutraal    
                        (geen duidelijke mening van de schrijver)

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken beschouwing
  • Biedt verschillende visies ter overweging aan.
  • Laat de lezer nadenken.
  • Centrale vraag waar meerdere antwoorden op gegeven worden.
  • Genuanceerd.
  • Stijl  is zakelijk.

Slide 9 - Tekstslide

Doel & opbouw
- Kennis maken met verschillende standpunten
- Altijd objectief
- Zowel voor- als nadelen worden besproken

- Altijd inleiding, kern, slot

Slide 10 - Tekstslide

Titel
- Zelf verzinnen
- Informerend en aansluitend
- Maak nieuwsgierig
- Mag een vraag zijn

Slide 11 - Tekstslide

Inleiding
Functies: enthousiasmeren voor actueel thema, door een vraag te stellen of beschrijven van een anekdote
- inleiding over vraagstelling
- alleen objectieve informatie
- inleiding afsluiten met structuuraanduider

Wat is een structuuraanduider??

Slide 12 - Tekstslide

Inleiding
Voorbeeld bij probleem-oplossingsstructuur:

'Deze vraagstelling is uitgewerkt middels twee voordelen en twee nadelen.'

Slide 13 - Tekstslide

Inleiding = 2 alinea's
Alinea 1: 
anekdote, persoonlijk verhaal, vraag of actueel probleem bij je onderwerp

Alinea 2:
introduceer je het onderwerp, noem je vraag en structuuraanduider

Slide 14 - Tekstslide

Kern probleem/vraag-oplossing
Alinea 3: oplossing 1 voordeel 1
Alinea 4: oplossing 2 voordeel 2
Alinea 5: oplossing 3 nadeel 1
Alinea 6: oplossing 4 nadeel 2

- 1 deelonderwerp per alinea
- gebruik signaalwoorden!!

Slide 15 - Tekstslide

Slot = samenvatting
- Doel om de lezer aan het denken te zetten
- Geen conclusie, lezer moet zelf oordelen
- Geen nieuwe informatie
- Blijf objectief
- Gebruik signaalwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Nu maken:
Online Motile
- 3F Beschouwing schrijven
              opdracht 3, 4 en 5

Daarna:
              Superbeschouwing in groepjes schrijven!

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
- Superbeschouwing schrijven
- Duo's
- Samen sparren over onderwerp
- Volg het stappenplan
- Inleveren voor het einde van de les

Slide 18 - Tekstslide